- Het Trump-Plan: onmiddellijke beloning voor Israel, vage beloften voor Palestijnen (pp. 4-5).
- Het grote verraad: waarom Arabische en moslim-leiders het Trump-Plan voor Gaza steunden (pp. 6-8).
- Het grote stilzwijgen van de Arabische Wereld (p. 9).
- Gaza: joodse Israeli’s steunen massaal etnische zuivering, genocide (p. 10).
- Plan schetst grootschalige ‘Humanitarian Transit Zones’ voor Palestijnen in Gaza (pp. 11-12).
- Concentratiekampen – van Algerije tot Gaza (pp. 13-14).
- ‘Geen hartslag’: zwangere vrouwen en ouderen in Gaza worden het zwaarst getroffen door de hongersnood die Israel veroorzaakt (pp. 15-16).
- Behandeling van collectief trauma in Gaza (pp. 17-19).
- Hoeveel van Gaza staat er nog overeind ? (p. 20)
- Database van de Israelische Strijdkrachten: ten minste 83 procent van de doden in Gaza was burger (pp. 21-24).
- ‘Uriah Force’: ongeregelde eenheid joodse kolonisten verwoest huizen in Gaza onder dekking van het Israelische leger (p. 22).
- De geestkracht van Teheran (pp. 25-27).
- Nucleaire wetenschappers zijn al lang het doelwit van geheime operaties – Israel heeft dat beleid uit de schaduw gehaald (pp. 28-30).
- De volgende ronde in de oorlog tussen Israel en Iran is ophanden (pp. 31-33).
- Hoe de VN direct zou kunnen optreden om de genocide in Palestina te stoppen (pp. 34-37).
- Over de noodzaak om Israel uit de Algemene Vergadering van de VN te zetten (pp. 38-39).
- ‘Herziening’ van Artikel 2 van het EU-Israel Associatieverdrag ? – het verband met de eigen wettelijke verplichtingen van de EU (pp. 40-41).
- Zuid-Afrika versus Israel is ‘de sterkste genocide-zaak die ooit voor het ICJ is gebracht’ (p. 41).
- ‘Uiterst behoedzaam opererend’: waarom het ICJ een uitspraak over genocide in Gaza alsmaar uitstelt (pp. 42-43).
- In hun eigen woorden: Israelische leiders steunen etnische zuivering van Palestijnen uit Gaza (p. 44).
- Pressie op ICC om arrestatiebevel Netanyahoe in te trekken (pp. 43-47).
- Het grondgebied overnemen en vervolgens proberen te bewijzen dat de inheemse bewoners er nooit zijn geweest – een interview met Jamila Ghaddar (pp. 48-53).
- Wil je weten waarom joodse Israeli’s onverschillig staan tegenover Gaza ? – kijk dan gewoon een avondje naar de Israelische televisie (pp. 54-55).
- Paramilitaire joodse kolonistengroepen, het leger en Israels plannen met de Westelijke Jordaanoever (pp. 56-58).
- Leger en joodse kolonisten voeren samen collectieve bestraffing uit van Al-Mughayyir (pp. 59-61).
- ‘Operatie IJzeren Muur’ – hoe Israel de demografie van de Westelijke Jordaanoever omvormt (pp. 62-63).
De Strook van Gaza – mens en leefomgeving – zijn na twee jaar genocidale oorlogvoering door Israel verpulverd, voor mensen onleefbaar gemaakt. Daarmee dacht Israel het grondwerk te verrichten voor een hernieuwde (1948, 1967, …), grootschalige etnische zuivering van een deel van Palestina. In die opzet is Tel Aviv niet geslaagd. Inmiddels rekent men op een in de tijd uitgesmeerd massaal ‘vrijwillig vertrek’ van Palestijnen uit Gaza. Want de perspectieven voor hen op een normaal bestaan daar zijn zeer ongunstig. Tegelijk zijn de mogelijkheden voor hen om zich elders in de wereld te vestigen – gegeven de in toenemende mate vijandig opstelling tegenover vluchtelingen – uiterst beperkt.
Inmiddels heeft een door president Donald Trump geforceerd (voorlopig) staakt-het-vuren de Palestijnen in Gaza eindelijk een existentiële adempauze verschaft. Maar daar is dan ook alles mee gezegd. De situatie blijft voor hen onverminderd urgent: de waterkoude winterperiode staat voor de deur; tenten of geïmproviseerde bouwsels zullen daartegen onvoldoende beschutting bieden; de lichamelijke weerstand van de mensen is ernstig verminderd als gevolg van een structureel tekort aan voedsel, medicijnen, langdurige blootstelling aan stress … Velen – vooral kinderen en ouderen – zullen de winter dan ook niet overleven. De genocide gaat zo haar derde jaar in.
Voor westerse regeringen en westerse politici kwam het staakt-het-vuren als geroepen. Twee jaar lang hebben de meesten van hen nagelaten aangegane volkenrechtelijke verplichtingen na te komen en krachtdadig tegen Israel op te treden. Dat is hen op groeiende kritiek komen te staan. Het liefst slaan zij dan ook gauw een pagina om, in de hoop alsnog geen verantwoording te hoeven afleggen voor hun directe of indirecte steun aan Israels oorlogsmisdaden, aan genocide. Zal het daarbij lopen zoals dat door de gelauwerde Egyptisch-Canadese schrijver en journalist Omar El Akkad is verwoord ?: ‘One day, when it’s safe, when there’s no personal downside to calling a thing what it is, when it’s too late to hold anyone accountable, everyone will have always been against this.’ Wie zal het zeggen. In elk geval staat vast, dat Maanland Gaza voorlopig niet uit beeld zal verdwijnen en daarmee op de politieke agenda zal blijven.
Het brengt ons bij de opstelling van de Nederlandse regering en van de (extreem-)rechtse partijen in het (romp-)kabinet van premier Dick Schoof. Ondanks Israels genocidale oorlog in Gaza en de groeiende consensus onder prominente deskundigen dat het hier inderdaad om genocide gaat, bleef de regering, daarin gesteund door een afkalvende meerderheid in het parlement, krachtdadig optreden tegen Israel tegenhouden. Zelfs hield men de grens gesloten voor gewonde Palestijnen die dringend specialistische medische behandeling nodig hebben (andere Europese landen stelden zich hierin wel genereus op). Na verhitte discussies in parlement en in talkshows mocht uiteindelijk een handvol patiënten alsnog voor behandeling naar Nederland overkomen. Die late ‘genereuze daad’ was echter vooral door electorale overwegingen ingegeven. Want de genocide in Gaza is een thema geworden in de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober. Bij het opvoeren van de druk vanuit de samenleving op de regering is van de almaar aanzwellende demonstraties onder de leuz e ‘Trek een Rode Lijn’ – met in Den Haag eerst 100.000, toen 150.000 en vervolgens in Amsterdam 250.000 deelnemers (een van de grootste naoorlogse demonstraties in Nederland) – een belangrijke werking uitgegaan.
Rondom het ingaan van het staakt-het-vuren – en de even ‘spectaculaire’, infantiele als vernederende lancering door president Donald Trump in de Egyptische badplaats Sharm al-Sheikh van een ‘vredesplan’ voor Gaza (over hen, zonder hen) – liet de Nederlandse regering bij monde van demissionair minister van Buitenlandse Zaken, David van Weel, weten dat Nederland een actieve rol wil gaan spelen in organisatie van een donorconferentie over de wederopbouw van Gaza. Voor wie denkt dat het in Den Haag eindelijk is gaan dagen: welnee, deze stap sluit naadloos aan bij de politiek van ‘opvang in de (eigen) regio’ die de regering-Schoof de achterliggende maanden jegens vluchtelingen zo hardvochtig heeft uitgedragen.
Veel aandacht blijft – begrijpelijk – naar de situatie in de Strook van Gaza gaan. Maar ook Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever staan aan toenemende druk van de Israelische bezettingsmacht bloot. Daar wordt eveneens ingezet op etnische zuivering, vooral in de Jordaanvallei – indringend vastgelegd in de bekroonde documentaire No Other Land – waarbij uiterst gewelddadige joodse kolonisten als stoottroepen fungeren. Acties van leger en geheime dienst richten zich al maanden vooral tegen de vluchtelingenkampen in Jenin, Nur Shams, Tulkarem en Faraa. Als haarden van verzet tegen de Israelische bezetting én als vluchtelingenconcentraties zijn zij doelwit – in een poging de kwestie van de Palestijnse vluchtelingen uit beeld te wissen. Net als bij de campagne tegen de belangenbehartiger van de Palestijnse vluchtelingen, de UNRWA, waarvan wij vooral in Gaza de afgelopen twee jaar getuige zijn geweest.
In dit nummer van Soemoed besteden wij onder meer aandacht aan de geconcentreerde aanval van Israel en de Verenigde Staten op het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag, inmiddels via een campagne tegen de persoon van de Hoofdaanklager, Karim Khan. Daarnaast staan wij stil bij de mogelijkheden om het EU-Israel Associatieverdrag op te schorten en bij het zogeheten Uniting for Peace-mechanisme dat de Algemene Vergadering van de VN kan aanroepen om de veto-politiek van de Verenigde Staten inzake Israel in de VN-Veiligheidsraad te neutraliseren.
En wij drukken een uitgebreid interview af met wetenschapper Jamila Ghaddar (Universiteit van Amsterdam) waarin zij spreekt over haar werk en dat van haar collegae om Palestijns erfgoed te behoeden voor vernietiging door de vestigings-koloniale staat Israel.
Jamal Kanj
Twee jaar na het begin van Israels vernietiging, oorlogsmisdaden en genocide in Gaza is president Donald Trump met een uit 20-punten bestaand plan gekomen, dat werd gepresenteerd als een weg naar vrede.
Arabische en moslimleiders haastten zich om hun onvoorwaardelijke steun te betuigen. Premier Benjamin Netanyahoe die bij de presentatie van het plan in het Witte Huis naast Trump stond, gaf echter slechts een ‘voorwaardelijke’ steunbetuiging die zo vol voorbehouden zat dat het plan al voordat de inkt droog was, van inhoud was ontdaan.
Zoals te verwachten viel, applaudisseerden de Amerikaanse regering en de serviele Amerikaanse media voor de vermeende acceptatie door Israel, zonder enige kritische beoordeling van de ondermijnende voorwaarden van Netanyahoe. Wij hebben dit scenario al eerder gezien. In 2003, toen president George Bush jr. zijn zogeheten Road Map (Routekaart) introduceerde, waren er schreeuwende krantenkoppen over de acceptatie door Israels toenmalige premier Ariel Sharon. Wat grotendeels onvermeld bleef, was dat Sharon en zijn kabinet 14 voorbehouden hadden gemaakt die het plan feitelijk deden ontsporen.
Het patroon is onmiskenbaar. In elk zogenaamd vredesvoorstel verzekert Israel zich van onmiddellijke, tastbare voordelen, zoals de erkenning van de Staat Israel door de Palestijnen bij de Oslo-Akkoorden, met daartegenover slechts een vage belofte om Palestina op een zeker moment in de ‘voorzienbare’ toekomst te erkennen. Ruim drie decennia later is die erkenning er nog altijd niet.
Eerder deze week waarschuwde ik dat Netanyahoe ‘een gifpil zou inbrengen om het Trump-Plan van binnenuit te ondermijnen’. En ja hoor: de goed ingevoerde internetsite Axios wist te melden, dat Arabische leiders ‘woedend’ waren nadat gebleken was dat Netanyahoe cruciale clausules had geherdefinieerd, vooral over de voorwaarden en het tijdschema voor de terugtrekking van Israel uit Gaza.
Hier zijn slechts enkele van die gifpillen:
vrijlating van gevangenen versus terugtrekking
Het Trump-Plan beloofde in punt 3: ‘Wanneer beide partijen instemmen met dit voorstel … zullen de Israelische troepen zich terugtrekken tot de overeengekomen lijn om zich op de vrijlating van gijzelaars [gevangenen] voor te bereiden’.
Netanyahoe antwoordde: ‘Israel zal in de nabije toekomst de verantwoordelijkheid voor de veiligheid [van Gaza] behouden, met inbegrip van een veiligheidszone … de eerste stap zal een bescheiden terugtrekking zijn’.
Het voordeel voor Israel is onmiddellijk: terugkeer van alle Israelische gevangenen, terwijl de Palestijnen het intussen moeten doen met een ‘bescheiden terugtrekking’ tot een ongedefinieerde lijn, waarbij Israel de ‘verantwoordelijkheid voor de veiligheid’ [van heel Gaza] behoudt – een ‘maas in de wet’ die Israel in staat stelt Gaza naar believen opnieuw binnen te gaan.
het bestuursorgaan van Gaza
Punt 9 van Trump voorziet in een internationaal orgaan dat de herontwikkeling van Gaza zal beheren totdat het Palestijns [Nationaal] Gezag (PNA) hervormd is en kan regeren. Tijdens de presentatie maakte Netanyahoe het standpunt van Israel hieromtrent duidelijk: ‘Gaza zal een vreedzaam burgerlijk bestuur krijgen dat noch door HAMAS, noch door de Palestijnse Autoriteit wordt geleid’.
Trump sprak dit laatste niet tegen en geeft daarmee Israel hier het recht om te bepalen wie Gaza bestuurt, waarbij de Palestijnen te horen krijgen dat zij nog niet klaar zijn om zichzelf te besturen, zelfs niet door de volgzame PNA.
illusies over een eigen staat
In punt 19 van het Trump-Plan wordt een ‘geloofwaardig pad naar Palestijnse zelfbeschikking en een eigen staat’ voorgesteld, nadat de PNA hervormingen heeft doorgevoerd. Netanyahoe verwierp deze premisse opnieuw: ‘Israeli’s hebben er geen vertrouwen in dat de Palestijnse Autoriteit haar praktijken zal veranderen … Gaza zal niet worden bestuurd door de Palestijnse [Nationale] Autoriteit’.
Daarbij definieerde hij de ‘hervormingen’ van de PNA als het beëindigen van Palestijnse beroepsprocedures bij het Internationaal Strafhof (ICC) en het Internationaal Gerechtshof (ICJ), erkenning van Israel als een ‘Joodse Staat’ en doorvoering van ‘vele, vele andere hervormingen’.
Kortom, nieuwe voorwaarden die niets te maken hebben met bestuur of effectief bestuur. Het gaat hier dan ook om politieke voorwendsels, die bedacht zijn om het 20-puntenplan van Trump te saboteren, dan wel om de PNA irrelevant te maken in geval deze zich zou ‘hervormen’ overeenkomstig de voorwaarden van Israel.
bezetting
In punt 16 van het Trump-Plan staat: ‘Israel zal Gaza niet bezet houden of annexeren’. Netanyahoe stelde tijdens de presentatie echter: ‘Israel … zal in de nabije toekomst in de veiligheidszone blijven’. Lees: Israel zal Gaza bezet houden.
Bij dit alles is punt 8 van het Trump-Plan veelzeggend: over neutrale hulpverdeling. Daarin wordt opgeroepen tot ‘hulp in de Strook van Gaza zonder inmenging van een van beide partijen, maar via de Verenigde Naties en haar agentschappen, evenals de Rode Halve Maan …’.
Impliciet wordt daarmee in het Trump-Plan erkend dat de zogenaamde Gaza Humanitarian Foundation (GHF) niet ‘neutraal’ is, maar – wat het geval is – fungeert als een instrument om voedsel als wapen tegen een gevangengehouden bevolking in te zetten.
Tijdens de presentatie in het Witte Huis stond Trump zwijgend toe te kijken terwijl Netanyahoe zijn plan op belangrijke punten onderuit haalde. Hij tekende daartegen geen bezwaar aan. Sterker nog: hij prees de premier als een ‘strijder’.
Samenvattend: Het Trump-Plan biedt Israel op voorhand alles, terwijl de Palestijnen voorwaardelijke beloften krijgen en vage tijdschema’s voor wat betreft de ‘voorzienbare’ toekomst. En zelfs dat is volgens Netanyahoe afhankelijk van Palestijnse naleving van de punten van het plan en ‘goed gedrag’.
Dit is allemaal niet nieuw. In 2003 belandde de Road Map van Bush heel snel in de prullenbak vanwege 14 door Israel gemaakte voorbehouden daarop.
Mochten de Palestijnen om opheldering vragen of zelf voorwaarden stellen, dan zullen zij door de serviele Amerikaanse media onmiddellijk als ‘afwijzers’ worden bestempeld, waarbij de vergaande voorwaarden van Israel eenvoudigweg zullen worden genegeerd.
Los van hoe de Palestijnen reageren, het 20-puntenplan van Trump zal eenzelfde lot beschoren zijn als destijds de Road Map van Bush. Want in geen van beide plannen gaat het over gerechtigheid of verzoening. De Road Map heeft destijds Sharon rugdekking gegeven voor de verdere uitbreiding van de joodse nederzettingen op bezette Westelijke Jordaanoever en de bouw van de Muur, beide op gestolen Palestijnse grond. Vandaag de dag fungeert het Trump-Plan als een dekmantel voor de genocide door Israel in Gaza, terwijl de Palestijnen het moete doen met dubbelzinnige beloften.
bron: CounterPunch (Verenigde Staten), 2 oktober 2025
Jamal Kanj is een Palestijnse journalist en de auteur van onder meer Children of Catastrophe: Journey from a Palestinian Refugee Camp [Nahr al-Bared in Libanon] to America (Kindle); Chicago: Garnet Publishing, 2010; 232 pp.
vertaling: Koen Bos
In de Peace Index Survey van de Universiteit van Tel Aviv van januari 2024, toen al meer dan 25.000 Palestijnen in Gaza waren gedood, zei 88 procent van de joodse Israeli’s dat deze Palestijnse slachtoffers (zonder onderscheid tussen burgers en strijders) gerechtvaardigd zijn om de oorlogsdoelen van Israel te bereiken. In juli 2025 echter, toen het aantal Palestijnse doden was opgelopen tot 60.000, onder wie vele duizenden kinderen, kwam uit de Peace Index Survey naar voren dat 72 procent van de joodse Israeli’s – dus nog altijd een ruime meerderheid – dit aantal gerechtvaardigd vindt. In deze Survey van juli steunde een iets hoger percentage van de joodse Israeli’s, namelijk 74 procent, de ‘vrijwillige emigratie’ van de Palestijnen uit Gaza, terwijl een kleine meerderheid van 54 procent van deze respondenten hun ‘gedwongen evacuatie’ steunde.
Zelfs enkele van de strengste regeringsvoorstellen voor Palestijnen in Gaza kregen aanzienlijke steun van het publiek. In mei jl. bijvoorbeeld publiceerde Tamir Sorek, onderzoeker aan de Penn State University, een opiniepeiling waaruit bleek dat 82 procent van de joodse Israeli’s de verdrijving van Palestijnen uit Gaza zou steunen. Hoewel door sommigen vraagtekens zijn geplaatst bij de gehanteerde methodologie, bleek kort daarna uit de maandelijkse opiniepeiling van het Israel Democracy Institute (Jeruzalem) dat 77 procent van de joodse Israeli’s vond dat Israel zich niet moet bekommeren om het lijden van de Palestijnse burgers in Gaza, en dat 63 procent tegen humanitaire hulp daar was.
Bovendien gaf 79 procent in de opiniepeiling van dit instituut in juli aan persoonlijk niet verontrust te zijn over ‘berichten over hongersnood en lijden onder de Palestijnse bevolking in Gaza’. Uit een opiniepeiling van eind juli in opdracht van het dagblad Maariv (Tel Aviv) bleek dat 47 procent van de joodse Israeli’s gelooft dat de hongersnood in Gaza een leugen van HAMAS is. En in de Peace Index Survey van juli steunde 63 procent van de joodse Israeli’s het plan van minister van Defensie Israel Katz voor een concentratiekamp in de buurt van Rafah, dat Palestijnen alleen mogen verlaten wanneer zij naar een ander land vertrekken.
De houding van joodse Israeli’s ten aanzien van het recente regeringsplan voor een volledige militaire bezetting van Gaza is nog niet helemaal duidelijk. Uit opiniepeilingen blijkt dat een aanzienlijke minderheid – geen meerderheid – van de joodse Israeli’s inmiddels voorstander is van annexatie van ‘de [bezette Palestijnse] Gebieden’. Volgens de opiniepeiling van de Peace Index Survey van juli geldt dat voor 40 procent van de joodse Israeli’s. Uit dezelfde opiniepeiling blijkt tenslotte dat 46 procent van de joodse Israeli’s voorstander is van de bouw van joodse nederzettingen in de Strook van Gaza.
bron: Dahlia Scheindlin, ‘Israel’s emerging occupation’ (fragment); Foreign Affairs (Washington, DC), 13 augustus 2025
Jonathan Landay & Aram Roston
In een plan dat Reuters heeft ingezien en dat de naam draagt van een controversiële hulpgroep die door de Verenigde Staten wordt gesteund, wordt een plan beschreven om grootschalige kampen te bouwen die ‘Humanitarian Transit Zones’ worden genoemd binnen – en mogelijk buiten – Gaza om de Palestijnse bevolking te huisvesten, waarbij een visie wordt geschetst om ‘de controle van HAMAS over de bevolking in Gaza te vervangen’.
Het plan van 2 miljard dollar, dat ergens na 11 februari werd opgesteld en de naam draagt van de door de Verenigde Staten gesteunde Gaza Humanitarian Foundation (GHF), werd voorgelegd aan de regering van Donald Trump, volgens twee bronnen, van wie er één zei dat het onlangs in het Witte Huis is besproken.
Het plan, dat door Reuters is bestudeerd, beschrijft de kampen als ‘grootschalige’ en ‘vrijwillige’ plaatsen waar de bevolking van Gaza ‘tijdelijk kan verblijven, deradicaliseren, re-integreren en zich kan voorbereiden op hervestiging als ze dat willen’.
The Washington Post verwees in mei naar de plannen van GHF om wooncomplexen te bouwen, wat een nieuw perspectief opent voor Palestijnse non-combattanten.
Een diapresentatie die door Reuters is bekeken, gaat in detail in op de Humanitarian Transit Zones, inclusief hoe deze zouden worden geïmplementeerd en wat ze zouden kosten.
Het plan roept op tot het gebruik van uitgestrekte faciliteiten om ‘vertrouwen te winnen bij de lokale bevolking’ en om de ‘visie van de Amerikaanse president Donald Trump voor Gaza’ te vergemakkelijken.
Reuters kon niet onafhankelijk bepalen wat de status van het plan is, wie het heeft gemaakt en ingediend, en of het nog in overweging is.
In antwoord op vragen van Reuters ontkende de hulporganisatie dat het een plan had ingediend en zei dat de dia’s ‘geen GHF-document zijn’. GHF zei dat het ‘een reeks theoretische opties had bestudeerd om veilig hulp te bieden in Gaza’, maar dat het ‘geen plannen maakt voor Humanitarian Transit Zones of implementeert.’
Integendeel, de organisatie zei dat zij zich uitsluitend richt op voedseldistributie in Gaza.
Een woordvoerder van Safe Reach Solutions (SRS), een bedrijf met winstoogmerk dat samenwerkt met GHF, vertelde Reuters: ‘Wij hebben geen gesprekken gehad met GHF over Humanitarian Transit Zones, en onze “volgende fase” is het voeden van méér mensen. Elke andere suggestie is volledig onjuist en geeft een verkeerde voorstelling van de reikwijdte van onze operaties.’
Het document bevatte de naam GHF op de omslag en SRS op verschillende dia’s.
vrees voor gedwongen verhuizing
Op 4 februari zei Trump voor het eerst publiekelijk dat de Verenigde Staten de door oorlog geteisterde enclave moesten ‘overnemen’ en herbouwen als ‘de Rivièra van het Midden-Oosten’ na hervestiging van de bevolking van 2,3 miljoen Palestijnen elders.
De opmerkingen van Trump maakten veel Palestijnen en humanitaire organisaties boos over de mogelijke gedwongen verhuizing uit Gaza. Zelfs als het GHF-plan niet langer in overweging wordt genomen, zal het idee om een groot deel van de bevolking naar kampen te verplaatsen dergelijke zorgen alleen maar vergroten, vertelden verscheidene mensenrechtenexperts aan Reuters.
Het Witte Huis reageerde niet op een verzoek om commentaar.
Het plan werd uiteengezet in een diapresentatie die volgens een bron eerder dit jaar bij de Amerikaanse ambassade in Jeruzalem was ingediend.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken weigerde commentaar te geven. Een hoge regeringsfunctionaris zei: ‘Iets dergelijks wordt niet overwogen. Ook worden er op geen enkele manier middelen naar dat doel gestuurd.’
De bron die aan het project werkte, zei dat dit niet verder was gegaan vanwege gebrek aan geld. Reuters meldde eerder dat GHF had geprobeerd een Zwitserse bankrekening te openen om donaties te ontvangen, maar de Zwitserse bank UBS en Goldman Sachs weigerden met de organisatie samen te werken.
De Israelische ambassade in de Verenigde Staten reageerde niet op een verzoek om commentaar.
Ismail al-Thawabta, directeur van het door HAMAS geleide mediabureau van de Gaza-regering, vertelde Reuters dat het GHF ‘categorisch verwerpt’ en noemde het ‘geen hulporganisatie, maar eerder een inlichtingen- en veiligheidsinstrument dat verbonden is aan de Israelische bezetting en opereert onder een vals humanitair voorwendsel’.
‘grote’ kampen
De ongedateerde diapresentatie, die foto’s van 11 februari bevat, vermeldt dat de GHF ‘werkt aan het veiligstellen’ van meer dan 2 miljard dollar voor het project, om ‘grootschalige Humanitarian Transit Zones binnen en mogelijk buiten de Strook van Gaza te bouwen, te beveiligen en te overzien voor de bevolking om te verblijven, terwijl Gaza wordt gedemilitariseerd en herbouwd.’
De Humanitarian Transit Zones die in de dia’s worden beschreven, zouden de volgende fase zijn in een operatie die begon met de opening van voedseldistributielocaties in de enclave eind mei, volgens twee bronnen die bij het project betrokken zijn.
GHF coördineert zijn activiteiten met de Israelische Strijdkrachten en maakt gebruik van particuliere Amerikaanse veiligheids- en logistieke bedrijven [huurlingen; red.] om voedselhulp Gaza binnen te krijgen. Het wordt ondersteund door de regering-Trump en door Israel voor humanitaire inzet in Gaza, in tegenstelling tot het door de VN geleide systeem dat volgens het rapport militanten toestaat zich hulpgoederen toe te eigenen.
HAMAS ontkent dit en zegt dat Israel honger als wapen inzet.
In juni keurde het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten 30 miljoen dollar aan financiering voor de GHF goed en riep andere landen op om de groep ook te steunen.
De Verenigde Naties kwalificeren de operatie van GHF als ‘inherent onveilig’ en een schending van de regels voor humanitaire onpartijdigheid. Het mensenrechtenbureau van de VN zegt dat het ten minste 613 moorden heeft geregistreerd bij GHF-hulppunten en in de buurt van humanitaire konvooien die worden bestuurd door andere hulpgroepen, waaronder de VN.
Een dia met een tijdlijn gaat ervan uit dat een kamp binnen 90 dagen na de lancering van het project operationeel kan zijn en dat het plaats biedt aan 2160 mensen, met een wasserette, toiletten, douches en een school.
Een bron die aan het project werkt, zei dat de diapresentatie deel uitmaakt van een planningsproces dat vorig jaar is ingezet en voorziet in totaal acht kampen, elk in staat om honderdduizenden Palestijnen te herbergen.
Het plan specificeert niet hoe de Palestijnen naar de kampen worden verplaatst, of waar kampen buiten Gaza kunnen worden gebouwd, maar een kaart toont pijlen die naar Egypte en Cyprus wijzen, evenals andere punten met het label ‘Extra bestemming ?’
GHF zou ‘toezicht houden op alle civiele activiteiten die nodig zijn voor bouw, de-radicalisering en tijdelijke vrijwillige verhuizing’, aldus het plan.
In antwoord op vragen van Reuters uitten drie mensenrechtenexperts hun bezorgdheid over de details van het plan om kampen te bouwen.
‘Vrijwillige ontheemding bestaat niet voor een bevolking die al bijna twee jaar onder voortdurende bombardementen ligt en afgesneden is van essentiële hulp,’ zegt Jeremy Konyndyk, voorzitter van de belangenorganisatie Refugees International en een voormalige hoge ambtenaar van het U.S. Agency for International Development (USAID), die het plan heeft beoordeeld.
De bron die werkte aan de planning van de kampen vertelde Reuters dat het de bedoeling is ‘om de angstfactor weg te nemen’, waardoor de Palestijnen ‘kunnen ontsnappen aan de controle van HAMAS’ en hun ‘een veilig gebied bieden om hun families te huisvesten’.
bron: Reuters (Londen), 11 juli 2025
Jonathan S. Landay is verslaggever nationale veiligheid voor Reuters
Aram Roston is onderzoeksjournalist voor Reuters
vertaling: Frans Brons
Trita Parsi
De strategische calculaties van beide landen wijzen erop dat de volgende oorlog nog gewelddadiger zal zijn.
Israel zal waarschijnlijk nog vóór december van dit jaar een nieuwe oorlog met Iran beginnen.
Iran verwacht deze aanval en bereidt zich erop voor. In de eerste oorlog speelde het een lange-termijn-spel en doseerde het zijn raketaanvallen in de verwachting dat het conflict lang zou duren. In de volgende gevechtsronde zal Iran echter waarschijnlijk vanaf het begin beslissend toeslaan, om elke gedachte dat het aan de militaire dominantie van Israel kan worden onderworpen, te verdrijven.
Als gevolg daarvan zal de komende oorlog waarschijnlijk veel bloederiger zijn dan de eerste. In geval de Amerikaanse president Donald Trump opnieuw toegeeft aan de druk van Israel en zich in de strijd mengt, kunnen de Verenigde Staten te maken krijgen met een totale oorlog met Iran, die eerdere Irak-oorlogen in vergelijking daarmee een peulenschil zullen doen zijn.
De oorlog van Israel in juni had nimmer uitsluitend vernietiging van het nucleaire programma van Iran tot inzet. Het ging veeleer om het wijzigen van de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten, waarbij de nucleaire capaciteiten van Iran een belangrijke, maar niet doorslaggevende factor waren. Al ruim twee decennia dringt Israel er bij de Verenigde Staten op aan om tegen Iran militaire actie te ondernemen om het land te verzwakken en zo [voor Israel en de Verenigde Staten] een gunstige regionale machtsbalans te herstellen – iets wat Israel niet alleen kan bereiken.
In deze context hadden de aanvallen van Israel drie hoofddoelstellingen – naast het beschadigen van de nucleaire infrastructuur van Iran. Het wilde de Verenigde Staten in een direct militair conflict met Iran betrekken, het Iraanse regime onthoofden en het land veranderen in het volgende Syrië of Libanon – landen die Israel straffeloos en zonder directe betrokkenheid van de Verenigde Staten kan bombarderen. Alleen het eerste van de drie hoofddoelen werd bereikt. Tegelijk is het nucleaire programma van Iran niet ‘vernietigd’, noch is het zodanig in zijn ontwikkeling teruggedrongen, dat de kwestie als opgelost kan worden beschouwd.
Het beoogde doel dat Trump zich volledig zou inzetten en zowel de conventionele strijdkrachten als de economische infrastructuur van Iran zou aanvallen, is niet bereikt. Want Trump is voorstander van snelle, daadkrachtige militaire actie en vreest een totale oorlog. Zijn strategie bij de aanval op de nucleaire installaties van Iran was er dan ook op gericht om escalatie te beperken in plaats van die te vergroten. Op korte termijn is Trump daarin geslaagd – tot groot ongenoegen van Israël. Op lange termijn heeft hij Israel echter in staat gesteld hem bij een escalatiecyclus te betrekken.
Zijn weigering om verder te escaleren dan in de vorm van een beperkte bombardementencampagne was een belangrijke reden waarom Israel instemde met een staakt-het-vuren. Want naarmate de oorlog voortduurde – deze heeft in totaal 12 dagen geduurd – leed Israel zware verliezen: zijn luchtverdediging liep tegen haar grenzen aan, waarbij Iran met zijn raketten steeds effectiever werd in het doorbreken ervan. Hoewel Israel het conflict waarschijnlijk zou hebben voortgezet in geval de Verenigde Staten er werkelijk volledig tegenaan gegaan waren, veranderde de situatie toen duidelijk werd dat de aanvallen van Trump eenmalig waren. Israel slaagde er weliswaar in om Trump en de Verenigde Staten bij de oorlog te betrekken maar wist hen daarin niet vast te houden.
Israels andere twee hoofddoelstellingen zijn echter duidelijk mislukt. Ondanks aanvankelijke successen op het gebied van inlichtingen – zoals in de vorm van het doden van 30 hoge militaire commandanten en 19 nucleaire wetenschappers – kon het alleen tijdelijk de Iraanse commandostructuur en de controle verstoren. Binnen 18 uur had Iran de meeste, zo niet alle, commandanten vervangen en een zware raketaanval op Israel uitgevoerd, waarmee het aantoonde dat het in staat was om aanzienlijke verliezen op te vangen en toch een krachtige tegenaanval uit te voeren.
Israel hoopte dat zijn eerste aanvallen paniek zouden zaaien binnen het Iraanse regime en de ineenstorting ervan zouden versnellen. Volgens The Washington Post belden MOSSAD-agenten, die vloeiend Perzisch spraken, hoge Iraanse functionarissen op hun mobiele telefoons en dreigden hen en hun families te vermoorden, tenzij zij video’s zouden maken waarin zij het regime veroordeelden en publiekelijk zouden overlopen. In de eerste uren van de oorlog, toen de heersende elite van Iran nog in shock was en aan het bijkomen was van aanzienlijke verliezen, werden er meer dan twintig van dergelijke telefoontjes gepleegd. Er is echter geen bewijs dat ook maar één Iraanse generaal voor de dreigementen is gezwicht. De samenhang van het regime bleef intact.
In tegenstelling tot wat Israel had verwacht, leidde de moord op hoge commandanten van de Islamitische Revolutionaire Garde niet tot massale protesten of een opstand tegen de Islamitische Republiek. In plaats daarvan schaarden Iraniërs van alle politieke stromingen zich achter de vlag, zo niet achter het regime zelf, terwijl er een golf van nationalisme door het land rolde.
Israel kon geen munt slaan uit de algemene impopulariteit van het Iraanse regime. Na bijna twee jaar van wreedheden in Gaza en een misleidende aanval op Iran tijdens de nucleaire onderhandelingen, heeft slechts een klein deel van de Iraniërs – voornamelijk levend in de diaspora – een positief beeld van Israel.
In plaats van de bevolking tegen het regime te mobiliseren, heeft Israel er juist voor gezorgd dat het verhaal van de Islamitische Republiek nieuw leven is ingeblazen. In plaats van het regime te veroordelen voor zijn investeringen in een nucleair programma, in raketten en in een netwerk van geallieerde niet-statelijke actoren [de zogeheten ‘As van Verzet’ waarvan onder meer Hezbollah, HAMAS en de Ansar al-Islam (‘Houthi’s) deel uitmaken; red.], zijn veel Iraniërs eerder boos dat deze elementen van de Iraanse afschrikking onvoldoende zijn gebleken.
‘Vroeger was ik een van degenen die tijdens protesten scandeerden dat er geen Iraans geld naar Libanon of Palestina mocht worden gestuurd. Inmiddels begrijp ik dat de bommen waar we allemaal mee te maken hebben één zijn en dat als we geen sterke verdediging hebben in de gehele regio, de oorlog naar ons toekomt’ vertelde een kunstenaar in Teheran aan Narges Bajoghli, hoogleraar aan de John Hopkins University.
Of deze verschuiving blijvend is, is onduidelijk. Maar op korte termijn lijken de aanvallen van Israel paradoxaal genoeg het Iraanse regime te hebben versterkt – door de interne cohesie te versterken en de kloof tussen staat en samenleving te verkleinen.
Israel is er evenmin in geslaagd om van Iran een tweede Syrië te maken en een duurzame luchtmachtdominantie te vestigen die onafhankelijk is van Amerikaanse steun. Hoewel Israel tijdens de oorlog het Iraanse luchtruim controleerde, kon het niet straffeloos opereren. De raketaanvallen van Iran veroorzaakten uiteindelijk een onhoudbare schade.
Zonder substantiële Amerikaanse hulp – waaronder het gebruik van 25 procent van de THAAD-raketafweersystemen van de Verenigde Staten in slechts 12 dagen tijd – had Israel de oorlog wellicht niet kunnen voortzetten.
Dit maakt een nieuw Israelisch offensief echter waarschijnlijk. Zowel minister van Defensie Israel Katz als stafchef Eyal Zamir hebben dit aangegeven. Volgens Zamir was de oorlog in juni slechts de eerste fase en hij voegde daaraan toe dat Israel ‘een nieuw hoofdstuk’ van het conflict zal inluiden.
Ongeacht of Iran de verrijking van uranium hervat, is Israel vastbesloten om het land geen tijd te geven om zijn rakettenarsenaal aan te vullen, zijn luchtverdediging te herstellen of verbeterde systemen in te zetten. Die logica staat centraal in de ‘mowing the lawn’-strategie van Israel: preventief en herhaaldelijk toeslaan om te voorkomen dat tegenstanders capaciteiten ontwikkelen die de militaire dominantie van Israel in gevaar kunnen brengen.
Dit betekent dat, nu Iran al bezig is met het herstellen van zijn militaire arsenaal, Israel reden heeft om eerder vroeg dan laat toe te slaan. Bovendien wordt de politieke afweging rond een nieuwe aanval veel ingewikkelder naarmate in de Verenigde Staten de mid-term elections [voor de samenstelling van het Congres] naderen. Als gevolg daarvan zou een aanval heel goed binnen enkele maanden kunnen plaatsvinden.
Dit is vanzelfsprekend een uitkomst die de Iraanse leiders willen voorkomen. Om elke illusie dat de ‘mowing the lawn’-strategie van Israel werkt, uit de wereld te helpen, zal Iran bij de aanvang van een nieuwe gevechtsronde waarschijnlijk snel en hard toeslaan.
‘In geval de agressie zich herhaalt, zullen wij niet aarzelen om op een meer beslissende manier te reageren, op een manier die ONMOGELIJK te verdoezelen is’ schreef de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Abbas Araghchi op X. De Iraanse leiders zijn van mening dat de tol in dat geval voor Israel overweldigend moet zijn, anders zal het geleidelijk aan de raketcapaciteiten van Iran uithollen en het land weerloos achterlaten.
Hoewel de oorlog van juni onbeslist eindigde, zal de uitkomst van de volgende gevechtsronde afhangen van welke partij meer heeft geleerd en sneller handelt: kan Israel zijn onderscheppingsraketten sneller aanvullen dan Iran zijn lanceerinrichtingen kan herbouwen en zijn raketarsenaal kan aanvullen ? Heeft de MOSSAD nog steeds een sterke aanwezigheid in Iran, of zijn de meeste middelen tijdens de eerste oorlog opgebruikt bij de pogingen om het regime ten val te brengen ? Heeft Iran meer inzicht gekregen in het doorbreken van de Israelische luchtverdediging dan Israel in het dichten van zijn hiaten ? Voorlopig kan geen van beide partijen deze vragen met zekerheid beantwoorden.
Juist omdat Iran er niet zeker van kan zijn dat een krachtiger reactie de strategie van Israel zal neutraliseren, zal het waarschijnlijk zijn nucleaire houding herzien – vooral nu andere pijlers van zijn afschrikking, waaronder de ‘As van Verzet’ en nucleaire ambiguïteit, ontoereikend zijn gebleken.
De reactie van Trump op een tweede Israelische oorlog met Iran kan blijken doorslaggevend te zijn. Hij lijkt niet bereid om een langdurig conflict aan te gaan. Politiek gezien hebben zijn aanval op Iran een kleine burgeroorlog binnen de MAGA-beweging ontketend. Militair gezien heeft de 12 dagen durende oorlog kritieke hiaten in de raketvoorraad van de Verenigde Staten blootgelegd. Zowel Trump als de voormalige Amerikaanse president Joe Biden hebben een aanzienlijk deel van de Amerikaanse luchtverdedigingsraketten ingezet in een regio die geen van beiden als essentieel beschouwen voor de kernbelangen van de Verenigde Staten.
Door groen licht te geven voor de eerste salvo’s is Trump in de val van Israel getrapt – en het is niet duidelijk of hij daar nog uit kan komen, vooral wanneer hij vasthoudt aan nul-verrijking als uitgangspunt voor een akkoord met Iran. Beperkte betrokkenheid is waarschijnlijk geen optie meer. Trump zal ofwel volledig aan de oorlog moeten deelnemen, ofwel aan de zijlijn moeten blijven staan. En om aan de zijlijn te blijven staan is méér nodig dan een eenmalige weigering. Het vereist voortdurende weerstand tegen de druk van Israel – iets waarvoor hij tot nu toe noch de wil, noch de kracht heeft getoond.
bron: Foreign Policy (Washington, DC), 11 augustus 2025
Trita Parsi is uitvoerend vicevoorzitter van het Quincy Institute for Responsible Statecraft (Washington, DC)
vertaling: Jochem van Oosten
Meron Rapoport
Joodse kolonistenmilities, gesteund door Israelische politieke leiders, voeren hun inspanningen op om Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever van hun grond te verdrijven.
Onlangs doodden Israelische troepen drie mannen toen zij kolonisten die het Palestijnse dorp Kafr Malik hadden bestormd, wilden beschermen. Er ging een ongebruikelijke golf van afkeuring door de Israelische politiek en media. De verontwaardiging gold echter niet het doden van Palestijnen, maar het verzet van de kolonisten tegen Israelische soldaten. Deze zogeheten Hilltop Youth – kolonisten die zelfs in de ogen van de Israelische regering illegaal zijn – vielen soldaten aan in een buitenpost bij Kafr Malik, ten noordoosten van Ramallah. De dag daarna bestormde dezelfde groep een nabijgelegen militaire basis.
Voor een leger dat kolonisten al sinds jaar en dag bijstaat tijdens hun invallen in Palestijnse gemeenschappen, was de agressie van hun gebruikelijke bondgenoten zowel onverwacht als verontrustend.
De Hilltop Youth bestaat uit mensen die joodse nederzettingen stichten, doorgaans op een heuveltop, zonder toestemming van het Israelische gezag. De term is misschien niet langer een accurate beschrijving van deze groep. Hun structuur, tactieken en groeiende zelfvertrouwen doen vermoeden dat ze meer zijn gaan functioneren als een paramilitaire organisatie dan als een informele verzameling geradicaliseerde jonge kolonisten.
Premier Benjamin Netanyahoe, minister van Defensie Israel Katz en politici uit het hele politieke spectrum van Israel – zowel leden van de coalitie als van de oppositie – veroordeelden onmiddellijk de aanvallen op soldaten. Toch vinden de gewelddadige activiteiten van deze kolonistengroeperingen tegen Palestijnen al jaren plaats, zonder al te veel politieke of juridische gevolgen.
door de staat gesanctioneerd geweld
De opkomst van kolonistenmilities is geen nieuw fenomeen. Tijdens de confrontaties tussen joden en Palestijnen in mei 2021 voerden kolonistenmilities gecoördineerde aanvallen uit op Palestijnse dorpen op de Westelijke Jordaanoever. Deze milities opereren gestructureerd: zij vormen een organisatie van enkele honderden gewapende mannen. Nieuw is de kennelijke formalisering van hun operaties onder de huidige Israelische regering.
Sinds minister van Financiën Bezalel Smotrich tevens de leiding heeft genomen over het burgerlijk bestuur op de Westelijke Jordaanoever, lijken deze milities nauwer aan te sluiten bij een bredere strategische doelstelling: uitbreiding van de Israelische controle over C-Gebied [militair én bestuurlijk in handen van de bezettingsmacht; red.], dat ongeveer 60 procent van de Westelijke Jordaanoever beslaat [met name de Jordaanvallei], waardoor de mogelijkheid om in de toekomst een Palestijnse staat te stichten effectief wordt belemmerd.
Een centraal onderdeel van deze strategie is de verspreiding van ‘herdersboerderijen’, een nederzettingenmodel waarmee kolonisten grote stukken land kunnen innemen zonder formele toestemming van de overheid en met weinig of geen militair verzet. Deze boerderijen beginnen meestal met een paar kolonisten, soms maar twee of drie, maar breiden zich vervolgens snel over grote gebieden uit. Via deze buitenposten slagen kleine groepen kolonisten, vaak gelieerd aan de Hilltop Youth, er zo in om controle uit te oefenen over uitgestrekte stukken grond. De kolonisten die deze boerderijen exploiteren, intimideren en verdrijven regelmatig Palestijnse herders en bewoners, waardoor de facto uitsluitingszones ontstaan zonder formele annexatie.
Voor Palestijnen die op de Westelijke Jordaanoever wonen, zijn het geweld en de onteigening door deze milities niet nieuw en ook geen op zichzelf staande gevallen. De recente aanvallen op Israelische soldaten hebben echter – kortstondig – de aandacht op deze groepen gevestigd en een realiteit blootgelegd die Palestijnen al lang hebben moeten doorstaan: dat delen van de kolonistenbeweging zich ontwikkelen tot georganiseerde, gemilitariseerde groepen die met toenemende straffeloosheid een territoriale agenda nastreven.
post-Smotrich-strategie
Onder het leiderschap van Smotrich worden veel van deze boerderijen nu gelegaliseerd. Tegelijkertijd is er sprake van een toename van aanvallen op Palestijnse herders en bedoeïenengemeenschappen ten oosten van de Alon Road, met name in de Jordaanvallei. Het doel van deze aanvallen lijkt duidelijk: Palestijnen uit het gebied verdrijven.
Onlangs zijn kolonistenmilities begonnen aan een opmars vanuit de Alon Road naar het westen, bij de regio’s Nabloes en Ramallah. Het blijft onduidelijk of de milities rechtstreekse orders krijgen van Smotrich, maar hun doelstellingen komen duidelijk overeen. Beiden streven ernaar om de Israelische controle over C-Gebied te consolideren en het gebied te ontdoen van zijn Palestijnse inwoners.
Een voorbeeld van deze stilzwijgende samenwerking kwam naar voren in de nasleep van de gebeurtenissen van de afgelopen week.
Smotrich verklaarde dat het schieten op joden ‘een rode lijn’ was die niet mocht worden overschreden. Hij stelde ondubbelzinnig dat het verboden was om op joden te schieten.
De kolonisten hadden aanvankelijk beweerd dat een 14-jarige jongen door Israelische soldaten was neergeschoten. Later bleek echter dat de jongen gewond was geraakt toen hij op een heel andere plek met stenen naar soldaten gooide. Niettemin koos Smotrich ervoor om de versie van de Hilltop Youth te volgen.
De aanval op de militaire basis, de volgende dag, dwong de minister van Financiën ertoe om de acties van de kolonisten publiekelijk te veroordelen, maar de gezamenlijke strategische belangen van beide partijen blijven intact.
De toename van het aantal aanvallen op Palestijnen in de afgelopen tijd kan voortkomen uit de vrees van de Israelische minister van Financiën dat de regering zal vallen of dat hij geen deel meer zal uitmaken van de volgende regering. In de meeste peilingen haalt Smotrichs Religieuze Zionistische Partij niet langer de kiesdrempel.
Smotrich is een van de meest geraffineerde en geslepen politici in Israel en heeft een ontwikkeld historisch bewustzijn. De agressieve expansie van gewapende kolonistenmilities op de Westelijke Jordaanoever is niet zomaar een reeks geïsoleerde aanvallen, maar maakt deel uit van de bredere inspanningen van Smotrich om onomkeerbare ‘feiten ter plaatse’ te creëren in het geval van een regeringswisseling. Hij zou gelijk kunnen hebben met zijn inschatting. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat een toekomstige Israelische regering stappen zal nemen om de boerderijen of buitenposten van herders op de Westelijke Jordaanoever te ontmantelen en nog minder waarschijnlijk dat die regering maatregelen zou nemen om ontheemde Palestijnen terug te brengen naar de grond van waar zij zijn verdreven.
Smotrich heeft wellicht ook het Midden-Oostenplan van de regering-Trump in gedachten, dat hij publiekelijk heeft bekritiseerd. Volgens dat plan zou een groot deel van C-Gebied bij Israel worden gevoegd, terwijl er een gefragmenteerde Palestijnse staat zou ontstaan in de vorm van onderling niet-verbonden enclaves verspreid over de Westelijke Jordaanoever.
Het doel van Smotrich is kennelijk om ervoor te zorgen dat er in deze te annexeren gebieden zo min mogelijk Palestijnen zijn, zodat het aantal Palestijnen dat aanspraak kan maken op burgerschap of volledige rechten binnen de Israelische staat zo klein mogelijk wordt.
De aanhoudende oorlog in Gaza beïnvloedt ook het denken van de kolonistenmilities en versterkt de posities van Smotrich en minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben-Gvir. De oorlog heeft een klimaat gecreëerd dat deze actoren lijkt aan te moedigen om hun agenda op de Westelijke Jordaanoever te bespoedigen.
de fantasie van de kolonisten
Kolonisten koesteren al lang het streven om de Palestijnse bevolking van de Westelijke Jordaanoever te verdrijven. Jarenlang werd dit, ook onder de kolonisten zelf, algemeen beschouwd als een utopie. De bijna volledige verwoesting van de Strook van Gaza en het groeiende besef dat de etnische zuivering van Gaza, althans semi-expliciet, een van de oorlogsdoelen van premier Netanyahoe is geworden, hebben kolonistengroepen echter aangemoedigd om te denken dat een dergelijk scenario ook op de Westelijke Jordaanoever mogelijk is.
Een etnische zuivering op de Westelijke Jordaanoever zou echter veel grotere logistieke en politieke uitdagingen met zich meebrengen dan in Gaza. In tegenstelling tot Gaza is de bevolking van de Westelijke Jordaanoever een sterk verweven mix van Palestijnen en kolonisten. Bovendien zou Jordanië (dat net over de grens ligt) vrijwel zeker veel minder tolerant reageren dan Egypte wanneer Israel zou proberen honderdduizenden Palestijnen met geweld naar zijn grondgebied te verdrijven.
Niettemin lijken sommige van de methoden die de Israelische Strijdkrachten momenteel in Gaza hanteren geleidelijk hun weg te vinden naar de Westelijke Jordaanoever, zij het op kleinere schaal. De afgelopen maanden zijn grote delen van de vluchtelingenkampen Tulkarem en Jenin, samen met andere gebieden, platgewalst en zijn honderden huizen door het Israelische leger verwoest. De beelden uit deze gebieden lijken steeds meer op die uit Gaza. Ook al is er op de Westelijke Jordaanoever nog niet precies sprake van wat er in Gaza gebeurt, wat zich er nu afspeelt kan wel degelijk worden gezien als een opstap van Smotrich en de kolonistenmilities naar het etnisch zuiveren van belangrijke gebieden.
een wedloop tussen schurken
De recente aanval op het Israelische leger door kolonistenmilities was een zeldzame afwijking van de ongeschreven regels die lange tijd de relatie tussen de kolonisten en het leger op de Westelijke Jordaanoever hebben bepaald. Het is echter onwaarschijnlijk dat de kritiek daarop veel invloed zal hebben op het gedrag van de milities of op de bredere ontwikkeling van de uitbreiding van de nederzettingen en de verdrijving van de Palestijnen.
Minister van Defensie, Israel Katz, die onlangs het gebruik van administratieve detentiebevelen tegen joodse kolonisten heeft ingetrokken – waardoor de handhavingsbevoegdheden van de joodse divisie binnen de Shin Bet zijn verzwakt – heeft nu de oprichting aangekondigd van een nieuwe politie-eenheid die zich moet gaan toeleggen op de aanpak van geweld door kolonisten. Volgens Katz zullen het Israelische leger en de Shin Bet in zekere mate bij deze eenheid betrokken zijn, maar zal deze voornamelijk worden geleid door politiefunctionarissen. In de praktijk lijdt het weinig twijfel dat de benoeming van de commandant van de eenheid de goedkeuring vereist van Ben-Gvir, die de leiding heeft over de politie en die algemeen wordt gezien als een bondgenoot van de kolonistenbeweging. Het in het leven roepen van deze eenheid lijkt dan ook minder een oprechte poging om het kolonistengeweld te beteugelen dan een politieke manoeuvre om de publieke perceptie te beïnvloeden. De oprichting ervan is waarschijnlijk eerder gericht op het afweren van kritiek dan op het serieus aanpakken van de aanhoudende aanvallen.
Aanvallen op Israelische soldaten zijn over het algemeen niet populair binnen Israel, terwijl joodse Israeli’s die tot centrumrechts behoren geen voorstanders van kolonistengeweld tegen Palestijnen zijn. Deze factoren vormen een potentiële bedreiging voor het project van Smotrich en de kolonistenmilities.
Ondanks deze interne spanningen is het echter onwaarschijnlijk dat het project zal ontsporen. Smotrich en Ben-Gvir, binnen de Knesset de meest prominente vertegenwoordigers van de kolonistenbeweging, zijn diep ingebed in de Israelische regering, waardoor het moeilijk is voor te stellen dat hun agenda wezenlijk in gevaar komt.
Toch kunnen er, zoals vaak het geval is binnen dit soort gewelddadige bewegingen, extremere elementen zijn die Smotrich en Ben-Gvir als te gematigd of onvoldoende toegewijd aan de zaak beschouwen. Uiteindelijk is dit een competitie tussen facties, gedreven door escalerend radicalisme. Het is een wedloop tussen schurken.
bron: Middle East Eye (Londen), 4 juli 2025
Meron Rapoport is een onafhankelijke Israelische journalist en schrijver
vertaling: Carl Stellweg
Wilt u een abonnement op Soemoed nemen?





















































