januari-februari 2020 | nr 1

Inhoud | jaargang 48, nummer 1 |
  • Er zijn veel mensen in Gaza die de vogels benijden – een interview met schrijver-activist Ahmed Abu Artema (pp. 4-6).
  • Palestijnse rechten – altijd onzeker, steeds verder teruggeschroefd (pp. 7-10).
  • Het Trump-Plan zal geen vrede brengen – de Verenigde Staten en Israel weten dat (pp. 11-13).
  • Kernpunten van het Trump-Plan (p. 13)
  • Tijdbom: het Trump-Plan & de Haram al-Sharif (p. 14).
  • Nieuw aan het Trump-Plan is het racistische karakter ervan (pp. 15-16).
  • Gevangen gehouden en monddood gemaakt: de Palestijnen en het Trump-Plan (pp. 17-18).
  • Hoe doorvoering van het Trump-Plan het internationaal recht schendt (pp. 19-20).
  • Israel kan het apartheidslabel niet langer afschudden (pp. 21-22).
  • In het Trump-Plan vormen de Palestijnen in Israel het volgende doelwit (pp. 23-24).
  • Israel – het aftellen richting Jordanië als ‘alternatief thuisland’ voor de Palestijnen is begonnen (pp. 25-26).
  • Het Trump-Plan maakt duidelijk aan dat de ‘twee staten-oplossing’ van meet af aan een leugen is geweest (pp. 27-29).
  • Palestijnen rest slechts één optie: blijven zitten waar je zit en strijden (pp. 30-31).
  • Het Trump-Plan legt de existentiële wortels van het conflict bloot (pp. 32-33).
  • Niet-aanvalsverdragen tussen Israel en de Golfstaten brengen oorlog dichterbij (pp. 34-35).
  • Een kwestie van geloofwaardigheid van – de VN moet de database inzake de joodse nederzettingen vrijgeven (pp. 36-37).
  • De Verenigde Lijst heeft een nieuwe strategie – maar visie, de partij en partners staan ​​succes in de weg (pp. 38-39).
  • Gantz is niet beter dan Netanyahoe wanneer het om vrijheid voor de Palestijnen gaat (pp. 40-41).
Redactioneel
het Trump-Plan: verdere escalatie

De lang in het vooruitzicht gestelde ‘Deal of the Century’ bleek bij de presentatie in Washington op 28 januari jl. een 181 pagina’s dik document te zijn met de titel ‘Peace to Prosperity’. Het zal de geschiedenis ingaan als ‘het Trump-Plan’. Hoewel, eigenlijk zou het moeten zijn ‘het Netanyahoe/Trump-Plan’. Want het is duidelijk dat de hele benadering die aan het document ten grondslag ligt en de concrete stappen die erin worden bepleit uit de koker van de Israelische premier zijn gekomen.

De kernpunten van het Trump-Plan zijn: annexatie van grote delen van de sinds 1967 bezette Westelijke Jordaanoever, inclusief de joodse nederzettingen en de Jordaanvallei; Jeruzalem blijft de ongedeelde hoofdstad van Israel; en het recht op terugkeer en compensatie van de Palestijnse vluchtelingen – de helft van alle Palestijnen – is van de politieke agenda afgevoerd; dit alles in ruil voor een te vormen Palestijnse entiteit naast Israel – Trumps variant van de zogenaamde ‘twee staten-oplossing’ – op 70 procent van het grondgebied van de bezette Palestijnse Gebieden (ofwel op 15 procent van het grondgebied van het voormalige Mandaatgebied Palestina); deze entiteit is territoriaal versnipperd en geheel door Israel omsloten; van Palestijnse soevereiniteit is geen sprake; nieuw is de administratieve deportatie van rond één derde van de Palestijnse staatsburgers van Israel – door hun woongebied dat aan de Westelijke Jordaanoever grenst, toe te voegen aan de te vormen Palestijnse entiteit.

Zeer verontrustend zijn voorts de hints dat het Trump-Plan een eind wil maken aan de zeggenschap van moslims over de Haram al-Sharif – waar zich de Aqsa-Moskee en de Rotskoepel-Moskee bevinden en die door joden als de Tempelberg wordt aangeduid. Daarmee zou men feitelijk een eind maken aan de Jordaanse voogdij over de Heilige Plaatsen in de Oude Stad van Jeruzalem. Die zou vervolgens aan Israel worden overgedragen. Dat zou een schending betekenen van de historische rol van het Hashemitische koningshuis – sinds de Eerste Wereldoorlog de heersers van (Trans-)Jordanië – zoals door Israel in 1994 in het vredesverdrag tussen Israel en Jordanië is bevestigd.

Volgens de bestaande regeling mogen moslims op de Haram al-Sharif bidden, terwijl niet-moslims deze alleen als toeristen kunnen bezoeken. In het Trump-Plan staat echter te lezen, dat ‘mensen van elk geloof moet worden toegestaan ​​om op de Tempelberg/Haram al-Sharif te bidden’. Voor een buitenstaander klinkt dit redelijk, maar voor de Palestijnen is het alarmerend. Want het doet hen vrezen, dat de Haram al-Sharif op zekere dag gedwongen opgedeeld zal worden – zoals dat eerder is gebeurd met de Haram al-Ibrahimi in Al-Khalil (Hebron), na een slachtpartij in 1994 onder biddende moslims door een religieuze joodse extremist. Een religieus geïnspireerde confrontatie tussen moslims en joodse extremisten – met als inzet zeggenschap over de Haram al-Sharif – lijkt in het verschiet te liggen.

Een verslechtering van de situatie van de Palestijnen in Palestina zal haar effect op Jordanië sowieso niet missen. Want daar heeft ruim de helft van de bevolking een achtergrond als Palestijns vluchteling en zijn er veel familiebanden tussen beide gemeenschappen. De geplande annexatie van de Jordaanvallei is dan ook mede ingegeven door de Israelische politiek om de Palestijnse gemeenschappen aan beide kanten van de grens van elkaar gescheiden te houden.

De Palestijnen wijzen het Trump-Plan als een hernieuwde, frontale aanval op hun positie en op hun rechten unaniem af. Want op basis daarvan zal Israel de militaire controle behouden over het gebied dat zich uitstrekt tussen de Middellandse Zee en de rivier de Jordaan. Daar wonen anno 2020 evenveel joodse Israeli’s als Palestijnen. Om joods-Israelische hegemonie veilig te stellen grijpt Israel sinds jaar en dag naar apartheid.

Bij een eventuele tweede ambtstermijn van Trump zal – met diens plan in de hand – voor Israel gelden: pakken wat je pakken kan ! Tegelijk zal men er alles aan doen – en in de rechts tot rechts-radicale politieke context in Israel is dat onheilspellend – om alle krachten te lijf te gaan, die zich tegen een zich verdiepende één staat-realiteit plus apartheid (blijven) verzetten.

Naast de scherpe afwijzing door de Palestijnen en hun pleitbezorgers hebben regeringen in de wereld overwegend terughoudend tot afwijzend op het Trump-Plan gereageerd. Daarbij wijzen zij erop dat dit op gespannen voet staat met het internationaal recht en zo een werkelijke ‘twee staten-oplossing’ – daar is die weer – in gevaar brengt.

Met een dergelijke opstelling kunnen Israel en de Verenigde Staten best leven. Temeer om dat er vooralsnog niets op wijst, dat op de terughoudende tot afwijzende opstelling stappen zullen volgen dan wel maatregelen zullen worden genomen. Zouden die er onverhoopt komen, dan zullen zij op de inmiddels alom bekende furie van Trump stuiten. Voor bijvoorbeeld een afhankelijk en kwetsbaar land als Jordanië zou dat een riskante politieke koers zijn.

Voor de Palestijnen moet de mokerslag van het Trump-Plan reden zijn om kritisch bij zichzelf te rade te gaan, waar de grote dwaling van het Oslo-proces en de onderlinge verdeeldheid die erdoor is aangejaagd, hen uiteindelijk heeft gebracht. Het laten vallen van de Palestijnse vluchtelingen, het schuiven met de Palestijnen in Israel als pionnen in een schaakspel, de dreiging van annexatie op de Westelijke Jordaanoever, inclusief in Oost-Jeruzalem, en de voortgaande blokkade van de Strook van Gaza moeten dringende redenen zijn om het eensgezind over een andere boeg te gaan gooien.

Er zijn veel mensen in Gaza die de vogels benijden – een interview met Ahmed Abu Artema

Carl Stellweg

De Palestijnse schrijver en activist Ahmed Abu Artema uit de Strook van Gaza legde met een paar facebook-posts in 2018 de kiem voor  de grootschaligste vreedzame Palestijnse protestactie ooit: de Grote Mars van de Terugkeer.

Bijna twee jaar later is het tijd de balans op te maken. Die is, met zo veel slachtoffers, bitter. Maar ook heeft de Grote Mars van de Terugkeer voor eens en altijd iets duidelijk gemaakt: dat de Palestijnen de bezetting nooit zullen accepteren. Eind januari bezocht Abu Artema Nederland. Het NPK organiseerde samen met de studievereniging FFIPP een openbare avond met hem in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam

Als wij zijn eigen poëtische beeldspraak mogen lenen – en misschien mag dat wel, want de status van dichter die sommige media hem toekenden, wijst hij beleefd af – zou je hem een vogel kunnen noemen die betrekkelijk kort geleden aan zijn kooi is ontsnapt, en die toch niet vrij is. Een vogel met een pijnlijke missie, die binnenkort weer naar zijn gevangenis terug moet om vandaaruit, met tal van lotgenoten, zijn onderdrukkers andermaal te trotseren.

Hoe? In ieder geval vreedzaam. Want ook al erkent de Palestijnse Abu Artema dat veel van zijn volksgenoten moeite hebben zijn visie te delen, hij blijft erbij dat alleen geweldloos verzet de Palestijnen een uitweg biedt.

Ahmed Abu Artema (35), geboren en getogen in de Strook van Gaza en een van de initiators van de Grote Mars van de Terugkeer, verliet enige maanden geleden zijn woonplaats voor een reis door Europa die hem naar Turkije, België, Italië, Tsjechië, Slovenië en onlangs Nederland voerde.

De reis was logistiek een bezoeking doordat Israel hem nooit zou hebben laten gaan en hij zich dus bij de zuidgrens langs de onberekenbare Egyptische autoriteiten moest loodsen, en kon verder ook geen triomftocht worden. Niets dan barre cijfers had hij immers te bieden: de Grote Mars van de Terugkeer, die op 30 maart 2018 – Yom al-Ard (Dag van het Land) – begon en sindsdien elke vrijdag langs het hek dat Gaza van Israel scheidt plaatsvond, heeft door toedoen van Israelische scherpschutters aan ruim 260 Palestijnen het leven gekost en er tienduizenden verwond. Zo formuleren de meeste media het en dat klinkt weer eens alsof de Palestijnen slachtoffer zijn geworden van een natuurramp, in plaats van dat zij zijn gedood, verminkt en mishandeld door een leger dat bepaald niet handelde uit noodweer: immers, aan Israelische zijde vielen geen slachtoffers, een handvol lichtgewonde militairen daargelaten.

Kortom, het Israelische legeroptreden was gewoontegetrouw excessief. Getuigen spraken van een lafhartige schiettent waarbij zelfs medisch personeel bewust onder vuur werd genomen. Diverse politici uitten hierover hun afschuw, maar het einde van het liedje was dat Israel er weer mee weg kwam. Dat er niet de geringste toename van politieke druk op het land te noteren viel.

In dat licht bezien zou je de Grote Mars van de Terugkeer een tragische mislukking kunnen noemen. Niet voor niets zijn de demonstraties sinds eind december opgeschort. Abu Artema geeft toe dat de tol te zwaar en de respons van de internationale gemeenschap te mager is geweest, en dat het daarom hoog tijd werd voor een strategische herbezinning. Hij verwacht dat de demonstraties komende 30 maart zullen worden hervat, maar dan waarschijnlijk alleen nog maandelijks zullen plaatsvinden.

Wie echter van een mislukking spreekt, beseft niet ten volle in wat voor situatie de Palestijnen zich bevinden. Niets is een mislukking wanneer je geen keuze hebt, en wanneer er heel weinig hoop is, is je idealisme het enige waarop je redelijkerwijs kunt terugvallen. Misschien is dat uiteindelijk de boodschap die Abu Artema zijn Europese gesprekspartners te vergeven heeft: dat de Palestijnen de bezetting nooit of te nimmer zullen accepteren – aan wat voor beproevingen Israel hen ook onderwerpt en hoe straffeloos het dat ook mag blijven doen.

Door zijn recente omzwervingen mag Abu Artema zich waarschijnlijk nu een van de meest bereisde inwoners van Gaza noemen. Zoals bekend kunnen de meesten dit stukje land van nog geen 400 vierkante kilometer niet of nauwelijks verlaten vanwege de al ruim 12 jaar aanhoudende Israelische (en Egyptische) blokkade.

Zelf was hij 26 toen hij voor het eerst de gelegenheid kreeg de openluchtgevangenis die zijn thuis is even achter zich te laten. ‘De Moslimbroeders waren in Egypte aan de macht gekomen en de reisbeperkingen werden versoepeld. Zodoende kwam ik in Caïro terecht en zag ik daar vliegtuigen boven de stad. Ik zei tegen mijn Egyptische vrienden: Nooit eerder zag ik vliegtuigen in de lucht die boodschappers van leven zijn, in plaats van boodschappers van de dood.

Zoals bij wel meer activisten het geval is, leek Abu Artema helemaal niet voor activisme in de wieg te zijn gelegd. Hij kwam in 1984, dus drie jaar voor het losbarsten van de Eerste Intifada, ter wereld, en zijn jeugd werd – zoals die van zoveel Palestijnen – getekend door langdurige uitgaansverboden, gebons op deuren van militairen in het holst van de nacht, razzia’s, vernielingen van huizen en niet te vergeten traangas en nog eens traangas. Maar hij zocht de problemen niet op, vond soelaas in boeken, ontdekte de kracht – en vermoedde de macht – van het woord, van de verbeelding en van denkbeelden. Toen hij begin twintig was, begon hij zelf te schrijven, omdat hij zijn gedachten met anderen wilde delen.

‘Ik geloof in de fantasie, in de scheppende waarde van ideeën,’ zegt hij. ‘Wij kunnen de wereld vormgeven aan de hand van wat wij ons voorstellen. Als wij dat met elkaar delen, is er een kans dat het werkelijkheid wordt. Woorden zijn meer dan alleen maar letters op papier of luchtverplaatsing. De Bijbel begint toch niets voor niets met: In den beginne was het woord?’

In zekere zin is de Strook van Gaza een plek die de fantasie prikkelt, zegt hij. ‘Je rijdt in een kwartier van oost naar west – van de kust naar het hek – en in nog geen uur van het noorden naar het zuiden. Dat is het. Wanneer je wereld zo klein is, ga je vanzelf nadenken over de absurditeit van grenzen, en de waarde van vrijheid. Méér, vermoed ik, dan wanneer je onbelemmerd over grote afstanden kunt reizen, zoals in Europa.’

Het kantelpunt voor hem kwam op een dag in december 2017. President Donald Trump had enige dagen daarvoor aangekondigd de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem te zullen verplaatsen, daarmee het internationaal recht trotserend. Abu Artema maakte met een vriend een wandeling in de buurt van het hek. Niet om er deel te nemen aan de protesten die daar op dat moment waren tegen de beslissing van Trump, maar simpelweg om van de natuur en de buitenlucht te genieten.

‘Toen zei die vriend tegen mij: Kijk, Ahmed, dat hek is er om ons gevangen te houden, maar de vogels die je erboven ziet vliegen, die hoeven zich daar niets van aan te trekken, die gaan waar ze willen.’

Dat was het moment dat Abu Artema pas goed begreep waarom hij de bezetting nooit zou kunnen aanvaarden. ‘Omdat die bezetting mijn dromen om zeep helpt. Een vogel kan vliegen wanneer hij daartoe beslist. Waarom heb ik die bewegingsruimte niet?’

Ahmed vertrouwde zijn vogelmetafoor toe aan facebook en kreeg veel respons. Er blijken veel mensen in Gaza te zijn die de vogels benijden. Hij werkte zijn gedachten nog verder uit en schreef: ‘Wat als wij met 200.000 mensen vreedzaam naar het hek zouden optrekken, het zouden openen en net over de grens een stad zouden bouwen, Bab-al-Shams geheten – Poort van de Zon – naar de beroemde roman van de Libanese schrijver Elias Khoury ? Hebben wij, bewoners van de Strook van Gaza, die voor het merendeel vluchteling zijn, daar niet het recht toe ? Is dat niet beter dan in alle stilte te sterven ?’

Het was, benadrukt hij, niet meer dan een gedachte-experiment, voorzien van #GreatMarchOfReturn. Maar de kiem voor de grootschaligste vreedzame Palestijnse protestactie ooit was ermee gelegd.

De Israelische oorlogsmachine reageerde prompt, en met een bruutheid die, ondanks haar reputatie, velen verbaasden. De propagandamachine liet zich uiteraard ook niet onbetuigd. De Grote Mars van de Terugkeer was niet vreedzaam, maar georkestreerd door HAMAS, schetterde de hasbara, en een regelrechte bedreiging van de Joodse Staat.

Ahmed Abu Artema wijst deze voorstelling van zaken resoluut af. ‘De Strook van Gaza bestaat uit heel wat meer dan HAMAS: als de Grote Mars van de Terugkeer iets heeft aangetoond, dan is het dat wel. HAMAS is een van de vele facties. Alle facties hebben meegedaan, maar in de eerste plaats was het een initiatief van het maatschappelijk middenveld. De Palestijnse samenleving heeft zich zowel in haar diversiteit als in haar eendracht aan de wereld getoond.’

‘Bovendien zijn mensen geen robots, zij zijn niet op afstand bestuurbaar. Denk je dat er zomaar tienduizenden mensen naar het hek zouden optrekken, alleen omdat HAMAS dat verordonneert? En dan nog: van een bedreiging van de joodse staat was geen sprake. De statistieken wijzen dit ondubbelzinnig uit: honderden doden en tienduizenden gewonden aan Palestijnse kant, slechts enkele lichtgewonden aan Israelische zijde. Er is dus geen enkele rechtvaardiging voor wat Israel heeft gedaan, HAMAS of geen HAMAS.’

Abu Artema laatste punt aangaande HAMAS: ‘De nadruk van Israel op deze beweging is niets anders dan een rookgordijn. Vóór 1987 – het jaar dat HAMAS werd opgericht – was er al sprake van een bezetting, van onderdrukking. HAMAS is dus geen oorzaak, maar een gevolg.’

Heeft de reactie van de kant van Israel hem verbaasd? Ja en nee. ‘Dat het met geweld zou reageren, daar twijfelde ik niet aan. Maar de mate waarin onthutste me. Achteraf snap ik het. Juist het vreedzame karakter van de demonstratie was wat Israel verafschuwde, omdat de wereld dan zou zien dat Palestijnen gewone mensen zijn met een al te begrijpelijk verlangen naar vrijheid.’

Israel wil de Palestijnen graag in een cyclus van geweld gevangenhouden, betoogt Abu Artema. ‘Het doodschieten van volstrekt vreedzame demonstranten was een provocatie, een poging tegengeweld uit te lokken. Als dat geweld uitblijft, openbaart zich namelijk een pijnlijke tegenspraak. Israel afficheert zichzelf graag als democratische rechtstaat. Waarom behandelt het ongewapende vluchtelingen dan niet op dezelfde humane wijze als Europese landen vluchtelingen uit Syrië hebben behandeld ?’

Valt daarin dan toch niet een glimp van een overwinning voor de Palestijnen te ontwaren ? In de documentaire van Al-Jazeera over Abu Artema (Witness – Between Fire and Sea: The Man Behind Gaza’s Great March of Return; september 2018; 30 minuten) is te zien hoeveel moeite hij heeft jonge mannen te overtuigen van de noodzaak van vreedzaam verzet. Israel verstaat alleen de taal van het geweld, is wat hij te horen krijgt.

‘Ik ben het daar niet mee eens,’ zegt Abu Artema, ‘omdat wij ons niet kunnen meten met de Israelische militaire macht. Daarom moeten wij vertrouwen op de rechtvaardigheid van ons verhaal. Dat is het enige waarin wij sterk staan, waarin Israel het tegen ons aflegt. Maar de gevoeligheid van veel Palestijnen voor de lokroep van het geweld begrijp ik al te goed. Het leed van de bezetting is aan geen enkele Palestijnse familie voorbijgegaan. In elke familie is er wel iemand door Israel gedood,  verwond, gevangengezet of geruïneerd. Dit heeft geleid tot de overtuiging dat het noodzakelijk is om Israel pijn te laten lijden. Een prijs te laten betalen voor wat het doet.’

Maar dat de Palestijnen zich tijdens de Grote Mars van de Terugkeer desondanks voor de overgrote meerderheid niet hebben laten verleiden tot het tegengeweld waarop Israel hoopte – schuilt daarin, nogmaals, dan toch niet een soort triomf?

Abu Artema deinst terug voor een dergelijke interpretatie. ‘Ik zou mij generen voor de vele slachtoffers als ik ook maar enige vorm van triomfalisme aan de dag zou leggen.’

Wat is dan de balans die hij uiteindelijk opmaakt ? ‘Ik zie het zo: de Grote Mars van de Terugkeer is, of was, een episode in de strijd van de Palestijnen voor gelijkheid en gelijkberechtiging. Zij was niet de eerste episode, noch zal zij de laatste zijn. Of we nu spreken van een mislukking of niet, dat verandert helemaal niets aan het simpele feit dat we moeten doorgaan. Omdat we geen andere keuze hebben.’

Maar hoe lang moet dat nog duren? Abu Artema zucht. ‘Wie zal het zeggen? Misschien wel tien jaar, twintig jaar. Nogmaals, we hebben geen keuze. De internationale gemeenschap heeft die echter wel: die kan kiezen tussen macht en moraliteit. Ik wil er tussendoor nog even op wijzen dat er twee soorten internationale gemeenschap bestaan: een officiële en een niet-officiële. De niet-officiële bestaat uit burgers, en lijkt steeds meer onze kant te kiezen. De officiële, bestaande uit overheden, houdt nog vast aan de Israelische macht. Maar hoe meer de macht door de moraliteit wordt geïsoleerd, hoe groter de kans dat die macht breekt. En dat is waar we naar moeten blijven streven. Tot het bittere eind, ja.’

Carl Stellweg is journalist, publicist, Midden-Oostenspecialist en mede-oprichter van het Grote Midden-Oosten Platform

Kernpunten van het Trump-Plan

Op 28 januari heeft president Donald Trump in het Witte Huis, in aanwezigheid van premier Benjamin Netanyahoe, zijn lang verwachte ‘Vredesplan voor het Midden-Oosten’, de ‘Deal of the Century’, ofwel ‘Het Trump-Plan’ gepresenteerd. Een juistere aanduiding zou zijn ‘Het Trump-Netanyahoe-Plan’, want het is geheel vanuit de Israelische positie opgesteld – zonder enige inbreng van de Palestijnen.

Dit zijn de belangrijkste punten van het Trump-Plan:

  • De Palestijnen moeten Israel erkennen als de Natie-Staat van het Joodse volk [lees: de Palestijnen in Israel – de autochtone bevolking – blijven tweederangs burgers in eigen land]
  • Israel zal de veiligheidscontrole in het gehele gebied ten westen van de rivier de Jordaan in handen houden [lees: voortzetting van de bezetting], waardoor Israel een permanente oostelijke grens krijgt [lees: de Palestijnen zijn volledig ingesloten, een te vormen Palestijnse entiteit heeft geen buitengrenzen en de Palestijnen in Palestina worden gescheiden gehouden van de grote Palestijnse bevolkingsgroep in Jordanië]
  • Het plan bevat een routekaart voor de oprichting van een Palestijnse staat [dat wil zeggen een Palestijnse entiteit bestaande uit een serie territoriaal van elkaar gescheiden gebiedjes, die door aparte wegen, tunnels en bruggen met elkaar verbonden zijn]
  • HAMAS moet worden ontwapend en de Strook van Gaza moet worden gedemilitariseerd [lees: een recept voor aanhoudende onderlinge Palestijnse strijd]
  • Jeruzalem moet verenigd blijven onder de controle van Israel [de Palestijnen mogen een buitenwijk van Oost-Jeruzalem uitroepen als hoofdstad van een te vormen Palestijnse entiteit]
  • Religieuze locaties moeten open blijven, dan wel opengesteld worden voor alle geloven [lees: joodse gelovigen op de Haram al-Sharif – een recept voor confrontatie tussen moslims en joden]
  • Er zullen geen Palestijnen of joodse Israeli’s uit hun huizen worden verdreven [lees: consolidatie van de joodse nederzettingen en landruil om van grote aantallen Palestijnse staatsburgers van Israel af te komen]
  • ‘Er is geen recht op terugkeer naar, of vestiging van Palestijnse vluchtelingen in de Staat Israel’ [terugkeer naar een te vormen Palestijnse entiteit uitsluitend met toestemming van Israel]

 

Nieuw aan het Trump-Plan is het racistische karakter ervan

Saree Makdisi

Vanuit het perspectief van Washington telt het Palestijnse lijden niet – omdat de Palestijnen zélf er niet toe doen.

Vrijwel niets in de zogeheten ‘Deal of the Century’ – hierna het Trump-Plan – dat 28 januari jl. openbaar is gemaakt, verschilt wezenlijk van de dubieuze plannen, voorstellen, initiatieven, routekaarten en memo’s die door opeenvolgende Amerikaanse regeringen zijn ingebracht – bovenop het oorspronkelijke kader van de Oslo-Akkoorden van begin jaren 1990. Wat wél nieuw is, is het grove denken dat uit het 181 pagina’s tellende document spreekt.

De inhoud van het Trump-Plan is grotendeels bij elkaar gesprokkeld uit eerdere documenten en concepten die, via het Camp David-overleg van 2000, teruggaan tot ‘Oslo’. Ook nu wordt gerefereerd aan de zogenaamde ‘twee staten-oplossing’, die bestaat uit één echte staat (Israel) en een serie van elkaar gescheiden stukken grond, die ten hoogste als een proto-staat kan worden aangeduid. Deze precaire entiteit zal niet de controle hebben over haar waterbronnen, luchtruim, grenzen, of zelfs over de wegen, tunnels en bruggen die de verschillende delen met elkaar moeten verbinden. Voorts zal zij volledig ontwapend zijn, op een symbolische ‘veiligheidsmacht’ na, waarvan de enige functie is om zichzelf maar vooral de andere staat te beschermen. Zij zal iets van een ‘hoofdstad’ hebben op de grond van enkele Palestijnse getto’s ten oosten van Jeruzalem. Palestijnen mogen die hoofdstad elke naam geven als die maar niet ‘Jeruzalem’ is. De Palestijnse vluchtelingen kunnen hun recht op terugkeer en compensatie vergeten. Kortom, wij hebben hier eerder van doen met een slechte grap dan met een schets van een werkelijke vredesregeling tussen joodse Israeli’s en Palestijnen.

Wat opvalt, zijn niet zozeer de gerecyclede concepten, maar de taal waarin het document is gesteld. Het wordt allemaal in botte termen gepresenteerd, zonder dubbelzinnig taalgebruik, haarkloverijen en omzichtigheid die eerdere soortgelijke documenten kenmerkte.

Op het eerste gezicht lijkt het erop of in het document een ​​politieke en morele gelijkwaardigheid tussen het Israelische en het Palestijns lijden wordt gepresenteerd – alsof het hier gaat om een conflict waaraan beide partijen even schuldig zijn of daarvoor door de jaren heen dezelfde tol hebben betaald. Maar al gauw wordt duidelijk dat de opstellers van de tekst niet eens geïnteresseerd zijn in een dergelijke valse gelijkwaardigheid tussen bezetter en degene die bezet gehouden wordt, tussen degene die onteigent en degene die onteigend wordt, tussen de bulldozer en gebulldozerde. Integendeel: joodse Israeli’s zouden duidelijk meer geleden hebben, zij zijn sterker bedreigd en zij hebben een urgentere en om die reden legitiemere bezorgdheid over hun veiligheid. Israel staat immers bloot aan ‘existentiële bedreigingen’, terwijl de Palestijnen – van wie honderdduizenden zijn verdreven, uitgemoord, belegerd, gebombardeerd, ondervraagd, verbannen, beschoten, gevangengenomen, gemarteld en uitgehongerd – geen existentiële bedreigingen kennen – nee, zij vórmen een existentiële bedreiging.

Neem Gaza – of zoals in het document herhaaldelijk wordt gedaan – ‘het probleem’  Gaza, alsof de opstellers in een laboratorium een bijzonder nare bacterie hebben onderzocht. ‘Al ruim tien jaar wordt Gaza geregeerd door HAMAS, een terreurorganisatie die verantwoordelijk is voor de moord en verminking van duizenden [joodse] Israeli’s.’ Het is ‘door toedoen van het beleid van HAMAS’ dat in Gaza ‘een humanitaire crisis dreigt’.

Het punt hier is niet dat de opstellers van het document de schade die aan de Palestijnen in Gaza is toegebracht als potentieel opvoert, tegenover daadwerkelijke moord op en verminking van joodse Israeli’s. Noch dat het Israelische aandeel in de ‘dreigende humanitaire crisis’ volledig buiten beeld blijft – alsof er geen blokkade, bombardementen en grootschalige militaire invallen zijn geweest; alsof niet dichtbevolkte woonwijken volledig van de aardbodem zijn weggevaagd, en daarmee de daar woonachtige mannen, vrouwen en kinderen; alsof scherpschutters van het Israelische leger niet opzettelijk de botten van jonge, ongewapende demonstranten hebben verbrijzeld; en alsof er geen sprake is van een methodische, tot op de calorie berekende wetenschappelijk onderbouwde uitmergeling van een hele bevolking. Het punt is dat voor Washington (en Tel Aviv) het Palestijnse lijden eenvoudigweg niet telt bij het opmaken van de balans over de situatie van joodse Israeli’s en Palestijnen.

‘Het oprakelen van oude verhalen over het conflict is niet productief,’ zo wordt in het document gesteld. Maar verhalen uit het verleden worden met betrekking tot Israel wél opgerakeld – over raketten uit Gaza en over de wonderen van de Juni-Oorlog van 1967, tot aan de Bijbel toe. Alleen is het zo dat Palestijnse verhalen net zomin tellen zomin als Palestijnse lijken. Telkens opnieuw wordt in de tekst van het document duidelijk gemaakt, dat slechts één partij hier telt. Wat de andere betreft – deze vormt een obstakel, een ongemak, een ‘probleem’ dat op de een of andere manier moet worden aangepakt. Waarmee moet worden geschoven als dat nodig is voor de ‘realiteit’ – die wel over de ruggen van de Palestijnen tot stand is gebracht en die al decennia bestaat.

Het hoeft niemand te verbazen dat de compromissen van de Palestijnen zullen moeten komen. Zij moeten hun ideologie van ‘vernietiging, terreur en conflict’ loslaten (waarvan joodse Israeli’s vanzelfsprekend verschoond zijn) en zij moeten terrorisme (opnieuw) afwijzen en de Staat Israel voor de zoveelste keer erkennen. Er is een lange en gedetailleerde lijst van hervormingen die de Palestijnen moeten doorvoeren. Als dat allemaal naar tevredenheid van Israel is gebeurd, dan kan Tel Aviv eventueel en onder de juiste omstandigheden, overwegen een commissie te vormen die tot taak heeft  plannen voor te bereiden voor mogelijk overleg over de haalbaarheid van het opstellen van de kaders voor onderhandelen over een eventueel te stichten staat. Eventueel.

Het gaat hier om het terugvallen op een Amerikaans-Israelische stijl van ‘onderhandelen’ die – met voorbijgaan aan ‘Oslo’ – teruggaat tot de jaren zeventig: de Palestijnen moeten zich volledig overgeven, waarna de joodse Israeli’s kunnen gaan nadenken over onderhandelingen met hen – en dan alleen met vertegenwoordigers die zij zelf uitkiezen en die voldoen aan hun specifieke criteria voor toelating tot de onderhandelingstafel. In feite gaat een dergelijke stijl van onderhandelen nog verder terug in de tijd – helemaal terug naar John Stuart Mills kolonialisme oude stijl, waarbij Palestijnen in de rol worden gedrukt van onhandelbare bruine ‘kinderen’, wier langzame en pijnlijke vooruitgang in de richting van de beschaving en mogelijk de vorming van een eigen staat zal worden geëvalueerd door hun welwillende blanke Israelische meester.

Het zou langdradig worden om het hele document hier door te nemen en al zijn absurditeiten bloot te leggen: de zorgvuldige en expliciete definitie van wat men daarin ‘de Palestijnse staat’ noemt, niet als een werkelijke staat, maar als ‘gebieden’ met sterk beperkte soevereine bevoegdheden; het loslaten van het internationaal recht en het Handvest van de Verenigde Naties; de obsessie met Israelische ‘veiligheid’; de algehele afwijzing van de rechten van de Palestijnse vluchtelingen; het herhaald benadrukken van ‘de Staat Israel als de Natie-Staat van het Joodse volk’ (waarmee niet alleen de rechten van de Palestijnse staatsburgers van die staat worden genegeerd, maar ook het streven van joden wereldwijd wordt ondermijnd om onderdanen en staatsburgers van andere staten te zijn (wat antisemieten hen van oudsher proberen te ontzeggen door hen van kosmopolitisme te beschuldigen) – vrij van de claims van de Staat Israel op hen; de bespottelijke stelling dat ‘terugtrekking uit gebied dat in een defensieve oorlog is veroverd, een historisch unicum is’. Enzovoort.

Het is van belang om er nogmaals op te wijzen dat de inhoud van dit afschuwelijke document niet echt nieuw is, afgezien van de openlijk geuite racistische gevoelens in het onhandige proza ​​van de schooljongen Jared Kushner – schoonzoon van Trump en de coördinator van dit project. Het zou met andere woorden een grote fout zijn om na van de inhoud van het document kennis te hebben genomen, te klagen over Trumps pompeuze narcisme of Jared Kushners glazige blik, om vervolgens te willen terugverlangen naar de zogenaamd serieuzere dagen van de presidenten Bill Clinton en Barack Obama en hun medewerkers op het Israel/Palestina-dossier Martin Indyk, Dennis Ross, en Aaron David Miller – mannen die zich wat voorzichtiger opstelden, maar die zich, net als Trump, afwijzend opstelden ten opzichte van de elementaire rechten van de Palestijnen, vooral het recht op terugkeer en compensatie – en naar de gehele twee staten-oplossingsindustrie met haar fraai ingerichte kantoren in Washington. De twee staten-oplossing is inmiddels morsdood en van wederopstanding zal geen sprake zijn.

Dit document is het product van een arrogante racistische dronkenschap, van een blinde en groteske zelfoverschatting en van ultieme minachting voor zwaar aangeslagen, onder bezetting levende, maar standvastige en veerkrachtige mensen. Indien de Palestijnen het Trump-Plan afwijzen, zo verklaarde Kushner tegenover CNN: ‘dan zullen zij opnieuw een kans verspelen, zoals zij eerder elke kans die hen geboden is, hebben verspeeld’. Joodse Israeli’s en hun Amerikaanse pleitbezorgers, onder wie de joods-Amerikaanse casinomagnaat Sheldon Adelson, lijken te denken dat zij hun voorwaarden aan de Palestijnen kunnen dicteren – omdat zij een Amerikaanse president te pakken hebben die het om niets anders te doen is dan om zichzelf en die het beleid van zijn regering ten aanzien van de kwestie Israel/Palestina maar al te graag aan zijn schoonzoon en diens medewerkers uitbesteedt.

Maar de Palestijnen luisteren niet naar Kushner. Zij zullen de farce van door Washington gesponsorde initiatieven de rug toekeren, op een effectievere strategie overstappen en daarbij een veel nobeler doel dan een zogenaamd onafhankelijke bantoestan nastreven: de vorming van één democratische en seculiere staat met gelijke rechten voor al zijn burgers – een strijd die door dit document en voortgaand Israelisch maximalisme en annexatie alleen maar zal worden aangemoedigd en deze alleen maar krachtiger zal maken.

bron: The Nation (Washington), 30 januari 2020

Saree Makdisi is een Palestijns/Libanees-Amerikaanse hoogleraar Engelse Taal en Vergelijkende Literatuurwetenschap aan de University of California in Los Angeles en hij is de auteur van Palestine Inside Out: An Everyday Occupation (New York: W.W. Norton & Company, 2019; 416 pp.) and Tolerance Is a Wasteland: Palestine and the Psychogeography of Denial (te verschijnen bij de University of California Press in Los Angeles)

vertaling: Koen Bos

Het Trump-Plan maakt duidelijk aan dat de ‘twee staten-oplossing’ van meet af aan een leugen is geweest

Craig Murray

Trumps zogenaamde ‘vredesplan’ voor Israel en de Palestijnen is belachelijk eenzijdig en leest als onvervalste zionistische propaganda.

Ik heb alle 181 pagina’s van de ‘vredesplan’ van president Donald Trump – hierna het Trump-Plan – gelezen en ik moet zeggen het is adembenemend. Het is niet alleen zo dat de ‘oplossing’ die wordt aangedragen belachelijk eenzijdig is. Dat geldt evenzeer voor de algehele analyse van de kwestie. Het leest allemaal als onvervalste zionistische propaganda.

Het woord ‘geweld’ wordt bijvoorbeeld herhaaldelijk gebruikt. Maar dan uitsluitend in verband met geweld van de kant van Palestijnen. Nergens wordt gesproken over Israelisch geweld tegen Palestijnen, terwijl de verhouding tussen wat betreft het aantal gewelddadige doden aan Palestijnse en aan joods-Israelische zijde de afgelopen tien jaar ongeveer 80:1 bedroeg. De enige vermelding van geweld tegen Palestijnen is een verwijzing naar de verdrijving door Koeweit van Palestijnen, na de Eerste Golfoorlog (1990-1991), toen Irak Koeweit was binnengevallen.

Bij de analyse van de kwestie van de Palestijnse vluchtelingen is het van hetzelfde laken een pak. Nergens wordt in het Trump-Plan verwezen naar het uiterst belangrijke historische feit, dat de Palestijnse vluchtelingen eerder uit Israel zijn verdreven. Het Trump-Plan behandelt hen alsof zij uit het niets komen opdagen – als een ongemakkelijk fenomeen, zoals in het geval van een sprinkhanenplaag. Het hele Trump-Plan is doordrongen van het neerzetten van de Palestijnse vluchtelingen als ‘de ander’:

Benadrukt moet worden, dat veel Palestijnse vluchtelingen in het Midden-Oosten uit door oorlog verscheurde landen afkomstig zijn, zoals Syrië en Libanon die uiterst vijandig tegenover de Staat Israel staan.

Nee ! De Palestijnse vluchtelingen zijn met geweld verdreven uit het gebied dat sinds 1948 Israel beslaat. Families die er twee generaties geleden nog woonden, zijn ontheemd geraakt, ten gunste van families die het gebied claimen omdat hun voorouders er tachtig generaties geleden er zouden hebben gewoond. Dat is een niet te weerleggen feit.

Men kan beweren dat de verdrijving van Palestijnen uit het gebied Israel gerechtvaardigd was vanwege de dringende behoefte aan een staat voor het Joodse volk na de Holocaust. Of dat de verdrijving van Palestijnen uit het gebied gerechtvaardigd was omdat het door God was voorbestemd. En tenslotte kan men beweren dat de verdrijving van Palestijnen uit het gebied betreurenswaardig maar onomkeerbaar is.

Kies het argument dat u wenst, maar weigeren het elementaire feit te erkennen dat de Palestijnse vluchtelingen uit het gebied zijn verdreven, is een ziekelijke lafheid, die het lage intellectuele en morele niveau van het Trump-Plan aangeeft.

Het Trump-Plan stelt de Palestijnse vluchtelingen op één lijn met ‘de Joodse vluchtelingen die werden gedwongen te vluchten uit Arabische en moslimlanden’. Het taalgebruik is hier buitengewoon onthullend. De joodse vluchtelingen ‘werden gedwongen te vluchten’. Er is hier met andere woorden geen terughoudendheid over de claim van slachtofferschap, terwijl er in het geheel geen erkenning is dat de Palestijnse vluchtelingen ‘werden gedwongen te vluchten’ door toedoen van zionistische strijdgroepen en het Israelische leger.

Het is ongetwijfeld waar dat veel joden op schandelijke wijze en onvrijwillig uit diverse Arabische landen zijn weggetrokken en dat hun lijden maar al te vaak over het hoofd is gezien. Maar om te beweren dat de aantallen gelijkwaardig zijn, is het negeren van het feit dat een aanzienlijk deel van de joodse bevolking van Arabische staten vrijwillig naar het nieuwe thuisland vertrokken, terwijl geen Palestijnse vluchteling vrijwillig is vertrokken. Maar het meest in het oog springende feit is dat in het Trump-Plan wordt genegeerd, dat de meerderheid van de joodse vluchtelingen uit Arabische landen in Israel de bezittingen van Palestijnse vluchtelingen toegewezen hebben gekregen. De bewering dat beide partijen recht op evenveel schadevergoeding hebben, is daarom grote onzin.

extreem-zionistische propaganda

De weigering om te erkennen dat de Palestijnse vluchtelingen destijds met geweld zijn verdreven, betekent meegaan in de extreem-zionistische propaganda, waarin wordt beweerd dat het land leeg was voordat joods-zionistische kolonisten zich vanaf het eind van de 19e eeuw in Palestina zijn gaan vestigen om er uiteindelijk in 1948 de Staat Israel te vestigen. Het is een klassieke zionistisch mythe, in andere contexten gebruikt door het Britse imperialisten, blanke kolonisten in Amerika – later de Verenigde Staten – en natuurlijk door Apartheid-Zuid-Afrika.

Nadat het Trump-Plan werd gelanceerd, heb ik mij echt verbaasd dat Twitter overspoeld werd met duizenden tweets waarin werd beweerd dat de Palestijnen als volk niet bestaan. Dit is een gangbare racistische opvatting onder zionistische joden, waartegen in de sociale media niet wordt opgetreden. Ik heb honderden artikelen gelezen over het lafhartige fenomeen van antisemitisme in de reguliere media. Maar ik ben daarin nooit tegengekomen dat extreem-zionistisch racisme in de trant van ‘er bestaat niet zoiets als Palestijnen’  als zodanig in de mainstream media als een probleem is gesignaleerd. Zionistisch racisme vormt wel degelijk een groot probleem en het ligt ten grondslag aan de analyse in het Trump-Plan.

Wanneer men zich er niet toe kan brengen om te erkennen – zelfs niet in een tekst van 181 pagina’s – dat Palestijnen uit het gebied dat sinds 1948 Israel is gaan beslaan, zijn verdreven, dan is de kans dat voorstellen die op deze valse grondslagen zijn gebouwd, solide zullen zijn buitengewoon gering.

drie ‘oplossingen’

In het Trump-Plan worden drie fundamentele ‘oplossingen’ voor het Palestijnse ‘vluchtelingenprobleem’ aangedragen: 1) Alleen degenen die oorspronkelijk ontheemd zijn, worden als vluchteling beschouwd; met andere woorden: hun nakomelingen niet, hetgeen in strijd is met het internationaal recht; 2) Geen enkele vluchteling mag terugkeren naar Israel (ja, dat staat er echt); en 3) Door Israel zal geen compensatie aan de vluchtelingen worden betaald.

Elders heb ik erop gewezen dat de zogenaamde ‘twee staten-oplossing’ voor Israel/Palestina niet meer en niet minder inhield dan het stelsel van ‘bantoestans’ zoals dat in Apartheid-Zuid-Afrika bestond, waarbij de inheemse bevolking in zes zichzelf zelfbesturende en vier zogenaamd ‘onafhankelijke staten’ werd geconcentreerd. De beruchte Bantu Self-Governing Act van 1959 kreeg destijds overigens formeel koninklijke goedkeuring, met koningin Elizabeth II op de troon. Anno 2020 treedt Trump in haar voetsporen.

De grote overeenkomst met  het stelsel van bantoestans, blijkt uit de kaarten die bij het Trump-Plan zijn gevoegd: daaruit komt een verbrokkeld Palestijns landschap naar voren. Want Trump stelt annexatie door Israel van de gehele Jordaanvallei, van Noord-Jeruzalem en grote delen van de Westelijke Jordaanoever voor. Wat aan grondgebied resteert, zal verder worden ondermijnd door 15 soevereine joodse nederzettingen daarbinnen, die door ‘Jewish settlers-only’ wegen met Israel zijn verbonden. Daarmee is Trumps ‘Palestina’ overduidelijk economisch en anderszins niet levensvatbaar.

Maar de voorstellen van Trump over hoe het met ‘Palestina’ zal lopen, maken de bantoestan-vergelijking alleen maar sterker. De beperkingen die in het Trump-Plan aan de zogenaamde ‘Staat Palestina’ worden opgelegd waar het gaat om het ontberen van een eigen leger of veiligheidstroepen, zijn daarbij zelfs groter dan die welke destijds door Apartheid-Zuid-Afrika aan de bantoestans zijn opgelegd. Op basis van het Trump-Plan behoudt Israel voorts het recht om Palestijnse vluchtelingen uit de diaspora te beletten de te vormen ‘Staat Palestina’ binnen te komen. Een ‘staat’ die niet mag bepalen wie zijn burgers zijn, is geen staat.

Maar daar houdt het niet bij op. De ‘Staat Palestina’ krijgt niet de beschikking over territoriale wateren, aangezien die aan Israel zijn vergeven. Dat is in strijd met het VN-Zeerechtverdrag. De ‘Staat Palestina’ is het voorts niet toegestaan om​​ zonder Israelische toestemming verdragen te sluiten. Het is deze zelfs niet toegestaan ​​om een ​​haven te openen, waardoor men wordt gedwongen om goederen via Israelische havens te importeren en exporteren. Met andere woorden, de economische blokkade van Gaza door Israel zal onverminderd doorgaan. Het is duidelijk dat er – nog afgezien van het niet-levensvatbare karakter van het versnipperde grondgebied – in het Trump-Plan geen aanzet wordt gegeven om toe te werken naar het niveau van een administratief-bestuurlijke staat.

Van de kant van de pleitbezorgers in het Westen van de ‘twee staten-oplossing’ had men krachtig protest tegen deze aanslag op hun project mogen verwachten. Niets daarvan.

In veel opzichten is het meest ongelooflijke aan de voorstellen van Trump hoe welwillend westerse staten zich tot nu toe hebben opgesteld. De algemene reactie van Europese regeringen is geweest dat het hier om serieuze voorstellen gaat, waarop de Palestijnen in moeten gaan. Daarbij viel de ronduit belachelijke uitspraak van de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Dominic Raab, dat ‘het hier duidelijk om een serieus voorstel gaat’, te verwachten uit de mond van een regering die in het kader van de Brexit op zoek is naar economische kruimels die de Verenigde Staten op de tafel achterlaten. Maar van de EU hadden de Palestijnen meer verwacht dan de officiële reactie, waarin Trump’s ‘toewijding aan een twee staten-oplossing’ wordt verwelkomd. En wat te denken van Frankrijk dat eveneens ‘de inspanningen van Donald Trump worden verwelkomd’, en van Duitsland dat ‘waardeert dat de president aan de twee staten-oplossing vasthoudt’.

Minder teleurgesteld zullen de Palestijnen geweest zijn in de steun van Saoedi-Arabië en andere Golfstaten aan het Trump-Plan, nadat zijn in Israel een nieuwe bondgenoot in de strijd tegen Iran hebben gevonden.

Dat de internationale gemeenschap – geheel los van de inhoud daarvan – in het Trump-Plan een ‘twee staten-oplossing’ wil zien, moet ons te denken geven.

Herhaaldelijk heb ik betoogd dat de pleitbezorgers van de ‘twee staten-oplossing’ politieke oplichters zijn, die helemaal niet in een levensvatbare Palestijnse staat geloven. Het feit dat de toenmalige Britse premier Tony Blair en de toenmalige Amerikaanse president George Bush jr. – twee toegewijde zionisten – in de Rose Garden van het Witte Huis een ‘twee staten-oplossing’ in het vooruitzicht stelden als onderdeel van hun propaganda voor de oorlog tegen het regime van Saddam Hoessein in Irak, had mensen van goede wil de ogen moeten openen dat dit een doodlopende weg is. De voorstellen van Trump zijn vanzelfsprekend verraad aan de Palestijnen. Maar deze zijn niet uniek voor Trump en zij zijn precies wat Blair, Bush jr. en andere zionistische pleitbezorgers altijd al hebben bedoeld.

exit ‘twee staten-oplossing’

Er bestaat helemaal geen haalbare ‘twee staten-oplossing’. Want het creëren van een levensvatbare Staat Palestina naast een levensvatbaar Israel zou een in onze dagen zeer ongewenst gedwongen vertrek van bevolkingsgroepen met zich meebrengen. De enige langetermijn oplossing voor Palestina/Israel is – net als in Zuid-Afrika – één enkele staat waarin iedereen een stem heeft en iedereen gelijk wordt behandeld, ongeacht etniciteit, geloof of geslacht.

Trump heeft het al met al met deze belachelijk oneerlijke voorstellen zo slecht nog niet gedaan. Want hij heeft de holheid van de ‘twee staten-oplossing’ aangetoond en het voorwendsel ontkracht dat deze kunstgreep – op de weg naar vrede – recht zou doen aan de Palestijnen.

bron: consortiumnews.com (Verenigde Staten), 2 februari 2020

Craig Murray is publicist en mensenrechtenactivist; hij was van augustus 2002 tot oktober 2004 de ambassadeur van Groot-Brittannië in Oezbekistan en van 2007 tot 2010 rector van de Universiteit van Dundee (Schotland)

vertaling: Koen Bos

Israel kan het apartheidslabel niet langer afschudden

Jonathan Ofir

Met zijn zogeheten ‘Deal of the Century’ heeft president Donald Trump de wereld zijn ‘visie’ inzake Israel-Palestina kenbaar gemaakt. Deze komt neer op apartheid. Ondersteunende kaarten visualiseren het bantoestan-model.

Op 2 februari jl. tweette de militante Israel-lobbygroep Anti Defamation League (ADL), afdeling New York:

Israel ‘kan op geen enkele manier worden vergeleken’ met Apartheid-Zuid-Afrika, dat ‘bantoestans oplegde’ – verarmde autonome thuislanden waarvan de grenzen waren ontworpen om economisch levensvatbaar land buiten te sluiten – aan 12 miljoen zwarte Zuid-Afrikanen.

Toch is dat precies de vergelijking die nu kan worden gemaakt.

Het hoofd van de Palestinian Mission in Groot-Brittannië, Husam Zomlot (voorheen hoofd van de Palestinian Mission in de Verenigde Staten):

28 januari 2020, markeert voor Israel de officiële juridische goedkeuring door de Verenigde Staten om een ​​volwaardig apartheidssysteem te implementeren

De Palestijns-Amerikaanse politiek analist en directeur van de US Campaign for Palestinian Rights, Yousef Munayyer, in de kolommen van The Guardian:

Palestijnen krijgen een afgeknotte en uiteengereten archipel van bantoestans aangeboden

De Israelische mensenrechtenorganisatie B’Tselem stelt dat het hier ‘niet om vrede maar om apartheid’ gaat en met een woordspeling op de boektitel Palestine: Peace Not Apartheid van oud-president Jimmy Carter. B’Tselem wordt dit als volgt toegelicht:

Palestijnen … zullen worden verbannen naar kleine, geheel omsloten, geïsoleerde enclaves, zonder controle over hun bestaan, aangezien het plan de fragmentatie van de Palestijnse leefruimte in van elkaar losgekoppelde stukjes territorium in een zee van Israelische controle permanent maakt – niet anders dan in het geval van de bantoestans in het voormalige Apartheid-Zuid-Afrika.

Israel heeft elke vergelijking met apartheid steeds hard proberen te vermijden en te bestrijden. Toch is ook door zijn eigen leiders op het gevaar van apartheid gewezen. Zo waarschuwde in 2017 oud-premier Ehoed Barak voor een ‘hellend vlak’ richting apartheid. Links in Israel had er geen remedie tegen. Wanneer wij bijvoorbeeld het diplomatieke werkplan uit 2016 van de toenmalige leider van de Arbeidspartij, Isaac Herzog (inmiddels hoofd van de Jewish Agency), bekijken, dan was het allemaal ‘afscheiding’ wat de klok sloeg – geen vrede.

De Israelische hoogleraar Neve Gordon schreef dat ‘het diplomatieke werkplan van Herzog erg veel op apartheid leek’:

Als wij goed naar het werkplan van de Arbeidspartij kijken, dan wordt de logica erachter duidelijk: omdat de vorming van een Palestijnse staat in de nabije toekomst moeilijk voorstelbaar is, zou Israel er zich niet langer voor moeten schamen om Palestijnen in bantoestans onder te brengen.

Het ‘hellend vlak’ van Barak was echter een poging om het feit te verdoezelen dat Israel al heel lang apartheid praktiseert. Het belangrijkste argument dat daarbij wordt aangevoerd om de beschuldiging van apartheid af te slaan, luidde steevast dat de bezetting van 1967 slechts van tijdelijke aard was [inmiddels zijn wij 50 jaar verder; red.] . De uitdaging daarbij was om de algehele Israelische controle te beschrijven als iets anders dan apartheid, en de Palestijnse ‘staat’ als iets anders dan een bantoestan. Maar dat laatste was in werkelijkheid alles wat Israel voor de Palestijnen in petto had.

Het ‘genereuze aanbod’ van Barak in Camp David in 2000 kwam neer op bantoestans. Toenmalig premier van de Arbeid(er)spartij Yitzhak Rabin had de Knesset in 1995 beloofd, dat de Akkoorden van Oslo over ‘minder dan een [Palestijnse] staat’ gingen. Likoed-premier Benjamin Netanyahoe had het over ‘een staat-minus’. Daarbij zou het in het gunstigste geval om niet meer dan bantoestans gaan.

De kaarten van Trump verbeelden de bantoestans voor het eerst openlijk. Algemeen worden de reeks Palestijnse enclaves op die kaarten gezien als spiegelbeelden van de Zuid-Afrikaanse bantoestans ten tijde van de Apartheid.

Degenen die vergelijkingen tussen Apartheid-Zuid-Afrika en de Israelische bezettingspraktijken hebben gemaakt, hebben de laatste soms als ernstiger gekwalificeerd:

De Zuid-Afrikaanse hoogleraar John Dugard, voormalig Speciaal Rapporteur voor de Verenigde Naties inzake de Situatie van de Mensenrechten in de Palestijnse Gebieden, schreef in 2004 in een rapport voor de Algemene Vergadering van de VN dat het Israelische apartheidsregime ‘erger is dan dat wat in Zuid-Afrika bestond’. Een decennium later en inmiddels buiten dienst beschouwde Dugard de Israelische misdaden als ‘oneindig veel ernstiger dan die gepleegd door het apartheidsregime van Zuid-Afrika’.

Baleka Mbete, voorzitter van het African National Congress (ANC), zei in 2012 dat het Israelische regime ‘veel erger is dan Apartheid-Zuid-Afrika’.

De Israelische schrijver en journalist (medewerker van Haaretz) Yitzhak Laor schreef in 2009 dat de apartheid van Israel niet alleen ‘erger’, maar ook ‘meedogenlozer’ is. 

Professor Noam Chomsky zei in 2014 dat het allemaal ‘veel erger is dan apartheid’.

Joodse Israeli’s zijn er zich op de een of andere manier van bewust, dat wanneer je eenmaal in de apartheidsvraag begint te graven, de wortels ervan tot het ontstaan ​​van Israel leiden. In maart 2017 publiceerde de Economic and Social Commission for West-Asia (ESCWA) van de VN een rapport van de professoren Richard Falk en Virginia Tilley, getiteld Israeli Practices towards the Palestinian People and the Question of Apartheid. De studie concludeerde ondubbelzinnig dat Israel Apartheidspolitiek bedrijft en dat het dit al sinds de stichting van de staat in 1948 doet. Het document heeft officieel slechts twee dagen bestaan. Want nadat Israel en de Verenigde Staten erop hadden aangedrongen om verdere publicatie op te schorten, is het rapport van de VN-website verwijderd. De toenmalige Amerikaanse ambassadeur bij de VN, Nikki Haley, die zichzelf de ‘new sheriff in town’ noemde, pochte tegenover een bewonderend AIPAC-publiek [American Israel Public Affairs Committee]:

Dus toen hebben zij [de UN] ons opnieuw op de proef gesteld. Er kwam een ​​belachelijk rapport uit, het rapport [Richard] Falk [en Virginia Tilley]. Ik weet niet wie de man is of waar hij het over heeft, maar hij heeft serieuze [persoonlijke] problemen … [luid gelach van het publiek, inclusief van de gastheer]. … Gaat en vergelijkt Israel met een apartheidsstaat. Dus het eerste wat wij gedaan hebben, is de Secretaris-generaal [van de VN] bellen en zeggen: ‘dit is absoluut belachelijk, je moet [dit rapport] intrekken.’ De Secretaris-Generaal heeft dat onmiddellijk gedaan, waarop de [ESCWA-] directeur ontslag nam! [gejuich van het publiek en een duim omhoog van de gastheer].

Adalah, het Juridische Centrum voor de Rechten van de Arabische [Palestijnse] Minderheid in Israel, heeft een database met ruim 65 Israelische wetten op basis waarvan de Palestijnse staatsburgers van Israel worden gediscrimineerd ten opzichte van de joodse Israel’s. Het gegeven dat – hier Palestijnse – staatsburgers institutioneel worden gediscrimineerd, staat centraal in het begrip apartheid. En daarvan is dus niet alleen sprake in de sinds 1967 bezette Palestijnse Gebieden. Niettemin worden zelfs deze tweederangsburgers door de pleitbezorgers van Israel gebruikt om de claim van Apartheid onderuit te halen. Daarom begint het ADL-informatieblad dat aan het begin van dit artikel al is geciteerd, met hen:

De behandeling van Arabieren [Palestijnen] door de Staat Israel kan op geen enkele manier worden vergeleken met de behandeling van de zwarte meerderheid in Zuid-Afrika ten tijde van de Apartheid. Er is geen Israelische ideologie, politiek of plan van segregatie jegens de Arabische [Palestijnse] bevolking, noch om deze te vervolgen of  slecht te behandelen.

Afgezien van het feit dat dit onjuist is, gaat het hier gewoon om een afleidingsmanoeuvre. Los van het feit dat de Palestijnse staatsburgers van Israel slechts een klein deel van het Palestijnse volk uitmaken en zij het in het algemeen gesproken minder zwaar hebben dan de Palestijnen die bezet gehouden, belegerd of verdreven zijn, past hun situatie nog altijd in het algemene beeld. Israel is geen staat van al zijn burgers, zoals sommigen denken. Het is de Natiestaat van het Joodse Volk en alleen joden hebben nationale rechten, ook wanneer zij buiten Israel wonen.

De ADL probeert de Apartheid-claim te weerleggen met het idee van twee staten:

Bovendien weerlegt het aanvaarden door Israel van een [zogenaamde] twee staten-oplossing, als de uitkomst van bilaterale Israelisch-Palestijnse onderhandelingen, de beschuldiging dat het doel van Israel het vervolgen van Palestijnen is.

Het is inmiddels voor velen duidelijk dat een Palestijnse ‘staat’ waarnaar Trump in zijn ‘Deal of the Century’ verwijst, niets te maken heeft met een werkelijke staat. Het gaat slechts over bantoestans, over het versterken van de apartheid, over het consolideren en bevorderen van door Israel gecreëerde feiten aan de grond. Het gaat over de ultieme controle over Groot-Israel.

De ‘Deal of the Century’ is niet het geesteskind van Trump. Het is de deal van het zionisme, waarvan de basis ruim een eeuw geleden met de zogeheten Balfour Declaration (1917) is gelegd. Trumps ‘New Palestine’ is – terwijl deze aloude zionistische vestigings-koloniale uitgangspunten volgt – een jurk waarmee de oude onderneming moet worden opgedirkt – en waaraan een prijskaartje van 50 miljard dollar hangt. Maar net als in het verhaal van Hans Christian Andersen is de jurk van niets gemaakt en loopt de Israelische apartheid er naakt bij – voor iedereen te aanschouwen.

bron: Mondoweiss, 5 februari 2020

Jonathan Ofir is een Israelische musicus, dirigent en schrijver/blogger, woonachtig in Denemarken

vertaling: Jochem van Oosten

Wilt u een abonnement op Soemoed nemen?