- Paul Kuiper (1942-2020) (pp. 4-6).
- De deal tussen de VAE en Israel: een handel in illusies (pp. 7-8).
- Annexatie Westelijke Jordaanoever: opgeschort maar voor hoe lang ? (pp. 9-11).
- Van Egypte tot de VAE: normalisering met Israel draait op een ramp uit (pp. 12-13).
- Israel wil een één staat-oplossing mét behoud van koloniale privileges (pp. 14-16).
- Had Mohammed Dahlan mede de hand in de VAE/Israel-overeenkomst ? (pp. 17-18).
- VAE/Israel-overeenkomst maakt duidelijk: wereldleiders zien de Israel-lobby als een poortwachter in Washington (pp. 19-21).
- Hoe de VAE/Israel-overeenkomst de nep-vredesindustrie nieuw leven inblaast (pp. 22-25).
- Westelijke Jordaanoever: de blues van de Palestijnse politie en de terugkeer van de milities (pp. 26-28).
- De bipartisan consensus ter verdediging van de Israelische bezetting zal geen standhouden (pp. 29-30).
- De explosie die Beiroet op zijn grondvesten heeft doen schudden – nu het falende politieke systeem nog (pp. 31-33).
- Libanon-oorlog van 1982 – ‘Palestijnse terreur’ was een voorwendsel van Israel om Jordanië tot het thuisland van de Palestijnen te maken, bekent oud-generaal en oud-premier Ehoed Barak (p. 34).
- Vrijgegeven documenten leveren bewijs voor geheim Israelisch plan om 60.000 Palestijnen naar Latijns-Amerika te verschepen (pp. 35-36).
- De georganiseerde diefstal van Qalandia – het vergeten vliegveld van Jeruzalem (pp. 37-38).
- Interview: Benjamin Balthaser: ‘Wij scheppen iets nieuws’ (pp. 39-43).
Eerder dit jaar kondigde de regering van premier Benjamin Netanyahoe aan dat zij – in lijn met het Trump-Plan – per 1 juli voornemens was over te gaan tot de annexatie van 30 procent van het grondgebied van de Westelijke Jordaanoever, waaronder de Jordaanvallei die aan Jordanië grenst.
Tel Aviv zal opgekeken hebben van de afwijzende reacties die uit de regio en uit de rest van de wereld tegen het annexatieplan zijn geuit. Doorvoering ervan bleek al gauw geen politiek haalbare zaak meer. Dom, dom, dom ! Waarom vragen om problemen ? De ‘kruip-door-sluip-door-annexatie’ sinds 1967 heeft immers nooit vergelijkbare reacties opgeroepen (de term ‘kruip-door-sluip-door-annexatie’ klopt natuurlijk niet: annexatie is een juridische stap, geen proces). Het netto-effect van de ‘spectaculaire’ annexatie en ‘kruip-door-sluip-door-annexatie’ is op de grond echter hetzelfde: een groeiende greep van Israel op de sinds 1967 bezette Palestijnse gebieden, stelselmatige onterving en economische marginalisering van de inheemse Palestijnen.
Zouden de critici consequent handelen – na eventueel wakker geschud te zijn – dan dienen zij ook tegen de ‘kruip-door-sluip-door-annexatie’ geloofwaardig stelling te nemen door Israel – met het internationaal recht in de hand – met politieke en economische drukmiddelen af te straffen. Het is in ieder geval aan de Palestina-beweging om ook tegen de ‘kruip-door-sluip-door-annexatie’ krachtig te blijven ageren. De BDS-campagne reikt daartoe het gereedschap aan.
‘Gezichtsverlies’ is Israel na 1 juli bespaard gebleven dankzij de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). In ruil voor normalisering van de betrekkingen tussen deze kleine Golfstaat en Israel zou annexatie ‘van de baan zijn’ (lezing VAE), dan wel ‘opgeschort zijn’ (lezing Israel). Voor naïviteit is hier geen plaats – vraag het (inmiddels ook) PNA-president Mahmoud Abbas.
In dit nummer van Soemoed staan wij uitgebreid stil bij de achtergronden van de VAE-Israel-overeenkomst. Hoewel achter de schermen al jaren relaties tussen Israel en enkele Golfstaten werden onderhouden, vormt de stap die door de VAE – met in zijn kielzog Bahrein; wie volgt ? – is gezet, een zoveelste klap op rij voor de Palestijnen. In het verlengde daarvan straalt de acteur Netanyahoe al maanden uit dat hij zijn geluk niet op kan en dat de Palestijnen nu eindelijk eens moeten gaan inzien dat het voor hen een bekeken zaak is en het tijd is dat zij zich volledig bij Israelische dictaten neerleggen. Pure intimidatie en te vroeg gejuicht ! Netanyahoe en de zijnen kunnen de Palestijnen best wegdenken, maar het harde gegeven is dat zij nog altijd de helft vormen van de bewoners van het gebied dat zich uitstrekt tussen de Middellandse Zee en de rivier de Jordaan. Om hen onder controle te kunnen houden, verdiept de Israelische apartheid zich. Dat roept zo zijn tegenkrachten op – zowel intern als extern.
De bekende Palestijnse journalist Abdel Bari Atwan – een werkelijk onafhankelijke geest die in Londen woont en werkt – schrijft over de VAE/Israel-overeenkomst:
“Net als andere Golfmonarchieën – met name Saoedi-Arabië en Bahrein – lijden machthebbers in de VAE aan een ernstige mate van paranoia over de groeiende macht en de dreiging van Iran, evenals die van de andere regionale macht Turkije.
Israelische en Amerikaanse beleidsmakers spelen op deze zwakte in. Zoals zij ook de zwakke positie van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) – na de Iraakse Koeweit-Crisis van 1990-1991 belegerd en financieel aan de grond – hebben uitgebuit om de organisatie tot onderhandelingen te verleiden, die zijn uitgemond in de zogeheten Oslo-Akkoorden van 1993 en later. Zo is de PLO-leiding toen in een zorgvuldig door Israel opgezette val getrapt. Wij weten allemaal waar dit op uitgedraaid is.
Daarbij zal het VAE-deelstaatje Abu Dhabi, onder auspiciën van de Verenigde Staten en Israel, worden omgevormd in het ‘Sparta’ van het Arabisch Schiereiland – toegerust met een arsenaal aan even indrukwekkende als dure wapens, waaronder het ultra-geavanceerde F-35 gevechtsvliegtuig, de trots van de Amerikaanse wapenindustrie.
De strategie van Israel en de Verenigde Staten is erop gericht om sektarische spanningen tussen soennieten en shi’ieten aan te wakkeren en deze te verdiepen. Het ‘vredesakkoord’ met de VAE zien zij in dit verband als een speerpunt.
Van dit alles gaat een grote bedreiging voor de regio uit.
De geschiedenis lijkt zich te herhalen. De meeste Arabische heersers zijn onwetend over het verleden dan wel niet in staat om daaruit lessen te trekken – ondanks dat sommigen van hen aan westerse topuniversiteiten zijn opgeleid.”
Tot zover Abdel Bari Atwan (zie zijn bijdrage in dit nummer van Soemoed).
Voor Israel zit er – bij alle retoriek over een Iraanse dreiging – een aantrekkelijke economische dimensie aan het aangaan van formele betrekkingen met de kapitaalkrachtige Golfstaten, die – anders dan Iran of Turkije – bij wijze van spreken nog niet in staat zijn om zelf ook maar een blikopener te produceren. Voor de Verenigde Staten lonken vooral lucratieve defensie-orders.
Bij dit alles zullen de Golfstaten in de ogen van Tel Aviv en Washington wel hun plaats moeten kennen. Aan Israelische militaire hegemonie mag niet getornd worden. Van het ultra-geavanceerde F-35 gevechtsvliegtuig zullen zij hoogstens een minder geavanceerde versie kunnen aanschaffen – om Israels zogeheten QME (Qualitative Military Edge – Kwalitatieve Militaire Voorsprong) niet in gevaar te brengen !
Abdel Bari Atwan
Machthebbers in de Golf denken dat zij bescherming tegen Iran en Turkije kopen – net als eerder de Palestijnen in de nepbelofte van onafhankelijkheid hebben geloofd.
Wijlen Shimon Peres – de sluwe premier van Israel – beschreef de Oslo-Akkoorden als Israels ‘grootste politieke vondst ooit’. Voor de overeenkomst tussen de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Israel die medio september formeel zal wordt ondertekend, kan zo ongeveer hetzelfde gelden.
De eerstgenoemde overeenkomst, op 13 september 1993 ondertekend in Rose Garden van het Witte Huis, verkocht Palestijnen de illusie dat zij een onafhankelijke staat zouden krijgen met de grenzen van 1967 en dat de Gazastrook zou worden omgetoverd in het ‘Singapore van het Midden-Oosten’.
De VAE/Israel-deal [gevolgd door die met Bahrein] is bedoeld om de Arabieren een nog gevaarlijkere illusie te verkopen: de vorming van een ‘soennitisch Arabisch blok’ onder leiding van Israel, om de regionale leiderschapsambities van Iran en Turkije te kunnen bestrijden.
Daarbij zal het VAE-deelstaatje Abu Dhabi, onder auspiciën van de Verenigde Staten en Israel, worden omgevormd in het ‘Sparta’ van het Arabisch Schiereiland – toegerust met een arsenaal aan even indrukwekkende als dure wapens, waaronder het ultra-geavanceerde F-35 gevechtsvliegtuig, de trots van de Amerikaanse wapenindustrie.
Israel en de Verenigde Staten hebben de VAE niet zomaar voor deze rol bestemd. Zij hebben hun keuze zorgvuldig afgewogen en gewacht op de juiste voorwaarden en timing.
Net als andere Golfmonarchieën – met name Saoedi-Arabië en Bahrein – lijden machthebbers in de VAE aan een ernstige mate van paranoia over de groeiende macht en de dreiging van Iran, evenals die van de andere regionale macht Turkije.
Israelische en Amerikaanse beleidsmakers spelen op deze zwakte in. Zoals zij ook de zwakke positie van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) –na de Iraakse Koeweit-Crisis van 1990-1991 belegerd en financieel aan de grond – hebben uitgebuit om de organisatie tot onderhandelingen te verleiden, die zijn uitgemond in de zogeheten Oslo-Akkoorden van 1993 en later. Zo is de PLO-leiding toen in een zorgvuldig door Israel opgezette val getrapt. Wij weten allemaal waar dit op uitgedraaid is.
Zevenentwintig jaar later bevindt de PLO-leiding zich zwakker dan ooit in een isolement. Een onafhankelijke staat of zelfs maar zinvol zelfbestuur heeft zij niet in de wacht weten te slepen. Wat zij uiteindelijk van Trump aangeboden kreeg, was een ‘Deal of the Century’’, die voorzag in de annexatie van 30 procent van de Westelijke Jordaanoever en de gehele Jordaanvallei, bovenop de annexatie van Oost-Jeruzalem – met als achterliggend perspectief verdrijving van de meeste Palestijnen uit het gebied naar Jordanië, dat Tel Aviv als ‘alternatief thuisland’ voor ogen staat.
Arabische leiders nemen geen telefoontjes van PNA-president Mahmoud Abbas meer aan. Heel symbolisch: zijn privévliegtuig staat op de luchthaven van Amman (Jordanië) weg te roesten.
Ambtenaren in de Emiraten beweren dat de nieuwe ‘vredesovereenkomst’ door ‘garanties’ van de Verenigde Staten wordt geschraagd. Zij zouden moeten weten dat dergelijke garanties ook rondom het afsluiten van de Oslo-Akkoorden aan de Palestijnen zijn gegeven.
Bassam Abu-Sharif – destijds een naaste medewerkers van PLO-leider Yasser Arafat – heeft er in een recent artikel in deze krant nog eens op gewezen, dat Peres ooit de Palestijnse leider liet weten dat hij zich vergiste als hij dacht dat de Olso-Akkoorden in de oprichting van een Palestijnse staat zouden uitmonden. Want Israeli’s zouden daar wel nog mee moeten instemmen. Het beste waarop hij kon hopen, was autonomie onder Israelische soevereiniteit.
Arafat heeft te laat doorgehad dat Peres op dit punt [nu eens eindelijk] de waarheid sprak. Zijn opvolger, de president van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA), Mahmoud Abbas, is inmiddels tot de conclusie gekomen dat zelfs autonomie er niet meer inzit. In zijn kantoor in Ramallah zit hij op twee mogelijke uitkomsten te wachten: net als zijn voorganger vermoord te worden, dan wel naar Jordanië gedeporteerd te worden.
Netanyahoe heeft inmiddels herhaalde malen laten weten dat hij zich voor annexatie zal blijven inzetten, ondanks zijn vermeende toezegging aan de VAE om daarvan af te zien. Een van zijn naaste medewerkers bevestigde bovendien, dat Israel een veto heeft uitgesproken over de levering door de Verenigde Staten aan de VAE van het zeer geavanceerde F-35 gevechtsvliegtuig. Hoezo Abu Dhabi het ‘Sparta’ van het Arabisch Schiereiland ? Kortom, toezeggingen worden nu al geschonden.
De strategie van Israel en de Verenigde Staten is erop gericht om sektarische spanningen tussen soennieten en shi’ieten aan te wakkeren en deze te verdiepen. Het ‘vredesakkoord’ met de VAE zien zij in dit verband als een speerpunt.
Van dit alles gaat een grote bedreiging voor de regio uit. Het roept herinneringen op aan de Hoessein-McMahon-Correspondentie ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Die heeft aangezet tot de ‘Grote Arabische Opstand’ tegen het Turks-Osmaanse Rijk. Die opstand werd gezien als een ‘game changer’ waarbij de Arabieren door de Britten veel in het vooruitzicht is gesteld. Achter de schermen sloten zij echter met de Fransen de Sykes-Picot-Overeenkomst, met uiteindelijk als gevolg dat de Arabieren door de Volkenbond onder Britse en Franse voogdij werden geplaatst.
De geschiedenis lijkt zich te herhalen. De meeste Arabische heersers zijn onwetend over het verleden dan wel zijn niet in staat om daaruit lessen te trekken – ondanks dat sommigen van hen aan westerse topuniversiteiten zijn opgeleid.
bron: Ra’i al-Youm (Londen), 30 augustus 2020
Abdel Bari Atwan is een Palestijnse journalist en hoofdredacteur van de digitale nieuws- en opiniewebsite Ra’i al-Youm (Opinie van de Dag)
vertaling: Rudi Cornelissen
Awad Abdelfattah
De recente ondertekening van overeenkomsten tussen twee Golf-regimes en Israel roept bittere herinneringen op aan de Camp David-Akkoorden van 1979.
Het aanschouwen van de ceremoniële ondertekening in het Witte Huis, eerder deze maand, van de ‘normaliserings’-overeenkomsten tussen Israel en twee Golfstaten – de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Bahrein –veroorzaakte sterke gevoelens van verdriet en verontwaardiging, die ons Palestijnen en andere Arabieren overmeesterden toen Egypte 40 jaar geleden de Camp David-Akkoorden met Israel ondertekende.
Deze overeenkomst tussen Egypte en Israel liet de Kwestie Palestina onopgelost, waarbij Palestijnen op zichzelf werden teruggeworpen, levend onder bezetting en blootgesteld aan Israels formidabele, repressieve militaire macht.
Ik herinner mij dat mijn vader en andere familieleden ziedend van woede waren, alsof hun hele wereld was ingestort. Als tweedejaars student heb ik met medestudenten een protestdemonstratie georganiseerd tegen de toenmalige Egyptische president Anwar Sadat, die wij als een verrader en een overloper beschouwden.
Onze grote dromen over de bevrijding van Palestina, de terugkeer van de vluchtelingen, over vrijheid en over een verenigde en ontwikkelde Arabische natie lagen in gruzelementen.
onderschikking aan Washington
Onder leiding van voormalig president Gamal Abdel Nasser was Egypte – het grootste Arabische land – het episch centrum geworden van militant antizionistisch en anti-imperialistisch pan-Arabisme. Jarenlang vormde het land de belangrijkste bron van hoop om een einde te maken aan de zionistische en westerse hegemonie over de Arabische regio, waarmee de weg vrijkwam voor politieke onafhankelijkheid en economische ontwikkeling.
Dit verklaarde de omvang en intensiteit van de Arabische afwijzing van de Camp David-Akkoorden, die de terugtrekking van de Israelische bezettingsmacht uit de Sinaï regelden, in ruil waarvoor Egypte het verenigde Arabische front tegen Israel de rug toekeerde.
De nieuwe oriëntatie van Egypte, waaronder openstelling voor het Westen en het omarmen van een neoliberaal economisch beleid, zou rampzalig voor het Egyptische volk uitpakken. Het schrappen van subsidies voor voedsel en andere eerste levensbehoeften – op advies van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) – draaide uit op een volksopstand die met veel geweld uiteindelijk werd onderdrukt.
Nadien heeft de economische, sociale en politieke crisis in Egypte zich alleen maar verder verdiept. Het land is daarbij volledig aan de Verenigde Staten ondergeschikt geraakt.
Tegelijk kreeg Israel de handen vrij om door te gaan met het belegeren van de Palestijnen en het koloniseren van hun woongebied. Daarbij is het al dan niet grootschalig geweld tegen Libanon en Syrië blijven hanteren.
Voor de Palestijnen hebben de Oslo-Akkoorden van 1993 tussen de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) en Israel voorts catastrofale gevolgen gehad. In 1995 is nog het vredesverdrag tussen Israel en Jordanië gevolgd.
Egypte, de PLO en Jordanië hebben hun rampzalige overeenkomsten met Israel gerechtvaardigd door te wijzen op de hoge tol die zij eerder voor oorlog en verzet hadden betaald. Dat doet bij velen de vraag rijzen waarom de VAE en Bahrein – die niet met Israel in oorlog waren – nu ook de stap hebben gezet, die in andere situaties zo rampzalig is uitgepakt.
onheilige alliantie
De ‘normalisering’ tussen Israel en de genoemde Golfstaten is niet uit de lucht komen vallen. Jarenlang zijn er stappen in die richting gezet. Wat schokkend is, is dat de twee Golfstaten – met name de VAE – in de onheilige alliantie met Israel verder zijn gegaan dan ‘normalisering’, door het zionistische discours over te nemen inzake de strijd van de Palestijnen om hun historische vaderland terug te winnen.
De Arabische Lente (vanaf 2011) die tot de val van enkele despotische regimes zou leiden en andere op hun grondvesten heeft doen schudden, hebben de VAE en Saoedi-Arabië ertoe aangezet om de drijvende krachten achter de Arabische contrarevolutie te worden. Zo hielpen zij de eerste gekozen regering van Egypte omver te werpen en boden zij financiële en militaire steun aan antidemocratische krachten in Libië, Tunesië, Syrië en Jemen [de opstand in Bahrein noopte Saoedi-Arabië tot een militaire interventie met zijn strijdkrachten; red.].
Hun grootste vijand is niet Israel, maar de eigen burgers die als onderdanen worden behandeld, maar die in opstand kunnen komen wanneer hun onderschikking niet langer afgekocht kan worden. Israel dat bij zijn streven naar hegemonie in de Arabische regio op deze en andere despotische regimes steunt, was vanaf het uitbreken van de Arabische Lente bevreesd dat Arabische massa’s zouden aandringen op een andere opstelling ten opzichte van Israel, wanneer zij een vrije, democratische politieke ruimte voor zich zouden kunnen bevechten.
De VAE en Bahrein hebben als rechtvaardiging voor hun alliantie met Israel enerzijds gewezen op hun angst voor Iran, anderzijds spraken zij over het verbreiden van vrede en over het perspectief van economische ontwikkeling in de regio. Eerst en vooral is het de despoten echter te doen om het behoud van de troon en het veiligstellen van de belangen van de heersende families. Bezorgd hebben zij gekeken naar de nieuwe protestgolven in Soedan, Algerije, Irak en Libanon.
uitverkoop Palestijnse zaak
De prijs die de Amerikaanse president Donald Trump en de Israelische premier Benjamin Netanyahoe van de VAE en Bahrein verlangen, is: draag ‘toewijding aan vrede in regio’ uit – wat anders gezegd neerkomt op: laat elke morele gehechtheid aan de Palestijnse zaak varen.
De leiders van alle vier de landen worden daarbij vooral door hun machtsambities gedreven. Maar het gedrag van Netanyahoe is bovendien ingegeven door ideologie – een racistische, koloniale ideologie die tot doel heeft Israel als Joodse Staat op de ruïnes van het Palestijnse thuisland te consolideren en Israels hegemonie in de Arabische regio te vestigen, onder meer door deals met marionetten te sluiten.
Israel heeft op verschillende manieren onvermoeibaar geprobeerd zijn onmenselijke en agressieve vestigings-koloniale project in het hart van de Arabische Wereld te normaliseren. Zolang de Palestijnen zich concentreren op hun legitieme rechten, zullen geen deals hen ervan weerhouden om hun strijd voort te zetten. De enige uitweg is en blijft dekolonisatie, gerechtigheid, gelijkheid en gelijkberechtiging.
bron: Middle East Eye (Londen), 21 september 2020
Awad Abdelfattah is een Palestijn uit Haifa; hij is politiek analist en publicist en was secretaris-generaal van de Balad-partij; hij is de coördinator van de eind 2017 opgerichte One Democratic State Campaign
vertaling: Koen Bos
Philip Weiss
Er is maar één manier om naar de deal tussen de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Israel te kijken: de VAE zoekt meer steun van de Verenigde Staten en men denkt dat die via Israel te krijgen is.
De kroonprins van het VAE-deelstaatje Dubai, Mohammed bin Zayed, meent dat hij pas de gunst van de regerende supermacht zal verwerven, wanneer hij Israel en de Israel-lobby in de Verenigde Staten weet te behagen. Dan zal de VAE bijvoorbeeld geavanceerde wapens geleverd krijgen, iets waarvoor alleen de vrienden van Israel in aanmerking komen. Voor de Palestijnen geldt een en ander in nog sterkere mate.
Het onderkennen van de macht van de Israel-lobby gaat veel verder dan de conventionele opvatting dat deze het Amerikaanse beleid ten aanzien van Israel en Palestina beïnvloedt. In deze beoordeling sta ik bepaald niet alleen. Het is een breed levende opvatting in hoofdsteden van de wereld. Zelfs Vladimir Poetin (Russische Federatie) en Narendra Modi (India) hebben op deze wijze geopereerd: zij zien de Israel-lobby als de poortwachter in Washington. In machtspolitiek is perceptie een realiteit.
Israelische politieke analisten stellen deze invloed regelmatig aan de orde, terwijl niemand in de Amerikaanse media zoiets doet. De feiten zijn simpelweg te ondemocratisch. De media krijgen het al moeilijk genoeg met een minder verregaande theorie over de invloed van de Israel-lobby, om zelfs maar hardop na te durven denken over een brede rol.
Hieronder volgt een kort overzicht van de opstelling van een aantal staten naar de Verenigde Staten/Israel, die de poortwachter-theorie bevestigt.
Egypte – Dit land springt als voorloper van de VAE in het oog. Toenmalig president Anwar al-Sadat handelde bepaald niet uit altruïsme toen hij in 1977 een diplomatieke opening naar Israel maakte. ‘Sadat had met de Sovjet-Unie gebroken en wierp zijn lot in handen van de Amerikanen. Hij realiseerde zich dat als hij de Russische economische en militaire steun wilde vervangen door Amerikaanse, hij deze alleen kon krijgen door een gedurfde stap richting Israel te zetten, op basis van zijn perceptie van de invloed van Amerikaanse joden en – meer in het algemeen – van de steun van het Amerikaanse publiek voor Israel,’ schreef de joodse-Amerikaanse politieke veteraan en Israel-lobbyist Stuart Eizenstat in zijn boek over de regeerperiode van president Jimmy Carter [1977-1981].
Het staat buiten kijf dat Egypte via zijn deal met Israel veel uit zijn relatie met de Verenigde Staten heeft weten te slepen, ook al was de politieke koerswijziging van Sadat bij het Egyptische publiek niet populair. De boodschap van Washington aan Cairo was: zolang jullie je deal met Israel nakomen, kunnen jullie met je volk doen wat jullie willen.
India – Na de oprichting van de Staat Israel in 1948 bleef India opkomen voor de onvervreemdbare rechten van het Palestijnse volk. Om de gunst van de Verenigde Staten te verkrijgen, heeft India zijn opstelling echter gewijzigd. Dat was in 1992, aan de vooravond een bezoek van de toenmalige Indiase premier Narasimha Rao aan Washington.
Door een Israelische denktank is gesteld dat India zijn standpunt over Israel heeft gewijzigd op grond van de vermeende ‘invloed van de joodse lobby’, via welke India de steun zocht van de Verenigde Staten bij het verkrijgen van economische hulp van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank, waar ‘India op dat moment om zat te springen’.
De Indiase politicoloog Vinay Kaura schrijft in een publicatie van het Begin Sadat Center for Strategic Studies van de Bar-Ilan University in Ramat Gan in Israel: ‘In bepaalde kringen binnen de Indiase regering was het gevoel sterk dat het aangaan van diplomatieke betrekkingen met Israel het imago van India in de Verenigde Staten zou verbeteren.’
Die perceptie van de macht van de Israel-lobby speelt tot op de dag van vandaag. Inzake het besluit van premier Narendra Modi om in 2017 Israel te bezoeken, schrijft Kaura: ‘Het was de erkenning van de invloed van de joodse lobby in de Verenigde Staten die deze ontwikkeling in de Indiaas-Israelische betrekkingen heeft bevorderd. Toen Modi van 4-6 juli zijn historische bezoek aan Israel bracht, tweette de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Israel, Dan Shapiro, dat het “verbluffend succesvolle bezoek van de Indiase premier Modi een enorme strategische opsteker voor Israel was”.’
Russische Federatie – In 2018 schreef de Amerikaanse nieuwswebsite Axios dat Rusland Israel bij Washington als tussenpersoon had gebruikt om tot een grote Syrië-deal te komen, waarbij Rusland Iran ertoe zou bewegen zijn strijders uit Syrië terug te trekken in ruil voor het afzwakken van de sancties tegen Iran. De journalist Barak Ravid van het Israelische dagblad Haaretz (Tel Aviv) wist nadien te melden dat premier Benjamin Netanyahoe daartoe weliswaar was aangezocht, maar dat deze de deal had geblokkeerd omdat Israel de sancties tegen Iran onverkort in stand wilde houden. ‘Zij [de Russen] vroegen ons om voor hen deuren in Washington te openen, vertrouwde een Israelische functionaris mij toe,’ aldus Ravid.
Saoedi-Arabië – Saoedi-Arabië heeft de betrekkingen met Israel formeel nimmer genormaliseerd. Maar er wordt gezegd dat Ryad achter de schermen met Israel samenwerkt – anders dan in het geval van Iran. De Saoedi’s hebben veel baat bij die samenwerking gehad. Zo hebben zij de Israel-lobby ingezet om zich te beschermen tegen kritiek in de Verenigde Staten vanwege de gruwelijke moord in Turkije op de Saoedische dissident Jamal Khashoggi en voorts op het Saoedische aandeel in de genocide in Jemen. In 2018 wisten de Republikeinen [van de partij van Donald Trump] in het Congres kritiek op Saoedi-Arabië te blokkeren.
De journalist Eli Clifton heeft erop gewezen dat Saoedi-Arabië over een belangrijke troef beschikte in de persoon van de joods-Amerikaanse lobbyist Norm Coleman. Deze staat te boek als een fervente pleitbezorger van Israel. ‘Norm Coleman speelt een centrale rol bij het verwerven van omvangrijke campagnegelden voor de Republikeinse Partij. Hij windt er geen doekjes om wat zijn Saoedische opdrachtgevers van hem verwachten,’ aldus Clifton. Volgens hem betaalde Riyad Coleman voor zijn diensten 125.000 dollar per maand.
Als landelijk voorzitter van de Republikeins-Joodse Coalitie onderhoudt Coleman nauwe banden met de joods-Amerikaanse miljardair en miltante pleitbezorger van Israel, Sheldon Adelson. Deze laatste zet veel geld in ten bate van Israel en is daarbij een belangrijke donor van de Republikeinse Partij. [In Israel financiert hij het gratis dagblad Israel Hayom dat een spreekbuis van premier Netanyahoe is; red.]
Saoedi-Arabië kreeg eveneens steun van United Against Nuclear Iran – een zeer pro-Israelische pressiegroep die deels door de joodse Amerikaan Thomas Kaplan wordt gefinancierd. Clifton wist te melden dat Kaplan drie maanden na de moord op Khashoggi bij een evenement met de kroonprins Mohammed bin Salman is gezien, op een moment dat elk fatsoenlijk mens deze vanwege zijn rol in de moord als de pest meed. Kaplan is een prominente pleitbezorger van Israel en heeft, net als Coleman, connecties met Adelson. Daarnaast onderhoudt hij banden met de niet bepaald als progressief te boek staande Council on Foreign Relations, maar ook met liberale instellingen als de 92nd St Y in New York en het Belfer Center van de Kennedy School van de Harvard University.
Dat de Saoedi’s op de Israel-lobby bouwen, werd onlangs opnieuw bevestigd door een uitzending van de Israelische omroep i24News. Edy Cohen – een Israelische expert op het gebied van Arabische politiek bij het eerdergenoemde Begin and Sadat Center for Strategic Studies – zei in die uitzending dat Bin Salman naar goede betrekkingen met Israel streefde, omdat in de Verenigde Staten de ‘joodse lobby erg sterk is, AIPAC is erg sterk’. Om van Amerikaanse steun verzekerd te blijven, wendde Saoedi-Arabië zich tot de Israel-lobby en tot Israel, aldus Cohen.
Enkele dagen na de moord op Khashoggi is Netanyahoe de Saoedi’s te hulp geschoten door te proberen de Verenigde Staten ertoe te bewegen de moord door de vingers te zien. Dat heeft Washington inderdaad gedaan.
Honduras – In januari 2019 meldde de eerdergenoemde Israelische journalist Ravid dat Honduras contact had opgenomen met Israel om een ontmoeting te arrangeren met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo. Netanyahoe kreeg een ontmoeting voor elkaar en spinde daar garen bij. Ravid schreef op de Axios-site: ‘De Israelische premier Benjamin Netanyahoe hielp om voor de Hondurese president Juan Orlando Hernández deuren in Washington te openen. In ruil daarvoor probeerde hij Honduras ertoe te bewegen om zijn ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem te verplaatsen.’ […] Hernández had Netanyahoe concreet gevraagd om voor hem een ontmoeting met Pompeo te regelen, nadat eerdere pogingen op niets waren uitgelopen. Netanyahoe vroeg daarop Pompeo om aanwezig te zijn bij diens ontmoeting met Hernández, die vooral zou gaan over de verplaatsing van de Hondurese ambassade naar Jeruzalem. De trilaterale bijeenkomst heeft al met al slechts 15 minuten geduurd.’
Qatar – De regering van deze Golfstaat nodigde de joods-Amerikaanse rechten-professor en zeer militante Israel-lobbyist Alan Dershowitz en de joods-Amerikaanse econoom Morton Klein in 2017 uit om het land te bezoeken, in een poging af te komen van het ‘pro-terrorisme’ label vanwege eerdere steun aan het Palestijnse verzet. Dershowitz schreef prompt een artikel voor The Hill (Washington) waarin hij zei dat Qatar niet langer geïsoleerd moest worden. Qatar kwam op zijn beurt over de brug door de eigen invloedrijke zender Al-Jazeera te verbieden een vierdelige undercover-documentaire over de activiteiten van de Israel-lobby in de Verenigde Staten uit te zenden [The Electronic Intifada (Chicago) heeft deze in handen gekregen en alsnog online gezet; red.].
Zo zou ik door kunnen gaan. Ik beperk mij tot nog drie korte voorbeelden.
Tunesië – In 2019 spendeerde een Tunesische presidentskandidaat een miljoen dollar om een Canadees bedrijf in te huren dat onder leiding stond van een voormalige Israelische inlichtingenofficier. Via die weg probeerde hij een ontmoeting met president Trump te krijgen. De deal is openbaar geworden en dat heeft de kandidaat politiek veel schade berokkend. Er is hier sprake van een patroon, waarbij Tunesische politici ernaar streven de betrekkingen met Israel te normaliseren om zo ingangen in Washington te krijgen.
Venezuela – Juan Guaido – de man die president van Venezuela wil worden – heeft verklaard dat hij de betrekkingen met Israel zal herstellen, die de regering tien jaar geleden verbrak uit zorg over de positie van de Palestijnen. Guaido heeft vanzelfsprekend kunnen rekenen op steun van de regering-Trump, die uit is op de val van de zittende president Nicolás Maduro.
Democratische Republiek Congo – Dit land huurde een Israelisch bedrijf in om in Washington te lobbyen om de sancties vanwege mensenrechtenschendingen tegen het land opgeheven te krijgen. ‘De Democratische Republiek Congo huurde een Israelisch bedrijf in om vanwege de scherpe kritiek waaraan [de toenmalige] president Joseph Kabila blootstond, bij de Amerikaanse regering te lobbyen. Kabila had nagelaten om verkiezingen te houden en de macht over te dragen,’ meldde Bloomberg (New York) in 2017.
Noem het een samenzwering of de gebruikelijke werking van een supermacht en een cliëntstaat, maar dit patroon van vriendschap-met-Israel-in-ruil-voor-toegang-tot-Washington wordt inmiddels breed nagevolgd. De eerdergenoemde Cohen van het Begin Sadat Center for Strategic Studies legde vorig jaar in een stuk voor de Jewish News Service uit, dat de Golfstaten louter uit eigenbelang handelden: ‘De Arabische Golfstaten willen graag deel uitmaken van het westerse blok – dat wil zeggen niet noodzakelijkerwijs uit liefde voor Zion. Zij begrijpen dat de weg naar goede betrekkingen met het Westen en de Verenigde Staten via Israel loopt. […] Werkelijke vrede is daarbij niet het doel van de Golfstaten. Het gaat meer om een belangenafweging, de noodzaak om de veiligheid en stabiliteit te bewaren en Amerikaanse hulp in stand te houden.’
Cohen gelooft sterker in de macht van de Israel-lobby dan ikzelf. Ooit beweerde hij dat de Israel-lobby de Turkse lira naar beneden dreef om president Recep Erdoğan te straffen voor diens anti-Israelische houding.
Het fascinerende aan de poortwachter-theorie is dat er ongetwijfeld voorbeelden te geven zijn die deze ondersteunen. De Amerikaanse media zullen daar nooit over reppen. Niettemin is het patroon duidelijk: veel machtige leiders zien de pro-Israel-lobby in elk geval als een poortwachter. Tegelijk kan men de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten niet begrijpen zonder zich in de rol van de Israel-lobby in Washington te verdiepen.
Toenmalig president Barack Obama zèlf erkende de poortwachter-rol van de Israel-lobby, door contact te zoeken met Malcolm Hoenlein – de vicevoorzitter van de Conference of Presidents of Major American Jewish Organisations en een militante voorvechter van de joodse nederzettingen in de bezette Palestijnse Gebieden – omtrent de eventuele benoeming van Hillary Clinton als diens minister van Buitenlandse Zaken. The New York Times meldde zes jaar na dato: ‘Eenmaal tot president gekozen, leek Obama te beseffen dat hij iemand nodig had om hem bij de Israelische regering en haar Amerikaanse pleitbezorgers geloofwaardigheid te verlenen – in de persoon van een beproefd vriend van Israel die dat land, in het kader van een vredesregeling met de Palestijnen, weg van de joodse nederzettingen kon krijgen. Een medewerker van Obama belde Hoenlein en vroeg hem met Hillary Clinton contact op te nemen en haar te polsen of zij het ‘een goed idee vond’ om tot minister van Buitenlandse Zaken te worden benoemd.’
Kortom, bij zijn belangrijkste benoeming moest Obama ‘geloofwaardigheid’ zien te tonen aan de Israelische regering en de Israel-lobby. Dat is pas een bewijs van macht ! De machteloosheid van de president in het Israel/Palestina-dossier werd duidelijk toen Obama uiteindelijk niets kon doen om de uitbreiding van de joodse nederzettingen te vertragen. Net zomin als hij de Democratische senator van New York Chuck Schumer [van zijn eigen partij dus] kon straffen omdat hij zich tegen de nucleaire deal met Iran – en daarmee tegen hem – verzette. De macht van de lobby overstijgt partijpolitiek.
Daarom dringen zelfs liberale zionisten erop aan dat de steun in Washington voor Israel ‘bipartisan’ blijft. Zij willen die steun behouden door meningsverschillen binnen de Israel-lobby niet in het openbaar uit te vechten. De steun voor Israel moet zo Amerikaans zijn als ‘mom and apple pie’.
bron: Mondoweiss (Verenigde Staten), 17 augustus 2020 (licht bewerkt)
Philip Weiss is oprichter en hoofdredacteur van Mondoweiss
vertaling: Rudi Cornelissen