november-december ’17 | nr 6

Inhoud | jaargang 45, nummer 6 |
  • Zoekt Israel een rol als leider van het soennitisch-Arabische blok? (pp. 4-6)
  • Waarom Israel de Koerdische afscheiding van Irak steunt. (pp. 7-8)
  • Heeft het Britse Mandaat de weg geplaveid voor de Israelische bezetting ? (pp. 9-10)
  • Wie is Mohammed Dahlan ? Van Gaza naar Abu Dhabi en terug. (pp. 11-14)
  • Israels Wet op de Joodse Natiestaat is een oorlogsverklaring. (pp. 15-17)
  • Ayman Odeh: ‘Netanyahoe voert stap voor stap gevaarlijke veranderingen door’. (pp. 18-20)
  • Hoe Palestijnse vrouwen de klapstoelen van de Israelische economie blijven. ( pp. 21-24)
  • Wereldwijde medische waakhond medeplichtig aan Israelisch misbruik. (pp. 25-26)
  • Kunstenares Ingrid Rollema zet zich al 20 jaar in voor de kinderen van Gaza: ‘Ik ben dat kaboutertje dat ermee door moet gaan’. (pp. 27-29)
  • In de woestenij van Gaza floreren de kunsten. (pp. 30-31)
  • De werkelijke reden dat Trump UNESCO de rug toekeert. (pp. 32-33)
  • Oude Stad al-Khalil (Hebron) op de Werelderfgoedlijst van UNESCO -Verenigde Staten en Israel stappen uit UNESCO. (p. 34)
  • Israels oorlog tegen de Verenigde Naties. (pp. 35-36)
  • Voormalig Israelisch ambassadeur leidt hernieuwde aanval op UNRWA. (p. 36)
  • Jared Kushner – overdag vredesonderhandelaar, ’s avonds donateur joodse nederzettingen. (pp. 37-38)
  • VN zet eerste stap om eind te maken aan straffeloosheid Israel. (pp. 39-40)
  • BDS is Facing Serious Repression Precisely Because it is Seriously Effective. (p. 41)
  • INDEX -Jaargang 45 (2017) (pp. 42-43)
Redactioneel
Al-Quds (Jeruzalem)

Er zijn veel voorbeelden te geven dat sinds het begin van de 20e eeuw door anderen over de toekomst van de Palestijnen is beslist: de Balfour Declaration (1917), het VN-Verdelingsplan (1947), VN-Veiligheidsraadresolutie 242 (1967), het Vredesinitiatief van de Arabische Liga (2002 & 2007), de Routekaart naar Vrede (2003) enzovoort.

Op 6 december jl. is daar schaamteloos vertoon bijgekomen, in de vorm van de verklaring van president Donald Trump, waarin de Verenigde Staten Jeruzalem erkennen als de hoofdstad van de Staat Israel. In het verlengde daarvan zal de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem verhuizen.

Veel joodse Israeli’s juichten: de stap biedt Israel de mogelijkheid zijn voldongen feiten-politiek te verzilveren – hier de uitbreiding (oppervlakte vertienvoudigd), annexatie (formeel in 1980; internationaal niet erkend) en kolonisatie (300.000 – 350.000 joodse kolonisten) van in 1967 veroverd Oost-Jeruzalem. Dat smaakt naar meer !

Dat ook in het geval van veroverd Oost-Jeruzalem het aloude zionistisch adagium heeft gegolden ‘zoveel mogelijk grond, zo min mogelijk oorspronkelijke bewoners’, blijkt uit het feit dat de Palestijnse inwoners van Oost-Jeruzalem niet ‘mee-geannexeerd’ zijn. Door de Israelische bezettingsmacht is hun een ‘permante verblijfsvergunning’ verstrekt – alsof het om buitenlanders ging. Door middel van administratieve maatregelen en door het leven op het gebied van huisvesting, openbare voorzieningen en economische ontplooiingsmogelijkheden uiterst moeilijk te maken, is vervolgens alles in het werk gesteld om de Palestijnse bevolkingsgroep in omvang te doen afnemen. Deze zit inmiddels in enkele getto’s samengepakt. Daarbij heeft de vestiging van grote aantallen joodse kolonisten in een keten van nederzettingen rondom Oost-Jeruzalem de demografische balans na 50 jaar kolonisatie sterk in het voordeel van de joodse kolonisten doen doorslaan. Kortom, na West-Jeruzalem is nu ook Groot-Oost-Jeruzalem verjoodst.

Met de formele Amerikaanse erkenning van Jeruzalem als ongedeelde hoofdstad van de Staat Israel is de zogenaamde twee staten-oplossing de doodsteek toegebracht. Wat valt er voor de Palestijnen – zelfs voor Mahmoud Abbas en zijn Palestijns Nationaal Gezag (PNA) die in het kader van het Oslo-proces onder Amerikaans-Israelische dwang de ene na de andere concessie hebben gedaan – nog te onderhandelen ?

Die opstelling moeten Trump en de zijnen eerder al ingenomen hebben. Want uit een aanzwellende geruchtenstroom lijkt de zogeheten ‘ultimate deal’ die zij voor Israel en de Palestijnen in de maak hebben van hetzelfde laken een pak te zijn. Die ‘deal’ moet er ongeveer zo uitzien: de joodse nederzettingen in het C-gebied (60 procent van het grondgebied van de Westelijke Jordaanoever) worden niet ontmanteld; de Israelische bezettingsmacht blijft in het C-gebied – waaronder in de Jordaanvallei – aanwezig (in afwachting van formele annexatie door Israel); aan het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen zal geen – zelfs geen symbolische – invulling worden gegeven; Jeruzalem zal de hoofdstad van de Staat Israel zijn. Hoezo ‘deal’ ? De kwalificatie Amerikaans-Israelisch dictaat, dan wel Palestijnse uitverkoop is eerder op zijn plaats.

Wat voor de Palestijnen zal overblijven, is op de Westelijke Jordaanoever een serie van elkaar gescheiden bantoestans, die volledig door Israel omsloten zijn (anders gezegd: geen buitengrens hebben), plus de Strook van Gaza. Dit samenraapsel mag zich eventueel de Staat Palestina noemen en zal met miljarden dollars financieel gesteund worden.

Voor de Palestijnen zal het wat de ‘deal’ betreft – naar verluidt – slikken of stikken (stijl-Trump) zijn. Mocht dit allemaal kloppen, dan zijn PNA-president Abbas en de zijnen in een onmogelijke positie verzeild geraakt. Want voor een dergelijke ‘deal’ is in de Palestijnse samenleving (en daarbuiten) geen politiek draagvlak te vinden; de PNA-leiding zou zijn positie in de waagschaal gooien; weigert men echter, dan zullen er economische strafmaatregelen volgen, waaraan het toch al wankele PNA-bestel – dat met buitenlandse steun overeind gehouden moet worden – spoedig zal bezwijken. De PNA-leiding zal daarop als eerste door Palestijnen afgerekend worden.

Het zal mede verklaren waarom Abbas zich voor zijn doen in ongekend felle bewoordingen over onder meer de Jeruzalem-kwestie heeft uitgelaten. Zo zijn de Verenigde Staten naar zijn mening niet langer geloofwaardig om als bemiddelaar op te treden.

Abbas zal bij weigering zijn handtekening onder de ‘deal’  te zetten door Trump en de zijnen – in de regio zijn dat, naast Israel, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte – politiek afgedankt worden. Eerder is dat met Yasser Arafat het geval geweest, nadat Israel en de Verenigde Staten tot de conclusie waren gekomen dat er met hem niet langer zaken konden worden gedaan. In die situatie hebben zij Mohammed Dahlan – de in ballingschap levende oud-PNA-veiligheidschef en gezworen tegenstander van Abbas – als alternatief achter de hand (zie een uitgebreid portret van hem in dit nummer van Soemoed). Dat belooft weinig goeds.

Het is maar helemaal de vraag of de ‘deal’ en alles wat daar mogelijk uit zal voortvloeien een realistisch gehalte heeft. Voor Israel doet dat er niet toe. Voorlopig zal er ruimte blijven om zijn kolonisatie- en de facto annexatie-agenda verder af te werken.

Met de rug tegen de muur, is het geboden dat Palestijnen werkelijk serieus aan samenwerking gaan werken en een politiek bonafide alternatief voor ‘Oslo’ overeenkomen. Ruim tien jaar geleden is een dergelijk alternatief door Palestijnen binnen de BDS-beweging (boycot, desinvesteren & sancties) al geformuleerd.

(zie in dit verband onze geherformuleerde doelstelling)

Zoekt Israel een rol als leider van het soennitisch-Arabische blok ?

Jonathan Cook

Uit uitgelekte diplomatieke communicatie blijkt dat Israel zijn diplomaten heeft geïnstrueerd om Saoedi-Arabië in zijn woordenstrijd met Iran en met de Libanese verzetsbeweging Hizbullah te steunen.

Israel heeft zijn ambassades opgedragen om bij regeringen in de respectievelijke gastlanden te lobbyen ter ondersteuning van Saoedi-Arabië in zijn klaarblijkelijke pogingen om Libanon te destabiliseren, zo blijkt uit uitgelekte diplomatieke communicatie.

Het betreffende uitgelekte document lijkt de eerste formele bevestiging te zijn van geruchten dat Israel en Saoedi-Arabië samenwerken om [nog grotere] spanningen in de regio te veroorzaken.

Het document komt van het Israelische Ministerie van Buitenlandse Zaken en is deze week door Israels nieuwszender Channel 10 onthuld. Daarin worden Israelische diplomaten aangespoord om de nadruk te leggen op betrokkenheid van Iran en Hizbullah bij ‘subversieve activiteiten in de regio’.

Een en ander sluit nauw aan bij beschuldigingen die Riyad recentelijk tegen Teheran en tegen de Libanese factie heeft geuit.

Door analisten is opgemerkt, dat diplomatieke stappen van Israel waarbij men zich rechtstreeks in een interne Arabische kwestie mengt, ‘zeer zeldzaam’ zijn.

Yossi Alpher, voormalig adviseur van Ehoed Barak toen deze premier van Israel was, noemde de inhoud van het document ‘uiterst aanmatigend’.

‘Hebben de Saoedi’s echt Israel nodig om een ​​goed woord voor hen te doen in hoofdsteden in de hele wereld?’, zo liet hij Al-Jazeera weten.

Anderen geloven dat Benjamin Netanyahoe – die naast zijn premierschap ook leiding geeft aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken – politieke munt probeert te slaan uit de toenemende instabiliteit in de regio.

woordenstrijd
Het uitgelekte document komt op een moment dat Saoedi-Arabië zijn woordenstrijd met Iran en Hizbullah sterk heeft opgevoerd.

Zo sommeerde het Saoedische Ministerie van Buitenlandse Zaken op 9 november Saoedische onderdanen om Libanon onmiddellijk te verlaten, nadat het Hizbullah kort daarvoor had beschuldigd van ‘een oorlogsverklaring’ aan het koninkrijk.

Deze stap volgde op het aftreden van Sa’ad Hariri als premier van Libanon. Hariri die nauwe persoonlijke en zakelijke banden met Saoedi-Arabië heeft, kondigde – heel opmerkelijk – zijn terugtreden aan vanuit de Saoedische hoofdstad Riyad.

Daarbij beschuldigde hij Iran ervan in Libanon met behulp van Hizbullah ‘een staat in de staat’ te vormen.

Breed wordt ervan uitgegaan dat Riyad Hariri heeft opgedragen om af te treden, in een poging Libanon te destabiliseren, dat met zijn complexe en fragiele politieke bestel alle zeilen moet bijzetten om sektarische verdeeldheid onder controle te houden.

Saoedi-Arabië heeft Hizbullah medeverantwoordelijk gesteld voor de lancering vanuit Jemen van een raket van Iraanse makelij op Saoedi-Arabie, die boven Riyad kon worden onderschept.

Saoedi-Arabië voert in Jemen een oorlog tegen de Houthis – een shi’itische minderheid – en beschuldigt Iran ervan de Houthi’s in hun stijd te ondersteunen.

het uitgelekte document
In het uitgelekte document worden Israelische diplomaten geïnstrueerd ‘te benadrukken, dat het ontslag van Hariri aantoont hoe gevaarlijk Iran en Hizbullah zijn voor de veiligheid van Libanon’.

De diplomaten kregen de opdracht een beroep te doen op de ‘hoogste functionarissen’ in de respectievelijke gastlanden druk uit te oefenen om Hizbullah uit de Libanese regering te zetten. ‘Hariri’s ontslag bewijst dat de deelname van Hizbullah aan de regering Libanon destabiliseert,’ zo wordt in het document gesteld.

Verder werden de Israelische diplomaten opgeroepen om Saoedi-Arabië te steunen in zijn oorlog in Jemen, waarbij na de raketaanval op Riyad benadrukt moet worden dat ‘meer druk op Iran en Hizbullah’ is vereist.

Menachem Klein, hoogleraar Politicologie aan de Bar Ilan Universiteit (nabij Tel Aviv), zei dat Netanyahoe hoogstwaarschijnlijk wilde dat het bewuste document openbaar zou worden.

‘Als je diplomatieke instructies doet uitgaan en tezelfdertijd in de hoofdsteden van de wereld gaat lobbyen, kan je verwachten dat de inhoud niet lang vertrouwelijk blijft’, zo zei hij tegen Al-Jazeera.

‘Netanyahoes doel was om de Saoedi’s duidelijk te maken dat hij kan helpen. De boodschap luidt: ‘Wij hebben met westerse landen een speciale relatie en wij kunnen u helpen om verwezenlijking van uw politieke agenda gericht tegen Iran en Hizbullah – die wij onderschrijven – te helpen bevorderen.’

een confrontatie riskeren
Sommigen zeggen dat Israel zo door Saoedi-Arabië dreigt te worden meegesleept in een onnodige en gevaarlijke confrontatie met Hizbullah, waarbij het – in de woorden van Ha’aretz commentator Amos Harel – gaat om een ‘ambitieuze poging van Riyad om een ​​nieuwe orde in de regio tot stand te brengen’.

In een recente column in Ha’aretz betoogde de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Israel Daniel Shapiro, dat de Saoedi’s proberen het slagveld van Syrië naar Libanon te verplaatsen, nadat zij er niet in geslaagd zijn de Syrische president Bashar al-Assad ten val te brengen.

Zes jaar burgeroorlog heeft voor dat doel een reeks schatplichtige strijdgroepen voortgebracht.

Zowel Israel als Saoedi-Arabië hebben zich op verscheidene manieren in Syrië geroerd in de burgeroorlog, met de nauwelijks verhulde bedoeling om het Assad-regime te verzwakken, door strijdgroepen te steunen die gedomineerd worden door aan Islamitische Staat (IS) en Al-Qaeda-gelieerde krachten.

Met Russische steun is het Assad-regime er inmiddels in geslaagd om zijn greep op grote delen van het land te herstellen, nadat de laatste grote bolwerken van de strijdgroepen zijn ingenomen.

Noch Israel, noch Saoedi-Arabië kan het zich veroorloven om in Syrië rechtstreekser betrokken te raken, gezien de betrokkenheid van Rusland.

Shapiro waarschuwde Israel om op zijn hoede te zijn voor de inspanningen van Riyad om Tel Aviv voortijdig tot een confrontatie met Hizbullah aan te zetten, die snel in een regionale oorlog zou kunnen escaleren.

nucleair akkoord met Iran op de tocht
Een diplomatieke bron met langdurige ervaring in het Midden-Oosten zei dat het uitgelekte document uiteindelijk zo’n misstap zou kunnen blijken te zijn.

‘Er zal zeker geluisterd worden naar de Israeli’s, omdat zij over de beste militaire inlichtingendienst in de regio beschikken,’ zei de bron die op voorwaarde van anonimiteit met Al-Jazeera sprak.

‘Vooral Europa maakt zich grote zorgen over het groeiend aantal vluchtelingen dat uit de regio komt, velen via Libanon. Alle informatie die Israel aanlevert over verschuivingen in de delicate machtsbalans in Libanon, dan wel de waarschijnlijkheid van oorlog, zal daar alarmbellen doen rinkelen.’

Volgens de bron hoopt Israel deze bezwaren te kunnen kapitaliseren door Europese landen ervan te overtuigen de offensieve opstelling van Tel Aviv tegenover Iran te ondersteunen – vooral op het punt van het nucleaire akkoord dat de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad plus Duitsland (P5+1) in 2015 met Iran hebben gesloten.

‘Zowel Israel als de Saoedi’s willen het nucleaire akkoord van tafel zien, waarbij Tel Aviv in een gunstiger positie verkeert dan Riyad om Iran te demoniseren,’ zo stelde de bron.

Libanon kwetsbaar ?
Analisten hebben erop gewezen dat een oplaaiend sektarisch conflict in Libanon – een mogelijke uitkomst van het aftreden van Hariri – het land tegelijk kwetsbaarder voor Israelische agressie zou maken.

Als aanwijzing dat Tel Aviv zich mogelijk voorbereidt op een confrontatie aan de noordgrens, heeft het Israelische leger afgelopen september zijn grootste militaire oefening in 20 jaar tijd gehouden – een simulatie van een invasie van Libanon.

Algemeen wordt aangenomen dat Hizbullah beschikt over een arsenaal van tienduizenden raketten, waarvan een afschrikkende werking zal uitgaan. Dit verklaart mede waarom een herhaling van de grootschalige bombardementen door Israel in Libanon in 2006 tot nu is uitgebleven.

Desondanks lijken Israel en Saoedi-Arabië geïnteresseerd in het versterken van de onderlinge samenwerking en het verleggen van de inspanningen naar Libanon – weg van Syrië.

De afgelopen jaren heeft Israel, volgens schattingen van het persbureau van Reuters, ruim 100 luchtaanvallen op Syrische militaire doelen uitgevoerd, grotendeels om de leverantie door Iran van wapens en wapentechnologie aan Hizbullah te verhinderen.

Op de door Israel geannexeerde Syrische Hoogvlakte van Golan is door het Israelische leger een veldhospitaal ingericht, waar gewonde islamistische strijders zijn behandeld om vervolgens naar het strijdgebied te worden teruggestuurd, zo is door de VN gedocumenteerd.

De VN heeft ook geconstateerd dat het Israelische leger ‘dozen’ doorgeeft aan islamitische strijders, waarvan algemeen wordt aangenomen dat deze wapens bevatten.

De Israelische journalist Noam Sheizaf is het opgevallen, dat Israel in de loop der jaren steeds openhartiger heeft gesproken over zijn aanvallen op Syrië en daarvoor de verantwoordelijkheid heeft opgeëist, in een mate die niet eerder is vertoond

‘Het risico van escalatie schuilt in het feit dat iedereen wil dat iemand anders voor hen tegen Iran vecht. Israel wil dat de Verenigde Staten dat doen, terwijl de Saoediërs willen dat Israel Iran of zijn bondgenoot Hizbullah aanvalt,’ zo zei hij.

‘coalitievorming’
Sheizaf verklaarde verder tegenover Al-Jazeera dat het uitgelekte document ‘onderdeel lijkt te zijn van Israelische pogingen om coalities te bouwen met Saoedi-Arabië en andere Golfstaten’.

Hij zei: ‘Israel begrijpt dat de Saoedi’s in Syrië en Jemen tegen Iran het onderspit hebben moeten delven en vervolgens op zoek zijn naar een bondgenoot met de militaire en diplomatieke macht – zoals Israel.’

Netanyahoe doelde daar recentelijk op, toen hij verklaarde dat Israel er ‘heel hard’ aan werkt om een ​​alliantie aan te gaan met ‘moderne soennitische staten’, bedoeld om weerstand aan Iran te bieden.

De Israelische analist Jeff Halper suggereerde daarbij dat Israel op dit punt grotere ambities heeft.

‘Hoe vreemd dit ook klinkt, het uitgelekte document laat zien hoe Israel de onwaarschijnlijke leider van de soennitisch-Arabische wereld aan het worden is’, zo vertelde hij aan Al-Jazeera.

‘Saoedi-Arabië heeft geconstateerd dat het de Houthi-rebellen in Jemen niet eens kan verslaan. Het heeft zaken nodig die Israel te bieden heeft –militaire macht, zijn legitimiteit in Europa en in de Verenigde Staten en  invloed in het Amerikaanse Congres. Israel beschikt internationaal over de macht en invloed die de Saoedi’s ook graag willen hebben.’

bron: Al-Jazeera (Doha), 10 november 2017

Jonathan Cook is een in Nazareth gevestigde journalist

vertaling: Koen Bos

Wereldwijde medische waakhond medeplichtig aan Israelisch misbruik

Derek Summerfield

Het is inmiddels ruim 20 jaar geleden dat Amnesty International voor het eerst vaststelde, dat Israelische artsen die met de Israelische inlichtingendiensten samenwerken, ‘deel uitmaken van een systeem waarin gedetineerden worden gemarteld, mishandeld en vernederd, zodanig dat de medische praktijk in gevangenissen strijdig is met de medische ethiek’.

Sindsdien zijn er herhaalde pogingen – waarbij ikzelf betrokken was – in het werk gesteld om de wereldwijd actieve watchdog inzake medische ethiek – de World Medical Association (WMA) – ertoe aan te zetten de Israeli Medical Association (IMA) op deze praktijken aan te spreken.

Nadat vorig jaar een hernieuwde poging daartoe, ondanks wisselingen in het WMA-bestuur, mislukte, moet geconcludeerd worden, dat de WMA – waar het om Israel gaat – niet berekend is op de taak waarvoor zij na de Tweede Wereldoorlog is opgericht.

De WMA is verplicht om erop toe te zien dat de aangesloten associaties zich houden aan de WMA-normen, met name aan de baanbrekende anti-folter Verklaring van Tokio van 1975. Deze verplicht artsen niet alleen om niet zelf betrokken te zijn bij marteling, maar ook om de slachtoffers te beschermen en zich tegen marteling uit te spreken wanneer zij ermee te maken krijgen.

Belangrijk precedent voor onze actie tegen de IMA was het royement door de WMA van de Medical Association of South Africa ten tijde van het Apartheidsregime, omdat Zuid-Afrikaanse artsen onderdeel waren geworden van een systeem waarin foltering routine was – zoals Amnesty International ook in het geval van Israel constateerde.

Sindsdien heeft Physicians for Human Rights-Israel herhaaldelijk gesteld, dat er een eind zou komen aan de martelpraktijken wanneer de IMA zich zou uitspreken tegen het functioneren van artsen binnen eenheden van de veiligheidsdiensten, die zich stelselmatig van foltering bedienen. Want alleen al de aanwezigheid van medici in deze afdelingen biedt de Israëlische ondervragers een vorm van morele legitimering.

wereldwijde actie
De eerste poging om de IMA op haar verantwoordelijkheid aan te spreken, was in 2009, toen 725 artsen uit 43 landen een beroep deden op de WMA, en daarbij de gepubliceerde bevindingen overlegden van een aantal mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International, het Public Committee Against Torture in Israel en de United Against Torture-coalitie. Die poging is gestaakt, nadat duidelijk werd dat de toenmalige WMA-president Yoram Blachar, die tevens IMA-president was, geen actie zou ondernemen – ja zelfs weigerde de indiening van het verzoek te bevestigen.

In plaats van de beschuldigingen te onderzoeken, diende Blachar in Londen een aanklacht in wegens smaad tegen de persoon die de campagne 2009 leidde (tevens de auteur van dit artikel). Wij weerlegden de aanklacht, waarin werd beweerd dat wij de ondertekenaars hadden misleid door hen de petitie onder valse voorwendselen te laten ondertekenen. Ondertekenaars hielpen ons bij ons succesvol weerwoord door tegenover de smaad-advocaten te verklaren, dat zij zich niet misleid voelden. Noam Chomsky [een prominent wetenschapper/activist; red.] was een van degenen die onze inspanningen publiekelijk steunde.

Vorig jaar is opnieuw een poging gedaan om de IMA aansprakelijk te stellen, doordat 71 artsen in Groot-Brittannië opnieuw een beroep op de WMA deden. Ditmaal werd het verzoek ondersteund met een rapport uit 2011 van Physicians for Human Rights-Israel, getiteld Doctoring the Evidence, Abandoning the Victim: The Involvement of Medical Professionals in Torture and Ill Treatment in Israel, inzake het werk van Israelische artsen binnen de inlichtingendiensten, waar het martelen van gedetineerden routine was.

Waarom, zo vroegen de indieners in 2016, hebben artsen die bij deze eenheden zijn geplaatst de gedetineerden geen bescherming geboden en waarom protesteerden zij niet tegen hun behandeling? En waarom heeft de IMA niet gehandeld in het verlengde van rapporten daarover, zoals dat op basis van de WMA-normen het geval zou moeten zijn?

vervlogen hoop
Ditmaal hoopten wij dat de internationale reputatie van de prominente Britse medicus Sir Michael Marmot, die toentertijd WMA-president was, enige invloed zou kunnen hebben in een zaak die een voortdurende ondermijning betekent van het principe dat wereldwijde regulering van het ethische gedrag van artsen evenwichtig en effectief is.

Marmot stuurde ons – anders dan zijn voorganger – een bevestiging van ontvangst, maar kort daarop zagen wij tot onze verbijstering op de website van het Simon Wiesenthal Center een ​​brief van Marmot aan het centrum.

Deze bleek gericht aan dr. Shimon Samuels, directeur internationale betrekkingen in het Simon Wiesenthal Center en er stond in te lezen, dat met betrekking tot eerdere claims inzake marteling ‘onderzoeken niet hebben uitgewezen dat er door de Israeli Medical Association in onderhavige zaken fout of verkeerd is gehandeld’.

Dit is volstrekt onjuist. Physicians for Human Rights-Israel heeft jarenlang geprobeerd de IMA zover te krijgen dat zij een ​​dergelijk onderzoek zou uitvoeren, maar moest vaststellen dat deze daartoe consequent niet bereid was. ‘Aanhoudende en herhaalde pogingen om de aandacht van de IMA te vestigen op zaken die verdenkingen wekken van betrokkenheid van artsen bij foltering en wrede of vernederende behandelingen, werden niet inhoudelijk behandeld’, zo concludeerde de organisatie in 2011 in Doctoring the Evidence.

De IMA heeft in 2009 onderzoek gedaan naar getuigenissen van slachtoffers van folteringen die in 2007 door het Public Committee Against Torture in Israel waren verzameld, maar concludeerde na een paar telefoontjes dat de beschuldigingen ongegrond en onjuist waren omdat deze op geen ander bewijs berustten ‘dan alleen het woord van de gevangenen’. ‘Die conclusie haalde de klachten van slachtoffers op voorhand en effectief onderuit.’

niet berekend op haar taak
Marmot verschafte met zijn eerdergenoemde brief aan Samuels de IMA feitelijk een propaganda-overwinning. Niet alleen deed hij daarbij onjuiste uitspraken, hij bood de IMA – onmiddellijk en publiekelijk – vrijspraak. Dit was een heuse propagandacoup, afkomstig van de WMA-president zelf, die geacht werd te spreken namens de hele organisatie. Daarvan is vervolgens in de media melding gemaakt, onder meer in The Jerusalem Post, onder de kop: ‘World Medical Association bevestigt vertrouwen in Israelische artsen in reactie op de BDS-campagne.’

Na herhaalde pogingen om via de WMA de IMA aan te spreken op een overtuigende hoeveelheid bewijslast waaruit blijkt dat het medische establishment in Israel – op zijn minst – een systeem van marteling van gevangenen mogelijk maakt, moet de focus nu worden verschoven naar de WMA zelf.

Helaas lijkt de WMA, zoals het geval met Israel illustreert, niet bereid om op te treden tegen landen met machtige vrienden als de Verenigde Staten. De WMA is een stuk minder terughoudend in het uiten van haar bezorgdheid als het gaat om minder machtige landen als Iran of Bahrein, om er maar twee te noemen.

Wij moeten daarom concluderen, dat ’s werelds medische waakhond, medeplichtig is aan bestaande misstanden in Israel en dat zijn vermeende missie om ethische normen wereldwijd te handhaven, een schijnvertoning is.

Dit is slecht nieuws voor Israelische artsen die zich zorgen maken om  compromitterende onethische praktijken. En nóg slechter nieuws voor Palestijnse gedetineerden, die nauwelijks op bescherming kunnen rekenen.

bron: The Electronic Intifada (Chicago), 17 november 2017

Derek Summerfield is een in Londen gevestigde arts die al 25 jaar betrokken is bij mensenrechtencampagnes met betrekking tot Israel/Palestina

vertaling: Rudi Cornelissen

Kunstenares Ingrid Rollema zet zich al bijna een kwart eeuw in voor de kinderen van Gaza: ‘Ik ben dat kaboutertje dat ermee door moet gaan’

Carl Stellweg

Bij een kunstenares die ‘oorlog’ expliciet tot thema van haar werk heeft verklaard, verwacht je een onverbiddelijke verschijning. Strenge uitdrukking, zwarte kleding, zwarte make-up, zwart en strak naar achteren gekamd of gebonden haar, zoiets. Een type Ans Markus.

Je verwacht geen type Ingrid Rollema: kunststof vlinders in het haar die vrolijk meewiebelen op de bewegingen van haar hoofd, een groot kapsel dat op diezelfde bewegingen meedeint, losse, kleurige kleding, uitbundige make-up en een blijmoedigheid waarvan je al snel beseft dat die onverwoestbaar is.

Het is het soort blijmoedigheid dat haar, tegen de stroom in, heeft geholpen te blijven doen wat ze al een kleine kwart eeuw in de Strook van Gaza doet: kinderen bijstaan die zowel geestelijk als lichamelijk zijn aangetast door de bittere omstandigheden in deze belegerde menselijke vuilstortplaats aan zee. Door hen iets te geven waaraan in de Strook van Gaza misschien wel het meest behoefte is: waardigheid. Waardigheid en zelfrespect door middel van zelfexpressie, aan de hand van kunst en cultuur: beeldende kunst, muziek en dans, theater, lezen en schrijven.

Rollema heeft veel tegenslagen overwonnen, heeft de toestand in de Strook van Gaza gaandeweg zien verslechteren, heeft soms zelfs gevreesd voor haar leven. Maar de organisatie waarmee zij samen met anderen haar activiteiten ontplooit – de Holland Office for Personal Encouragement, kortweg HOPE – is tegenwoordig professioneler dan ooit.

Betekent dit dat ze zelf hoopvol is gestemd? Niet echt. Ze heeft het gevoel dat de Strook van Gaza een gruwelijk laboratorium is, dat de bevolking er is onderworpen aan een verschrikkelijk experiment. ‘Het is alsof hun levens stapje voor stapje minder waard worden gevonden en dat het zal eindigen met hun totale collectieve ondergang. En dan kan de wereld roepen dat het nooit had mogen gebeuren, maar dat zal dan weer eens te laat zijn.’

Betekent dit dat het vechten tegen de bierkaai is wat ze doet? Ja en nee. ‘Het heeft altijd zin. In ieder geval meer zin dan de boel in de steek laten. En wie weet zal wat anderen en ik doen in een volgend leven wel een wezenlijk verschil maken. Wie weet bouwen we aan een betere toekomst, ook al is dat er een die wij zelf niet meer zullen meemaken. Wie weet kan dat de expertise die wij hebben ontwikkeld, ook elders worden ingezet. Dat laatste weet ik trouwens wel zeker. Wanneer je dat werk doet, moet je over je persoonlijke grenzen heen kijken.’

Ingrid Rollema werd in 1953 in Den Haag geboren. Ze voelt dat ze de Tweede Wereldoorlog in haar genen heeft. Ze heeft natuurlijk ook de wederopbouw meegemaakt en actief geproefd van de vrijheidsdrang die in de jaren 60 en 70 heerste. De wereld was toen nog maakbaar. Ze is inmiddels wel wat wijzer geworden. Maar anders dan bij nogal wat babyboomers het geval schijnt te zijn, heeft het oude idealisme haar ondanks alles niet verlaten en is zij ongevoelig gebleven voor status en bezit. ‘Je wilt je aan dingen blijven wijden die ertoe doen.’

Als tiener rook ze eerst aan het toneel, maar studeerde in 1977 af aan de Academie voor de Beeldende Kunsten in Rotterdam, afdeling beeldhouwen. Uitdrukking geven aan persoonlijke muizenissen en zielenroerselen heeft zij als kunstenares altijd ‘volstrekt oninteressant’ gevonden. Wat haar fascineert zijn de grote kwesties, de grote problemen: schaarste, geweld, gewin. En daaraan gekoppeld het individueel menselijke: vandaar de vele portretten die zij heeft gemaakt.

Ze ging onder meer volkerenrecht studeren om beter te begrijpen hoe de wereld in elkaar zat. ‘Ik had ook journalist kunnen worden, maar het voordeel van beeldende kunst is dat het directer is, dat het – als je het goed doet – de kern raakt, en ook dat je een driedimensionaal object creëert, iets tastbaars dat je aan de wereld toevoegt, waardoor je het idee hebt dat je die wereld al een beetje hebt veranderd.’

Met de Palestijnse zaak kwam ze in aanraking via een vriend, Willem Vugteveen, die in Drenthe werkzaam was in de geestelijke gezondheidszorg, en die zelf Fathi Arafat kende – arts, broer van Yasser Arafat en oprichter van de Palestijnse Halve Rode Maan. Van hem kwam het idee om het leven van de kinderen in de Strook van Gaza draaglijker te maken door middel van kunstzinnige activiteiten. ‘Niet bij wijze van therapie,’ verduidelijkt Rollema, ‘maar wel vanuit het besef dat artistieke bezigheden en de wijze waarop kinderen hierop reageren aanknopingspunten bieden voor therapeutische behandeling. Vandaar dat wij in nauw contact staan met professionals uit de gezondheidszorg.’

En zo kwam het dat Rollema vroeg in de jaren negentig voor het eerst voet op de bodem van Gaza zette en kennis maakte met de Arabische wereld. Het was wel een ander Gaza dan tegenwoordig. Vrijer, kosmopolitischer. ‘Je zag geen gesluierde vrouwen, ze liepen er nog rond in pettycoats, er waren meer mensen die hun talen spraken, je kon zonder problemen een borrel drinken, en ik heb heel wat leuke feesten meegemaakt. Tegenwoordig grijpen mensen terug op hun tradities en keren ze zich meer en meer van het Westen af, omdat ze er toch niks goeds van te verwachten hebben. Mannen die ik vroeger probleemloos een hand kon geven, willen die niet meer aannemen. Er is een culturele verarming. Maar destijds schiep Fathi een kunstminnend klimaat, en dus kwamen er veel kunstenaars over, zowel uit de regio zelf als uit Europa. Wij wilden iets goeds doen, maar het was ook behoorlijk ongeorganiseerd en heel erg zorgeloos.’

Rollema zelf begon met vier kleurpotloden, en een paal die ze in een houtbewerkingsplaats op de kop tikte en meenam naar het gebouw van de Rode Halve Maan in Khan Younis, in het zuiden van de Strook van Gaza, waar de door Fathi beoogde activiteiten plaatsvonden. Ze had twaalf kinderen om zich heen, brak dus elk potlood in drieën en promoveerde de paal tot totempaal, waarop de kinderen hun levensverhaal konden tekenen. De volgende dag meldde het eerste kind zich al om half zeven ’s ochtends. Dat was het begin.

Het breekpunt deed zich voor toen een meisje dat twee jaar lang haar mond niet had open gedaan, weer begon te praten. ‘Toen voelde ik mij een enorme verrader. Waarom? Omdat ik straks weer naar Nederland ging en wel weer eens terugkwam. Dat was te vrijblijvend. Ik zei tegen Willem Vugteveen: Willem, ’t is nu kiezen of kavelen. Of ik ga weg en ik blijf voortaan weg, of wij gaan hier iets serieus opzetten.’’

Aldus werd de basis gelegd voor het Holland Office for Personal Encouragement, een naam die Rollema aanvankelijk niet kon bekoren, maar standhield. Sindsdien gaat ze twee à drie keer per jaar telkens voor een dag of tien naar de Strook van Gaza, in het gezelschap van Nederlandse kunstenaars: poppenspelers, schilders, fotografen, beeldhouwers, enzovoort. Wanneer er ‘gedoe’ is – dat wil zeggen: oorlogsgeweld – krijgt ze zelden iemand mee, maar gaat zij zelf nog wel. Ze wil niet beweren dat ze nooit bang is geweest. Integendeel, ze heeft wel eens doodsangsten uitgestaan: bijvoorbeeld toen zij op bezoek was bij een bevriende arts en het huis van de buren door een tank werd opgeblazen. ‘En dan gaat er in één keer een hele familie aan,’ zegt ze droog, maar niet zonder emotie.

Nogal wat tegenslagen moesten worden overwonnen. Zo raakte HOPE een aantal keren alle plaatselijke medewerkers kwijt, omdat die ook werkten voor de UNRWA en deze VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen decreteerde dat hun personeel er geen ander baantje op na mochten houden. ‘Dat deed de UNRWA om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen werk hadden,’ zegt Rollema. ‘Maar het betekende ook dat wij een aantal keren helemaal opnieuw moesten beginnen.’ Daarnaast trokken, door de culturele verarming, steeds meer kunstenaars en andere medewerkers weg uit Khan Younis, dat het hoogste werkloosheidscijfer in de hele strook heeft, naar het relatief welvarender Gaza-Stad.

De culturele armoede is en blijft een van de grootste obstakels. De kinderen van Gaza vertonen alle vertrouwde symptomen van kinderen die opgroeien in een conflictgebied: ze leren het bedplassen niet af, kunnen zich nauwelijks concentreren en blijven achter in hun lichamelijke ontwikkeling. Rollema: ‘Ze zien er op hun zestiende soms nog uit als twaalf.’ Ook zijn er opmerkelijk veel blinde en dove kinderen. Maar wat het werk, ondanks het aanwezige teken-, dans- en toneeltalent onder de kinderen, vooral  zo moeilijk maakt, is het gebrek aan culturele referenties. ‘Wanneer je in Nederland jezelf als kunstenaar aan kinderen presenteert, hebben zij wel een bepaald beeld van je. Zij weten wat een schilderij is, zij hebben wel eens gehoord van Hollandse meesters. Hier hebben ze echt geen idee wat je komt doen. Zelf hebben wij natuurlijk het meeste weet van Europese kunst. Daar hoef je helemaal niet mee aan te komen. Maar ook van hun eigen erfgoed zijn ze amper op de hoogte.’

Er is, betoogt Rollema, bijzonder weinig oog voor de eigen woonomgeving. ‘Als je hen wijst op de geschiedenis van Khan Yunis, dan weten ze niets. Dat dit een oud kruispunt was van handelsroutes, dat hier nog een kasteeltje staat. Dat komt omdat ze vluchtelingen zijn. Ze zien hun verblijf hier als tijdelijk. Dit is in hun ogen een overgangssituatie, al duurt die al generaties.’ Dat is geen vrijwillige keuze van de kinderen en om hun leven wat draaglijker te maken, is het van belang die gestolde mentaliteit, dat steriele vluchtelingenethos, te doorbreken. ‘Wanneer je hun horizon verbreedt, hun aardrijkskundige kennis vergroot, ze uitlegt wat zoiets als een trein is, hun fantasie prikkelt, creëer je ruimte in hun hoofd, een veilige haven waar ze voor de oorlog kunnen schuilen. Uiteindelijk is kennisoverdracht het enige dat helpt. Van twee kanten wel te verstaan. Want wij kunnen de kennis die wij dààr hebben opgedaan hier weer overdragen aan politici en opiniemakers, en zodoende begrip en solidariteit kweken.’

Zoals gezegd, de stichting HOPE is geprofessionaliseerd. Rollema heeft vooral waardevolle ondersteuning gevonden bij mede-kunstenares Suzanne Groothuis, die tegenwoordig ook vaak naar de Strook van Gaza gaat en er dan zes weken aan één stuk verblijft. De reikwijdte van de activiteiten wordt uitgebreid. Zo komt er in de zomer van 2018 een nieuw digitaal platform, waarmee kinderen in de Palestijnse en Syrische diaspora met elkaar in contact kunnen blijven en spelenderwijs hun cultuur levend kunnen houden.

Rest de vraag hoe lang de samenleving in de Strook van Gaza het nog uithoudt. Enkele maanden geleden verklaarde de ziekenhuisdirecteur Mohammed al-Astal uit Gaza in een interview met Soemoed dat er dit jaar een einde moet komen aan de blokkade van Gaza, omdat die samenleving anders definitief instort. ‘Ik weet niet precies wat hij daarmee bedoelt,’ zegt Rollema peizend. ‘De situatie is al verschrikkelijk, maar het leven gaat door. Stapje voor stapje wordt het slechter. Totdat er, inderdaad, iets echt heel ergs en onomkeerbaars gebeurt. Ik heb wat dat betreft het idee dat de inwoners van Gaza een soort proefkonijnen zijn.’

Hoe ongezond het leven er tegenwoordig is, blijkt voor haar ook uit hoe zij zich lichamelijk voelt als ze terug is. ‘Dikke benen, wekenlang niet lekker.’ Maar opgeven is geen optie. Ook al weet ze inmiddels dat oorlog altijd zal blijven bestaan, ‘je kunt nog zo vaak van de daken schreeuwen hoe je oorlog kunt voorkomen, het blijft terugkomen.’

Ze hoorde laatst een sprookje, waarin zij zichzelf herkende. Het gaat over het slimme kaboutertje Quicombio, dat een geweldig idee dacht te hebben. Hij legde zijn koning en medekabouters uit hoe het lijden van de mensheid kon worden gestopt. Alle wijze en mooie woorden die waren voortgebracht, alle mooiste dichtregels van alle grote denkers, moesten op gouden herfstbladeren worden geschreven. De herfstwind zou ze vervolgens meenemen en over de wereld verspreiden. Alle mensen van de wereld zouden ze lezen en zij zouden tot bezinning komen. En er zou vrede op aarde zijn.

De kabouters gingen aan het werk. De herfstwind deed haar plicht met verve. Maar toen verschenen de soldaten op de wegen en verpletterden de bladeren onder hun laarzen, artillerie en zware voertuigen. Niemand nam kennis van de kwetsbare schoonheid die met zo veel zorg in de bladeren was gekerfd. Quicombio en de koning en alle kabouters weenden bittere tranen, en de soldaten zeiden: Wat een natte herfst dit jaar.

‘Ik ben dat kaboutertje, dat weet hoe het afloopt,’ zegt Ingrid Rollema, ‘en dat toch door moet gaan.’

Carl Stellweg is journalist en Midden-Oosten-specialist

Oude Stad al-Khalil (Hebron) op de Werelderfgoedlijst van UNESCO – Verenigde Staten trekken zich uit UNESCO terug

Op 12 oktober jl. kondigden de Verenigde Staten aan zich per 31 december 2018 uit UNESCO terug te trekken. De betrekkingen zullen niet volledig verbroken worden, want Washington streeft ernaar begin 2019 een permanente waarnemersmissie tot stand te hebben gebracht.

Als reden voor de stap noemde het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, de kwestie van ‘achterstallige betalingen’ door diverse lidstaten, ‘de noodzaak van fundamentele hervormingen in de organisatie’ en de ‘aanhoudende anti-Israelische vooringenomenheid binnen UNESCO’.  Dat laatste is in Israelische ogen kennelijk een ruim begrip: zo sprak Tel Aviv zich begin juli van dit jaar krachtig uit tegen het besluit van UNESCO om de Oude Stad van Al-Khalil (Hebron) – puur Palestijns/Arabisch van karakter, daterend uit het Mammelukken-tijdperk (1250-1517) – op de werelderfgoedlijst te plaatsen. Dat zich daar de Ibrahimi Moskee bevindt, die ook voor joden een heilige plaats is, doet aan dat besluit niets af. Het heeft er alle schijn van dat de kwestie Al-Khalil het zetje geweest dat Washington tot vertrek heeft aangezet. Tegelijk met de Verenigde Staten kondigde ook de Israelische regering haar vertrek uit UNESCO aan.

Het is de tweede keer dat de Verenigde Staten zich uit UNESCO terugtrekken. De eerdere Amerikaanse boycot (1984-2002) was vooral een uitvloeisel van de Koude Oorlog en de daarmee samenhangende politieke rivaliteit tussen de grootmachten.

De United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization (UNESCO) is op 16 november 1945 in het leven geroepen, onder meer ter bescherming van werelderfgoed – ongeacht nationale, raciale of religieuze kwesties en bepaalde politieke belangen.

BDS Is Facing Serious Repression Precisely Because It Is Seriously Effective

The Palestinian BDS National Committee

In the United States and Europe, an Israeli-induced war of repression against the BDS movement is in full swing.

Elected officials are aggressively seeking to criminalize our free speech and peaceful protest. Their aim is to outlaw and intimidate supporters of our inspiring movement and stop it from achieving freedom, justice and equality for the Palestinian people.

In the United States, polls show that popular support for boycotting Israel or imposing sanctions against it is at an all-time high. Israel’s lobby groups are freaking out! They’re pushing Congress to adopt an anti-BDS law that would punish supporters of international calls for boycotting Israel’s regime of oppression – or its illegal settlements built on stolen Palestinian land – with penalties of up to $1 million and 20 years in prison.

More than twenty states have enacted draconian anti-BDS legislation, condemned by the American Civil Liberties Union (ACLU) as an unconstitutional attack on free speech.

In Europe, as major trade unions, political parties and city councils adopt BDS measures, Israel and its lobby groups are desperately trying to criminalize advocacy for Palestinian rights, including through BDS tactics. Attempts to silence those who criticize Israel’s illegal and oppressive policies include hostile legislation, slander, threats, surveillance and political repression.

Despite this repression, BDS continues to rekindle hope that we can prevail over Israel’s system of oppression.

We count on your support to continue growing our movement’s reach and impact.

____

While a critical UN database listing companies that support the illegal Israeli settlements  through their business activities is expected to be issued soon, Amnesty International is calling on governments to ban Israeli settlement products.

We draw inspiration from National Football League players who have turned down an Israeli propaganda junket and from some of the largest U.S. churches that have divested from Israeli banks or complicit international corporations involved in Israel’s illegal projects in occupied Palestinian land.

As we all face the rise of a racist far-right across the globe, the BDS movement is linking arms with other justice movements to form a hopeful, progressive front for a better future. From Trump’s Wall of Shame on the US-Mexico border to Israel’s Apartheid Wall, from occupied Jerusalem to Standing Rock, our struggles are interconnected, and together we are stronger.

In Europe, among key BDS wins in the past year:

  • Denmark’s third largest pension fund excluded Israeli banks and companies targeted by the BDS movement from its portfolio.
  • Norway’s largest trade union federation, representing close to one million workers, endorsed BDS a full boycott of Israel to achieve Palestinian rights under international law.
  • Following calls to respect BDS, nine acts withdrew from an Israeli-government sponsored music festival in Berlin.
  • The Spanish and Swiss parliaments affirmed that the right to advocate for Palestinian rights through BDS is protected under freedom of speech and association. Barcelona municipality voted for zero business or cooperation with the Israeli occupation and illegal settlements, and dozens of public institutions across the Spanish state declared themselves Israeli ‘Apartheid Free Zones’.
  • The UK government was defeated in court by the Palestine Solidarity Campaign and its allies in a ruling that deems it unlawful for the government to restrict the right of local authorities to divest from companies complicit in Israel’s violations of Palestinian human rights.

We rely on your support to continue succeeding against the escalating attacks on our movement.

November 28, 2017
The Palestinian BDS National Committee (BNC) is the largest coalition in Palestinian civil society. It leads and supports the global Boycott, Divestment and Sanctions movement for Palestinian rights.

Wilt u een abonnement op Soemoed nemen?