mei-augustus 2020 | nr 3-4

Inhoud | jaargang 48, nummer 3-4 |
  • Al-Nakba – géén zaak uit het verleden (pp. 4-8).
  • De misdaden van 1948: joodse strijders spreken zich uit (pp. 9-11).
  • Palestina – dit beloofde maar gestolen land (pp. 12-13).
  • Cartograaf Khalil Tafakji: ‘Trump helpt versnippering Palestijns grondgebied te bestendigen’ (pp. 14-15).
  • Trump-Plan vormt aanslag op rechten van tienduizenden Israelische Palestijnen (pp. 16-18).
  • Het belang van internationaal recht en Resolutie 242 van de VN-Veiligheidsraad (p. 19).
  • Palestijnen hekelen nieuwe Israelische ‘natuurreservaten’ in de Jordaanvallei als een rookgordijn voor annexatie (pp. 20-22).
  • Israels geplande annexatie van de Jordaanvallei: wat is er hier in het geding ? (pp. 23-25).
  • EU-buitenlandchef bevraagd over Israelische apartheid en annexatieplannen (p. 26).
  • ‘Economische vrede’ als alternatief voor een politieke regeling (pp. 27-28).
  • Palestijnse verkiezingen – het wordt moeilijk om een keuze te maken (pp. 29-31).
  • Lea Tsemel: ‘Israelische regering tolereert geen verzet meer’ (pp. 32-35).
  • Het Israelische plan om de BDS-beweging financieel te ontwrichten (pp. 36-39).
  • PKN – een gegijzelde kerk (pp. 40-42).
  • Amnesty International: Israel traint Amerikaanse politie in repressieve technieken (p. 42).
  • Netanyahoe misbruikt de Holocaust om de Palestijnen te onderdrukken (p. 43).
Redactioneel
annexatie & BDS

Israel maakt zich op voor de annexatie van (delen van) de sinds 1967 bezette Westelijke Jordaanoever, waaronder de Jordaanvallei. Dit komt na de annexatie van Oost-Jeruzalem (in 1967) en de (Syrische) Hoogvlakte van Golan (in 1981). Interne en externe factoren zullen ditmaal de omvang en de timing (steun van Donald Trump) van de annexatie bepalen.

Het is genoegzaam bekend dat annexatie van grondgebied dat met militair geweld is veroverd een ernstige schending van het internationaal recht vormt. Ook dat ‘de internationale gemeenschap’ in het geval van Israel – anders dan bij Irak/Koeweit en Rusland/de Krim – annexatie steeds over haar kant heeft laten gaan. Zoals men ook heeft nagelaten om machtsmiddelen in te zetten tegen Israels volkenrechtelijk illegale praktijk om joodse kolonisten in de bezette Palestijnse Gebieden te vestigen (inmiddels 650.000 !). Kolonisatie, annexatie en niet-optreden daartegen, ondermijnen de moeizaam opgebouwde internationale rechtsorde. Als verdreven, bezet en gekoloniseerd volk moeten de Palestijnen in hun strijd voor elementaire rechten het onder meer van die laatste hebben.

Israels voornemen om opnieuw tot annexatie over te gaan, is inmiddels in de wereld breed op kritiek gestuit – ook van zionistische zijde.

Zo stelt een groep prominente Britse joden – volgens eigen zeggen ‘committed Zionists and passionately outspoken friends of Israel’ – dat zij in de voorgestelde annexatie ‘geen constructieve stap’ zien, eerder ‘een pyrrusoverwinning’ die de politieke, diplomatieke en economische uitdagingen waarvoor Israel zich gesteld ziet, alleen maar zal vergroten, zonder enig tastbaar voordeel op te leveren. De internationale reputatie van Israel [welke en bij wie ?] zal er ernstig onder lijden; annexatie zal gezien worden als het bewijs dat Israel een vrede langs de weg van onderhandelingen – meer in het bijzonder een twee staten-oplossing – afwijst [maar dat was in brede kring al duidelijk]; annexatie zal de positie van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA) [Israels onderaannemer in veiligheidszaken] ondermijnen met mogelijk een fatale afloop; de relatie met Jordanië en Egypte zal erdoor verslechteren en de groeiende samenwerking met de Golfstaten zal erdoor ondermijnd worden; en … annexatie zal een opsteker zijn voor de BDS-beweging en een push geven aan de delegitimering van de Staat Israel; de roep om sancties tegen Israel zal niet langer alleen van de kant van ‘extreem-links’ komen, maar deze ‘katapulteren’ in het ‘politieke mainstream discours’ (Haaretz van 5 juni). Kortom, in hun ogen is Israel hier niet goed bezig en moet het eigenlijk tegen zichzelf in bescherming genomen worden.

Hun opstelling richting Israel steekt scherp af tegenover die ten aanzien van de Palestijnen, aan wier belangen door hen slechts lippendienst wordt bewezen.

Dat deze ‘committed Zionists and passionately outspoken friends of Israel’ zich blijven uitspreken vóór een ‘twee staten-oplossing’, is eerst en vooral ingegeven door hun streven om Israel als ‘joodse en democratische staat’ overeind te houden – ofwel om de kolonistenstaat Israel te behoeden voor een verdere verdieping en verscherping van zijn apartheidsrelatie met de autochtone Palestijnse bevolking. Want apartheid roept zo zijn tegenkrachten op – in Palestina en daarbuiten – en houdt tevens het gevaar in zich dat een en ander op meer gruweldaden jegens de Palestijnen zal uitdraaien.

De opstelling van Westerse regeringen verschilt in essentie niet veel van die van de bovengenoemde ‘committed Zionists and passionately outspoken friends of Israel’. Ook voor deze staan de belangen van Israel voorop. Het stemgedrag door de jaren heen in de VN onderstreept dit. De opstelling van de EU met haar vele vormen van samenwerking met Israel – economisch, wetenschappelijk, militair, intelligence – geeft eenzelfde beeld. Daarbij stoelt de mantra van de zogenaamde twee staten-oplossing – zogenaamd, omdat deze de Palestijnen in Israel veroordeelt tot tweede- of derderangs burgers in eigen land en voorts rechtsherstel van de Palestijnse vluchtelingen in de weg staat – op het uitgangspunt van Europese staten dat Israel als een staat van en voor joden overeind gehouden moet worden. Onderlinge meningsverschillen draaien vooral om de expansionistische politiek van Israel, vanwege de gevolgen daarvan voor zowel het land zelf als voor de Palestijnen. Maar zoals gezegd is men daarbij niet bereid om tegen dit expansionisme en in het algemeen tegen de onderdrukking van de Palestijnen en de ontkenning van hun rechten op te treden. Daarom zijn ook nu de verwachtingen laag gespannen dat er – ondanks alle verbale kritiek – daadwerkelijk maatregelen tegen Israel genomen zullen worden, wanneer annexatie – klein of groot – doorgezet wordt.

De ‘committed Zionists and passionately outspoken friends of Israel’ hebben gelijk wanneer zij inschatten dat annexatie een impuls – een extra impuls – aan de BDS-beweging zal geven (Boycot, Desinvesteren & Sancties). Want weldenkende burgers die de politiek van hun regeringen en van hun politieke partijen inzake Israel/Palestina al niet langer kunnen volgen, laat staan deze onderschrijven, zullen meer openstaan voor de argumenten en de strijdmethode van de BDS-beweging. BDS-activisten in Europa voelen zich daarbij sinds kort extra gesterkt door het (unanieme) vonnis van het Europees Hof voor de Rechten van de Mensen in Straatsburg – het hoogste rechtscollege in Europa. Dit Hof haalde – onder verwijzing naar Artikel 10 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) waarin onder meer de vrijheid van meningsuiting is vastgelegd – een eerder vonnis van de Franse Raad van State onderuit, dat activisten had veroordeeld voor discriminatie vanwege een boycotactie tegen Israelische supermarktproducten – en daarmee de BDS-campagne feitelijk buiten de Franse wet had geplaatst.

Waar sommigen voorheen – ten onrechte – een duidelijk onderscheid wensten te maken tussen producten uit de joodse nederzettingen en uit Israel zelf: met annexatie van de nederzettingen kan dit onderscheid niet langer gemaakt worden.

Al-Nakba – géén zaak uit het verleden

Joseph Massad

Onderstaande analyse over de ‘ongoing Nakba’ (voortgaande Nakba), van de prominente Amerikaans-Palestijnse wetenschapper Joseph Massad, dateert uit 2008, maar heeft sindsdien niets aan inspirerende kracht verloren; daarom drukken wij deze alsnog af in dit nummer van Soemoed, waarin de Nakba een prominente plaats inneemt; de redactie 

Weinig is zo moeilijk te vatten in de moderne geschiedenis van Palestina en de Palestijnen als de betekenis van Al-Nakba – de catastrofe van 1948 (hierna de Nakba). Moet de Nakba worden gezien als een op zichzelf staande gebeurtenis die plaatsvond en werd afgerond in 1948, of is deze iets anders ? Wat zijn de politieke implicaties indien men de Nakba beschouwt als een gebeurtenis uit het verleden, die jaarlijks wordt herdacht, waarbij het hoofd wordt gebogen voor de ontzagwekkende symboliek ervan ? Wat zijn de gevolgen wanneer de Nakba wordt omgevormd tot een afgeronde, te betreuren maar uiteindelijk als feit te aanvaarden historische episode ?

Ik wil erop wijzen dat er veel op het spel staat wanneer de Nakba als een gebeurtenis uit het verleden wordt voorgesteld – een voldongen feit dat nu eenmaal moet worden geaccepteerd, erkend en uiteindelijk te boven moet worden gekomen; sterker nog dat men dat om verder te kunnen, de Nakba achter zich moet laten.

Van sommige kanten is zelfs geopperd dat wanneer Israel de Nakba erkent en zich ervoor verontschuldigt, de Palestijnen zouden vergeven en vergeten, en de gevolgen van de Nakba in dat geval zouden worden beperkt tot de herdenking ervan – wat niet zo heel anders zou zijn dan wat dit jaar gebeurt.

Naar mijn mening is de Nakba noch het een noch het ander en is de poging om het dit jaar te hebben over de zoveelste verjaardag van leven en dood van de Nakba een grove fout. De Nakba is in feite veel ouder dan die welke dit jaar wordt herdacht en is nog steeds onder ons, springlevend en zich voortbewegend door de geschiedenis, als een opeenstapeling van rampen voor de Palestijnen. De Nakba is volgens mij een historisch tijdperk dat ruim 100 jaar oud is en nog steeds voortduurt.

Want in het jaar 1881 begon de joodse kolonisatie van Palestina, die zoals bekend, nooit opgehouden. Hoe graag de wereld de Palestijnen in de post-Nakba-tijd wil plaatsen, ik blijf erbij dat wij nog volop in Nakba-tijden leven. Wij houden ons dit jaar niet bezig met herdenken, maar met het getuigen van de voortgaande Nakba die Palestina en de Palestijnen blijft vernietigen. Mijn stelling is daarom dat dit jaar helemaal niet de zoveelste verjaardag van de Nakba is, maar gewoon weer een jaar dat de wreedheid ervan moest worden doorstaan; dat de Nakba nooit echt geschiedenis is geworden maar levende geschiedenis.

de betekenis van de Nakba

Hoewel de Nakba naar het Engels wordt vertaald als ‘catastrophe’ (catastrofe), ‘disaster’ (ramp), of ‘calamity’ (calamiteit), geven deze vertalingen niet de juiste betekenis weer van de Arabische omschrijving. De Nakba als daad begaan door het politieke zionisme en zijn aanhangers tegen Palestina en de Palestijnen, heeft de Palestijnen tot mankubin [slachtoffers van de Nakba] gemaakt. Het Engels is niet toereikend voor een vertaling van mankubin, tenzij wij de taal een beetje oprekken en de Palestijnen beschrijven als een catastrophe-d of disaster-ed volk.

In tegenstelling tot het Griekse woord voor catastrofe, dat omvallen betekent, of het Latijnse woord voor ramp, dat een rampzalige gebeurtenis omschrijft als gevolg van sterren die niet in de juiste stand staan, is de Nakba een daad van opzettelijke vernietiging, van onderwerping van een volk aan calamiteiten, van een zorgvuldig geplande verwoesting van een land en zijn bevolking. Het woord is bedacht door de vooraanstaande Arabische intellectueel Constantine Zureik in zijn beknopte boekje uit augustus 1948 over de betekenis van de Nakba, die aan de gang was terwijl hij het schreef, net zoals de Nakba aan de gang is terwijl ik deze regels schrijf.

Van begin af aan heeft het Palestijnse volk zich verzet tegen de racistische en koloniale logica van de Nakba, door de kolonisten te bestrijden in de jaren ‘80 en ‘90 van de 19e eeuw, de jaren ‘10, ‘20, ‘30, ‘40, ‘50, ’60 van de 20ste eeuw enzovoort, tot de dag van vandaag. Hoewel het Palestijnse verzet er niet in is geslaagd om de massale verdrijving van de helft van het Palestijnse volk en de regelrechte diefstal van hun hele land te voorkomen, heeft het wel met succes het officiële zionistische geheugen ondergraven.

Het geheugen, dat altijd bij uitstek een onderdeel is geweest van het Palestijnse verzet.

Wanneer Palestijnen erop staan hun land, hun steden en hun dorpen bij de oorspronkelijke naam te noemen, dan verzetten zij zich niet alleen tegen de banale namen die het zionisme aan het land heeft opgedrongen, maar houden ze ook vast aan een geografisch geheugen dat Israel nagenoeg fysiek heeft kunnen uitwissen. De wreedheid van het zionisme hield in dat Israel inmiddels zeventig jaar lang, vanaf zijn oprichting, hardnekkig bleef ontkennen dat de Palestijnen zelfs als volk, of als naam bestaan; dat de benaming ‘Palestijnen’ niet eens mag worden uitgesproken. Voor zionisten is de benaming ‘Palestijn’  een bezwering die hun bestaan zou kunnen vernietigen. En dat is niet eens uit de lucht gegrepen, want de benaming ‘Palestijn’ is op zich de sterkste vorm van verzet tegen hun officiële geheugen. De benaming ‘Palestijn’ heeft ook gezorgd voor continuïteit op het gebied van Palestijnse cultuur en Palestijns openbaar leven, de Palestijnse identiteit en nationaliteit, zaken waarvan Israel had gehoopt dat die volledig zouden worden uitgewist, en waarvan het voortbestaan altijd een bedreiging zal zijn voor een fictief geheugen zonder Palestina en de Palestijnen.

Het Palestijnse contra-geheugen tornt ondubbelzinnig aan de opzet van de Nakba om Palestina als geografische entiteit van de kaart te vegen, en frustreert de voortdurende pogingen van de Nakba om de Palestijnen uit te wissen als nationale groep met een pre-Nakba geschiedenis. Het voortbestaan van de Palestijnen na het begin van de Nakba, in weerwil van verwoede pogingen om hen van de aardbodem weg te vagen, betekent dat de Nakba bepaald geen succesvolle zionistische overwinning is. Daarom volhardt de Staat Israel erin de ‘eigen’ Palestijnse burgers met ‘Israelische Arabieren’ aan te duiden, teneinde hun Palestijn-zijn de kop in te drukken. Ook de druk van zionistische zijde om Palestijnse vluchtelingen de nationaliteit te verlenen van de landen waarin zij zich hebben gevestigd, heeft als doel hun naam uit te wissen.

Tegenover Israels uiteindelijke erkenning in 1993 [‘Oslo’] van het bestaan van een Palestijns volk, stond wel de voorwaarde dat het Palestijnse volk zou worden teruggebracht tot een derde van zijn totale aantal. Met de ondertekening van de Oslo-Akkoorden sloot Israel een compromis met een gewillig Palestijns leiderschap. Het zogeheten Palestijns Nationaal Gezag (PNA) kwam met Israel overeen dat Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever en Gaza als Palestijnen werden aangeduid, maar dat de rest van het Palestijnse volk een definitieve ‘ont-Palestijning’ zou ondergaan. Onder het mom van het Akkoord van Genève stemde het Palestijnse leiderschap er tevens mee in dat de joodse bevolking van Israel zou worden vermenigvuldigd met een factor drie, waarbij Israel zou worden erkend als de staat van alle joden wereldwijd en niet van de joden die er woonden, laat staan de Palestijnse burgers waarover het regeerde.

Maar deze transactie is mislukt. Hoezeer het zich ook probeerde te legitimeren, de PNA kon alleen worden gezien voor wat het is: de realisering van de Israelische bezetting, een autoriteit die in haar hele opzet overeenkwam met alle koloniale marionettenregimes in Azië en Afrika die hun meesters dienen, onder meer door het innen van belastingen en het exploiteren van postkantoren; of de Bantustans die Zuid-Afrika onder het apartheidsregime had opgezet als alternatieve thuislanden.

Hoezeer de PNA het ook probeerde, het wist niet de bevoegdheid te verwerven om de Palestijnse en Joodse volkeren een naam te geven. Net zoals Israel dat eerder niet was gelukt. Palestijnen volharden in hun naam en blijven opname in een Palestijnse staat eisen, terwijl niet-Israelische joden blijven afzien van het Israelische staatsburgerschap, los van in hoeverre zij Israel steunen of niet. Naamgevingspolitiek is de politiek van macht en verzet. De macht om namen te geven, creëert fictieve geschiedenissen tegenover materiële realiteiten. Hoewel Israel erin is geslaagd fysieke en geografische realiteiten op te leggen, is zijn poging om het historische geheugen uit te wissen mislukt. Palestijnen hebben de weg van de vervalsing van hun geschiedenis en die van henzelf altijd tegengehouden.

de Nakba is nu

Sinds de term werd gehanteerd als omschrijving van de tumultueuze ontwikkelingen in 1948 zijn er voortdurend pogingen ondernomen om de Nakba te definiëren als een afgeronde gebeurtenis uit het verleden in plaats van als een nog altijd niet voltooide actie. Dit is geen epistemologische strijd, maar een levendige politieke strijd. De Nakba duiden als een voorbije en voltooide aangelegenheid is deze tot een succes verklaren en uitgaan van de onomkeerbaarheid van het resultaat ervan. Het houdt in dat er niet langer sprake is van een strijd om de term te definiëren, noch van succesvol verzet ertegen. Het geeft de term historische en politieke legitimiteit als een vaststaand feit en beschouwt daarmee dus ook alles wat eruit is voortgevloeid als een natuurlijk gevolg ervan.

En dus is volgens het zionistische discours de huidige strijd van de Palestijnse burgers van Israel geen normale antikoloniale strijd of een strijd om nationale of etnische of burgerrechten, maar een ‘abnormale’ strijd om de Nakba terug te draaien.

Het feit dat Israel ruim 20 wetten kent die joodse religieuze en raciale privileges op het gebied van rechten en plichten ten opzichte van niet-joodse burgers institutionaliseren, wordt voorgesteld als een normale interpretatie van de Nakba die de Palestijnen weigeren te accepteren. Sommige Israelische leiders, onder wie [de politica en latere minister van Justitie] Tzipi Livni, hebben zelfs geopperd dat Palestijnse burgers van Israel eigenlijk zouden moeten vertrekken naar landen waar hen nationale rechten verleend zouden worden, in plaats van in Israel te blijven, waar hen altijd gelijke rechten zullen worden ontzegd op grond van hun voortdurende Nakba.

Palestijnen worden er vaak aan herinnerd dat ‘veel grootsere’ volkeren dan zij ervoor hebben gekozen om weg te trekken uit landen die hen rechten ontzegden, naar een land dat hen wel rechten verleende, namelijk Europese joden – die vervolgens de Nakba aan de Palestijnen oplegden. Als Palestijnen in Israel willen blijven, moeten zij de normaliteit van de Nakba accepteren en zich neerleggen bij hun status van mankubin, die nooit dezelfde rechten als joden kunnen en zullen hebben. Hun weigering om de gevolgen van de Nakba te accepteren, is er de reden van dat Palestijnse staatsburgers van Israel het land oproepen zijn racistische wetten in te trekken en een Israelische in plaats van een Joodse Staat te worden. Israel staat erop dat de gevolgen van de Nakba door alle Palestijnen worden geaccepteerd.

Het feit dat de Nakba Palestina heeft veranderd in ‘de Joodse Staat,’ is – zo wordt de Palestijnen verteld – onomkeerbaar en geen enkele vorm van burgerrechtenactivisme of nationale strijd zal dit belangrijke wapenfeit ongedaan maken. Palestijnse burgers van Israel lijken hiervan echter niet overtuigd en blijven zich verzetten tegen die onomkeerbaarheid. Hun lot wordt volgens Israel echter niet veroorzaakt door de Nakba, maar door het feit dat ze zich ertegen blijven verzetten.

Er wordt ook gezegd dat de Palestijnse vluchtelingen die al decennia lang wegkwijnen in kampen te vergelijken zijn met alle andere vluchtelingenpopulaties die de wereld van de 20e en de 21ste eeuw bevolken, als gevolg van oorlogen. Israel benadrukt dat hun probleem niet het gevolg is van de zionistische acties van 1947-1948, waardoor zij uit hun geboorteland werden verdreven, maar van de weigering van Palestijnen en Arabische buurlanden om na 1948 de Nakba als onomkeerbaar te accepteren en de arme vluchtelingen op te vangen in hun gastlanden. Volgens het zionisme lijden de vluchtelingen niet vanwege de Nakba, maar omdat zij weigeren de Nakba te accepteren, zichzelf als mankubin te accepteren.

Israel benadrukt voorts dat de problemen van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, waaronder die in Oost-Jeruzalem, en in de Strook van Gaza geenszins het gevolg zijn van de Nakba, maar van de Arabische weigering om die te accepteren. Hun problemen komen voort uit de Juni-Oorlog van 1967, die het gevolg was van de Arabische weigering om de Nakba als permanent gegeven te accepteren. Wanneer de Palestijnen en hun bondgenoten de Nakba simpelweg zouden accepteren als een voltooide gebeurtenis uit het verleden, dan zouden de rampen waarvan zij nog steeds beweren dat die hen overkomen onmiddellijk ophouden.

Door te beweren dat de Nakba een actuele en aanhoudende daad van vernietiging is die nog altijd niet is beëindigd, wordt ontkend dat het werk van de Nakba is voltooid. Het Palestijnse verzet is verantwoordelijk voor het feit dat het werk van de Nakba en het voortdurende, daarmee gepaard gaande geweld onvoltooid zijn. Israel en zijn internationale medestanders houden vol dat als de Palestijnen hun nederlaag hadden geaccepteerd en de Nakba hadden erkend, als zij hun uitwijzing, hun derderangs staatsburgerschap binnen Israel, en de overwinning van 1967 hadden geaccepteerd, hun rampspoed zou zijn beëindigd. Volgens Israel is de ellende die de Palestijnen hebben meegemaakt een gevolg van het feit dat zij zich altijd zijn blijven verzetten.

In de jaren ‘80 van de 19e eeuw verzetten de Palestijnen zich tegen de Nakba, toen Europese joodse kolonisten hen van het land schopten dat zij van afwezige eigenaren hadden gekocht en hen verboden te werken op het land dat zij eeuwenlang hadden bewerkt.

In de jaren ‘30 van de 20ste eeuw nam het Palestijnse verzet de vorm aan van een grote opstand, die drie jaar duurde, en gericht was tegen de Britse steun aan zionisten bij de realisering van de Nakba. Na de acties van 1947/1948 verzetten de Palestijnen zich wederom, toen het grootste deel van hun land werd veroverd en geconfisqueerd door de racistische wetten van de Joodse Staat. Inmiddels wordt ons nog steeds door Israel verteld dat hun aanhoudende verzet tegen de Nakba op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza tot nog meer Nakba’s aanzet.

Wanneer de Palestijnen zonder zich te verzetten, een belegering door Israel zouden toestaan in de grootste openluchtgevangenis ter wereld genaamd Gaza, zou Israel niet gedwongen zijn hen te bombarderen en hun kinderen te doden en hun huizen te vernietigen. Dan zouden zij alleen maar worden uitgehongerd en binnen de apartheidsmuur worden gehouden. Wanneer de Palestijnen gewoon hun status als mankubin zouden accepteren, dan zou de Nakba als onvoltooid proces eindelijk kunnen worden afgerond. Deze veroveringslogica is geenszins uitzonderlijk en beperkt zich evenmin tot de joodse Israeli’s. Heeft het verzet in Irak na 2003 bijvoorbeeld niet de uiteindelijke afronding van de Amerikaanse ‘missie’ gedwarsboomd, die heel voorbarig door president George Bush jr. al ‘voltooid’ was verklaard (‘mission completed’) ? Het is het Iraakse verzet tegen de door de Verenigde Staten aangerichte  verwoestingen geweest – en daarmee gepaarde gaande verdere verwoestingen – die hebben gemaakt dat de Amerikaanse missie in Irak niet kan worden voltooid.

zionistisch racisme

Maar hoe komt het dat de Palestijnen zich blijven verzetten tegen de Nakba waaraan Israel hen bij voortduring onderwerpt ? Kort gezegd: de gevolgen ervan en de overwinningen. Moshe Dayan heeft de Nakba ooit treffend beschreven: ‘Joodse dorpen werden gebouwd in de plaats van Arabische [Palestijnse] dorpen. Jullie weten niet eens de namen van die Arabische dorpen, en dat neem ik jullie niet kwalijk, omdat die aardrijkskundeboeken niet meer bestaan. Niet alleen bestaan de boeken niet, de Arabische dorpen zijn er ook niet. Nahalal verrees op de plek van van Mahlul, Gvat op die van Jibta, Sarid op die van Haneifa, en Kfar-Yehoshua op de plek van Tel-Shaman. Er is in dit land op geen plek gebouwd, waar voorheen geen Arabieren [Palestijnen] woonden.’

Het succes van het Palestijnse verzet tegen de Nakba heeft een soortgelijk proces afgedwongen bij het hernoemen van zionistische en Israelische overwinningen, dat inmiddels in een groot deel van de wereld is overgenomen – zelfs, zij het op zeer kleine schaal, in de Verenigde Staten. In navolging van Dayan kwamen Palestijns verzet en slachtofferschap in plaats van zionistische veroveringen en overwinningen.

Velen kennen de namen van die zionistische overwinningen niet eens, en ik neem het niemand kwalijk, omdat de zionistische geschiedenisboeken en propaganda waardoor zij ooit werden gelegitimeerd niet langer als legitiem worden beschouwd. Niet alleen hebben die boeken en die propaganda hun legitimiteit verloren, maar de zionistische en Israelische overwinningen worden ook niet meer als zodanig erkend.

De Nakba nam de plaats in van ‘de Israelische Onafhankelijkheidsoorlog’, apartheid verving ‘joodse soevereiniteit’, de verdrijving van de Palestijnen verving ‘Plan Dalet’ [blauwdruk voor de campagne van etnische zuivering in 1948; red.] of zelfs de ‘terugkeer van de joden naar hun voorouderlijk thuisland’. In de Israelische wetgeving vastgelegd racisme verving ‘Israelische democratie’, Palestijnse burgers van Israel werden ‘Israelische Arabieren’. Het Palestijnse volk verving de ‘niet-joodse gemeenschappen in Palestina’ zoals omschreven in de Balfour Declaration, en Palestijnse maftul ging ‘Israelische couscous’ heten – en blijft proberen Palestijnse maftul te vervangen. Er is in dit land geen enkele zionistische overwinning geweest die niet werd betwist door de Palestijnen en waar zij zich niet tegen hebben verzet.

Palestijnen hebben zich verzet en verzetten zich tegen de Nakba met volharding en weigeren hun land te verlaten: door middel van stakingen, demonstraties en burgerlijke ongehoorzaamheid; door middel van kunst, muziek en dans; door middel van poëzie, theater en romans; door hun eigen geschiedenis te schrijven en op te komen voor hun eigen geografie; met lokale en internationale beroepsprocedures bij rechterlijke instanties en de Verenigde Naties. Palestijnen hebben zich ook verzet en verzetten zich tegen de Nakba met stenen en met geweren. Dat de Palestijnen het recht om zich te verzetten – gegarandeerd en gelegitimeerd door het internationaal recht – wordt ontzegd, is echter niet beperkt tot hun gebruik van vuurwapens, maar evenzeer tot hun gebruik van kunst, boeken, muziek, demonstraties, en zelfs tot het indienen van beroepschriften bij de VN, onderwijs in Palestijnse geschiedenis, vertellingen over de Nakba of de herinnering eraan en herdenking ervan.

Dat de Nakba – zoals geconcipieerd door zionistische planners sinds het eind van de 19e eeuw – de overname van heel Palestina beoogde, alsook de verdrijving van heel haar inheemse  bevolking en het Arab-rein maken van dit gebied, is onverminderd van kracht. Hoewel grondverwerving al begon in de jaren ‘80 van de 19e eeuw, en grootschalige landroof plaatsvond in 1948, is Israel er nog steeds niet in geslaagd alle grond over te nemen. De nog altijd voortdurende confiscatie van grond op de Westelijke Jordaanoever, inclusief in Oost-Jeruzalem, maakt deel uit van de voortgaande Nakba.

Het opstellen van plannen door zionisten om Israel Arabrein te maken gaat daarbij onverminderd door. Omdat het Israel volgens het internationaal recht niet is toegestaan alle Palestijnen vandaag nog uit te wijzen, heeft het een slim alternatief bedacht, namelijk om al diegenen die het niet kan uitwijzen binnen een apartheidsmuur te plaatsen en dat een Palestijnse staat te noemen, en vervolgens plannen op te stellen om degenen die buiten deze apartheidsmuur wonen, namelijk Palestijnse burgers van Israel, te verdrijven naar het gebied binnen die muur. Het eindresultaat zal inderdaad een Arabrein Israel buiten de muur zijn. Deze Nakba-inspanningen worden momenteel actief voortgezet, met medewerking van de PNA en Arabische regimes, onder leiding van de Verenigde Staten.

De vernietiging van ruim 500 Palestijnse dorpen vond niet plaats in 1948, maar maakte deel uit van een continu proces na de zionistische overwinning. Het verdrijven van de Palestijnen van hun land begon in de jaren ‘80 van de 19e eeuw, gevolgd door een veel omvangrijkere verdrijving binnen en buiten Palestina, die serieus een aanvang nam in november 1947. Het is van cruciaal belang om niet te vergeten dat de zionistische strijdkrachten al vóór 14 mei 1948 – de proclamatie van de Staat Israel – rond 400,000 Palestijnen van hun grond verdreven.

In de maanden en jaren daarna, gedurende de jaren ‘50 van de 20ste eeuw en opnieuw sinds 1967, zouden er nog eens vele honderdduizenden Palestijnen worden verdreven. De uitzettingen zijn niet opgehouden. De aanwezigheid van Palestijnen is wat Israel ertoe brengt hen te verdrijven. Israel zegt dat wanneer Palestijnen ermee akkoord zouden gaan Palestina te verlaten, er geen uitwijzingen meer zouden zijn. Waarbij ik erop moet wijzen dat de zionisten niet alleen bij Palestijnen erop aandringen te vertrekken.

Van meet af aan hebben het zionisme en Israel het wereldjodendom naar  Israel willen overbrengen. Net als de Palestijnen blijven de meeste joden buiten Israel zich echter verzetten tegen de oproep van Israel om hun woonoorden te verlaten. Israel kan joden niet langer dwingen om naar ‘de Joodse Staat’ te verhuizen – vroeger kon het dat vaak wel – maar het heeft onverminderd de wil én beschikt over de mogelijkheid om de Palestijnen te verdrijven, hoezeer zij zich daartegen ook verzetten.

het huidige verzet

Het Palestijnse verzet is heden ten dage op veel fronten actief. Een van de belangrijkste campagnes die de Palestijnen in Israel in gang hebben  gezet, is erop gericht om Israel te dwingen zijn talloze racistische wetten in te trekken. Daartoe is door Palestijnse organisaties in Israel een aantal voorstellen en documenten ingediend. Deze campagne moet een internationaal karakter krijgen. De Verenigde Naties en andere wereldfora moeten worden betrokken bij de pogingen om Israel te dwingen zijn racistische wetten in te trekken. Dit is iets anders dan de demagogische poging om het zionisme tot racisme te bestempelen, zoals de Algemene Vergadering van de VN in 1975 bij meerderheid deed in een resolutie die vooral kretologie bevatte. De huidige campagne is een middel om aan te tonen dat Israel institutioneel racistisch is en dat het regeert op basis van racistische wetten, die moeten worden ingetrokken.

De Palestijnen en hun medestanders hebben ook een internationale desinvesterings- en boycotcampagne gelanceerd tegen Israel om te bewerkstelligen dat het land ophoudt met de schending van het internationaal recht door de voortdurende bezetting van de Westelijke Jordaanoever en Gaza, en dat het de aanhoudende oorlogsmisdaden tegen de Palestijnen stopzet. Dit is ook een belangrijke campagne, waarmee al een aantal indrukwekkende overwinningen zijn behaald.

Dit wil niet zeggen dat de Palestijnen niet nog steeds overal lijden. De bewoners van Gaza hebben in de afgelopen jaren het meest geleden, omdat Israel hen straft voor hun weigering zich te schikken onder het bewind van de Palästinenserrat  die door Israel en zijn Palestijnse partners/handlangers aan de Westelijke Jordaanoever is opgelegd, en dat zij hebben geprobeerd op te dringen aan Gaza bij hun pogingen om de democratisch gekozen Palestijnse regering omver te werpen. De oorlogsmisdaden van Israel tegen de inwoners van Gaza gaan onverminderd door, voor wie geen andere keus rest dan vol te houden en zich te blijven verzetten.

Maar door zich te verzetten tegen de Nakba hebben de Palestijnen de kern van het zionistische project geraakt, namelijk de eis dat de Nakba als een gebeurtenis uit het verleden wordt gezien. Door zich tegen Israel te verzetten hebben de Palestijnen de wereld gedwongen om getuige te zijn van de Nakba als actuele daad; een daad die, in tegenstelling tot wat de zionisten beweren, wel degelijk omkeerbaar is. En dit is precies waaraan Israel en de zionistische beweging aanstoot nemen. Het onvermogen van Israel om zijn missie te voltooien, om Palestina grondig te koloniseren, om alle Palestijnen te verdrijven, om alle joden ter wereld te ‘verzamelen’ in zijn kolonie, veroorzaakt ongemak en zorgt ervoor dat het project altijd in de onvoltooid tegenwoordige tijd blijft hangen.

Hoewel Israel deze situatie heeft gebruikt om zich op te werpen als slachtoffer van zijn eigen slachtoffers, die weigeren het land de legitimiteit te verlenen om hen tot slachtoffer te maken, begrijpt Israel niet alleen onbewust maar ook bewust dat zijn project omkeerbaar zal blijven. De wreedheden die het land heeft begaan en nog steeds begaat tegen het Palestijnse volk is zijn recht evenredig met zijn geloof in het vermogen om zijn verworvenheden teniet te doen en het koloniale project terug te draaien. Het probleem voor Israel is niet het geloof en de wetenschap dat er geen enkele plek bestaat in zijn koloniale nederzetting die geen voormalige Arabische bevolking had. Het probleem is het besef dat er heden ten dage in zijn denkbeeldige ‘Joodse Staat’ geen plaats is die niet nog steeds een Arabische bevolking heeft die die plaats opeist.

Dat de Nakba onvoltooid blijft is juist omdat de Palestijnen weigeren om door de Nakba te worden veranderd in mankubin. Waar wij getuige van zijn bij de herdenkingen van dit jaar is dus niet alleen weer een jaar Nakba, maar ook weer een jaar van verzet ertegen. Degenen die de Palestijnen adviseren om de Nakba te accepteren, weten dat acceptatie van de Nakba betekent dat die onbelemmerd doorgang kan vinden. De Palestijnen weten wel beter. Zij beweren dat de enige manier om de Nakba te beëindigen is zich ertegen te blijven verzetten.

bron: The Electronic Intifada (Chicago), 16 mei 2008

Joseph Massad is hoogleraar Moderne Arabische Politieke en Intellectuele Geschiedenis aan de Columbia University in New York

vertaling: Carl Stellweg

Trump-Plan vormt aanslag op rechten van tienduizenden Israelische Palestijnen

Jonathan Cook

Het besluit van de regering van Donald Trump om de annexatie door Israel van de joodse nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever groen licht te geven, heeft eind januari de voorpagina’s van de kranten gehaald. Maar een van de andere bepalingen – evenzeer toegejuicht door extreemrechts in Israel – is grotendeels onopgemerkt gebleven.

Want de Verenigde Staten zullen op basis van het Trump-Plan Israel de ruimte geven om honderdduizenden inwoners van het land het staatsburgerschap te ontnemen – door Israelisch grondgebied ‘uit te ruilen’ tegen de volkenrechtelijk illegale joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.

Degenen die zo het gevaar lopen hun staatsburgerschap te verliezen, behoren tot de grote Palestijnse minderheid in Israel – één op de vijf inwoners van het land. Deze Palestijnen zijn nakomelingen van families, die erin geslaagd zijn te ontkomen aan de massale verdrijving door het zionistische strijdgroepen en het Israelische leger tijdens Al-Nakba (de Catastrofe) van 1948.

Deze ‘uitruil’ zal kleine correcties vereisen van de staakt-het-vurenlijn – nadien de internationaal erkende grens van Israel – zoals die in 1949 met het buurland Trans-Jordanië (later Jordanië) is overeengekomen. Een ​​lange, smalle strook grond in Israel – doorgaans aangeduid met ‘de Driehoek’ – zal in dat geval aan de Westelijke Jordaanoever worden toegevoegd, inclusief een tiental steden en dorpen, bevolkt door Palestijnen.

Samer Atamni, directeur van het Joods-Arabische Centrum voor Vrede in Givat Haviva dat grotere sociale integratie in Israel bevordert, woont in Kafr Qara, een van de steden die bij doorvoering van het plan zal worden ‘overgedragen’. ‘Er wordt al geruime tijd over dit idee gepraat, meestal door extreemrechts. Nu heeft Trump het uit de politieke marge gehaald en het mainstream gemaakt,’ zegt hij. ‘Onze zorg is dat het de basis zal worden voor welke toekomstige politieke regeling met de Palestijnen dan ook. Het idee van ‘transfer’ is daarmee genormaliseerd.’

Voordat premier Benyamin Netanyahoe in 2017 begon te lobbyen over de overdracht van de Driehoek, had hij zelf drie jaar eerder al geprobeerd ambtenaren van toenmalig president Barack Obama van de voordelen ervan te overtuigen. Volgens het Israelische dagblad Maariv beweerde Netanyahoe destijds dat de maatregel de Palestijnse minderheid zal terugbrengen van een vijfde van de totale bevolking van Israel tot 12 procent.

Yousef Jabareen is lid van de Knesset – het Israelische parlement. Hij woont in  Umm al-Fahm, woonoord van 50.000 Palestijnen en de grootste gemeenschap die doelwit van de ‘uitruil’ is. Hij stelt dat het plan een dramatische stap is in een aanzwellende campagne om de Palestijnse minderheid te haar rechten als staatsburger te ontnemen. ‘Zelfs wanneer het plan niet direct kan worden uitgevoerd, zet het ons – de inheemse bevolking van het land – neer als ongewenste gasten, als een vijfde kolonne, als de vijand. Het zal de hetze niet alleen van de kant van extreemrechts, maar ook die van Netanyahoe en de zijnen een nieuwe impuls geven, waarbij de Palestijnse Knesset-leden worden opgevoerd als vertegenwoordigers van een terroristisch bevolkingsdeel.’

Voorstanders van het plan betogen dat de rechten van de betrokkenen niet worden geschonden, omdat zij niet fysiek uit hun huizen zullen worden gezet. In plaats daarvan worden hun gemeenschappen ondergebracht in een Palestijnse staat. Gedwongen overdracht van het type waarover  in het Trump-Plan wordt gespreken – ook wel ‘statische overdracht’ genoemd – vormt echter een schending van de Vierde Conventie van Genève en daarmee een oorlogsmisdaad.

In een poging dit argument aan te pakken, is door het Israelische Ministerie van Buitenlandse Zaken in 2014 een document opgesteld, waarin wordt geanalyseerd hoe een ‘bevolkingsuitwisseling’ gepresenteerd kan worden als in overeenstemming met het internationaal recht. De conclusie is dat de maatregel vereist dat óf de betrokken Palestijnse burgers deze steunen, óf dat het Palestijns Nationaal Gezag (PNA) onder leiding van Mahmoud Abbas deze goedkeurt. Uit opiniepeilingen blijkt echter steeds weer, dat de meerderheid van de Palestijnse burgers tegen de maatregel is.

Atamni merkt op dat gezinnen in die situatie uiteen zullen worden gerukt. Degenen die binnen de Driehoek wonen, zullen door controleposten en de Muur gescheiden worden van familieleden die in Palestina’48-Israel wonen. Het zal voorts veel Palestijnen afsnijden van hun werkplek, school of hogeschool, en van het historische grondgebied. ‘Wij studeren en werken in Israel. Dat is de enige realiteit die onze gemeenschap kent,’ zegt hij. ‘Een en ander bevestigt onze vrees dat Israel onze rechten als burgers niet respecteert, dat het denkt ons simpelweg dictaten op te kunnen leggen en met onze toekomst kan spelen, alsof wij stukken op een schaakbord zijn.’

Jabareen wijst erop dat inwoners van de Driehoek geen reden hebben om gerust te zijn over de vooruitzichten die het Trump-Plan hun biedt. ‘In welke staat zullen wij worden ondergebracht ? Uit het Trump-Plan blijkt dat er geen Palestijnse staat zal komen, alleen een serie getto’s, zoals destijds de Bantoestans in Apartheid-Zuid-Afrika. Op basis van het Trump-Plan zullen wij onder Israelisch militair bestuur worden geplaatst, onder bezetting en apartheid.’

Baraa Mahamid, een 20-jarige activist van de Umm al-Fahm Jeugdbeweging, is het daarmee eens. Hij wijst erop dat inwoners van de Driehoek met enige regelmaat naar steden op de Westelijke Jordaanoever reizen, zoals naar het nabijgelegen Jenin. ‘Wij zien daar de grotere armoede, de controleposten, de Muur, overal Israelische soldaten. Hier in Israel hebben wij als Palestijnen met veel problemen te kampen, maar velen van ons zijn bang dat hun leven aan de andere kant van de Muur nog slechter zal zijn.’

Volgens door het Israelische dagblad Haaretz geciteerde bronnen binnen de Israelische regering is het Netanyahoe geweest, die de Amerikanen wist over te halen om de ‘overdracht’-optie in zijn Plan op te nemen. Naar verluidt lobbyt hij daarvoor al sinds 2017 bij Amerikaanse functionarissen, nadat door Trump voor het eerst over het opstellen van een zogeheten ‘Deal of the Century’ is gesproken. Het is voor het eerst dat een dergelijk voorstel in een officieel ‘vredesplan’ van de Verenigde Staten is opgenomen, voorzien van een kaart die aangeeft hoe een uitwisseling van grondgebied eruit zal zien.

Voor Netanyahoe en veel joodse Israeli’s – die de Palestijnse staatsburgers van het land als een ‘demografische tijdbom’ zien vanwege een hoog geboortecijfer, die de beslissende joodse meerderheid in de staat langzaam zal uithollen – levert het overdrachtsplan zowel demografische als territoriale winst op. Volgens opiniepeilingen steunt ongeveer de helft van de joodse Israeli’s de ‘overdracht’ van Palestijnse staatsburgers.

Ayman Odeh – leider van de Verenigde Lijst waarin de belangrijkste Palestijnse politieke facties in de Knesset verenigd zijn – waarschuwde afgelopen februari dat de ‘overdracht’ van de Driehoek waarschijnlijk slechts een eerste fase van verdergaande maatregelen zal vormen. Israelisch-rechts, zo zei hij, ‘heeft een duidelijke boodschap voor alle Israelisch-Palestijnse staatsburgers: “U bent hier niet welkom en in een volgend plan bent u aan de beurt.”’

Met de ‘overdracht’ van de Driehoek slaat Israel in de ogen van Israelisch-rechts twee vliegen in één klap. Ten eerste wordt een groot aantal Palestijnen aan het totaal aantal inwoners van Israel onttrokken – zonder verlies van veel grondgebied – en wordt de joodse meerderheid  erdoor versterkt. Ten tweede verschaft de zogenaamd ‘wederzijdse’ annexatie niet alleen ‘legitimiteit’ aan het toevoegen van de joodse nederzettingen aan het rondgebied van Israel, tegelijk  wordt de vorming van een levensvatbare Palestijnse staat erdoor teniet gedaan. Van cruciaal belang voor degenen die de op handen zijnde annexatie steunen, is het gegeven dat het territorium van de Staat Israel er aanzienlijk door wordt vergroot, zonder dat het aantal Palestijnen binnen de grenzen toeneemt.

Volgens cijfers die Peace Now februari jl. publiceerde, zullen volgens het plan rond 380.000 Palestijnen – 260.000 in de Driehoek en nog eens 120.000 in Oost-Jeruzalem –onder een Palestijnse entiteit komen te vallen, terwijl tegelijkertijd rond 330.000 Palestijnen in Oost-Jeruzalem en elders op de Westelijke Jordaanoever als gevolg van annexatie onder Israelische heerschappij komen te leven. De grote politieke winst zal de officiële Amerikaanse erkenning zijn – voor het eerst sinds 1967 – dat grondgebied met daarop 650.000 joodse kolonisten deel van de Staat Israel gaat uitmaken. ‘De demografische grondgedachte erachter is duidelijk,’ zegt Jabareen. ‘Israel dumpt een groot aantal Palestijnse burgers en krijgt grondgebied met daarop joodse kolonisten daarvoor terug.’

Geluiden om de Driehoek over te dragen, gaan binnen Israelisch-rechts al zo’n twee decennia rond. Deze kwamen voor het eerst naar buiten in de vorm van een  plan van Avigdor Lieberman – zelf een joodse kolonist die onder Netanyahoe heeft gediend als minister van Defensie en minister van Buitenlandse Zaken. Hij wilde het staatsburgerschap van Palestijnen afhankelijk maken van ‘loyaliteit’ aan Israel als Joodse Staat. Tijdens verkiezingscampagnes voerde zijn partij Yisrael Beiteinu (Israel Ons Huis) destijds de slogan: ‘Geen loyaliteit, dan geen staatsburgerschap.’ Het overdragen van de Driehoek wordt door Jaber gezien als opmaat voor het op grote schaal intrekken van het staatsburgerschap van Palestijnen.

De afgelopen jaren hebben meer politici ter rechterzijde, onder wie Netanyahoe, openlijk gesteld dat Palestijnse staatsburgers per definitie ontrouw zijn aan de Joodse Staat, omdat zij aan hun Palestijnse identiteit vasthouden. Dergelijke beschuldigingen van trouweloosheid speelden een prominente rol in de twee opeenvolgende verkiezingscampagnes van Netanyahoe in het afgelopen jaar. Zo beschuldigde hij de Palestijnse kiezers in Israel ervan ‘ons te willen vernietigen – mannen, vrouwen en kinderen’. Ook stuurde hij waarnemers van zijn Likoed-partij met camera’s op het lichaam naar stembureaus in de Palestijnse gemeenschappen, waarmee hij suggereerde dat Palestijnse kiezers de joodse meerderheid probeerden op te lichten.

Jabareen merkt op: ‘In de Knesset maken leden van de regerende coalitie zich openlijk schuldig aan opruiing tegen ons Palestijnen. Bezalel Smotrich [zelf een joodse kolonist en destijds de minister van Transport] stelde het klip en klaar: ‘Accepteer je inferieure status, zo niet dan ga je de gevangenis in of word je het land uitgezet.’

De verdenking van trouweloosheid ligt eveneens besloten in de formulering van het Trump-Plan, waarbij wordt gesteld dat de inwoners van de steden en dorpen in de Driehoek ‘zichzelf grotendeels als Palestijns identificeren’. In werkelijkheid, aldus Atamni, liggen de zaken veel ingewikkelder. Opiniepeilingen geven aan dat er binnen de Palestijnse minderheid sprake is van een ingewikkelde vermenging is van Palestijnse, Arabische, Israelische en religieuze identiteiten. ‘Zeker, onze nationale identiteit is Palestijns, maar dat neemt niet weg dat onze burgerlijke identiteit Israelisch is,’ zegt hij. ‘Wanneer wij in Israel voor onze rechten strijden, is dat een strijd om de rechten die wij als staatsburgers hebben, om zo een ​​eind te maken aan discriminatie door de staat waaraan wij blootstaan en om gelijke rechten als staatsburgers te verkrijgen.’

Het plan tot een ‘overdracht’ in het kader van de zogeheten ‘Deal of the Century’ van Trump strookt met recent ingevoerde wetgeving in Israel, die een afwaardering van de status van Palestijnse staatsburgers inhoudt. Het belangrijkste voorbeeld is de zogeheten Wet op de Joodse Natie-Staat die in 2018 door de Knesset is aangenomen. Deze wet verleent een ‘grondwet-achtige’ status aan het Joodse karakter van de Staat Israel, verwerpt het Arabisch als officiële taal en geeft topprioriteit aan verjoodsing – een beleid om overal joden te vestigen, in Israel en in de sinds 1967 bezette Palestijnse Gebieden.

‘De afgelopen tien jaar is de Israelische samenleving in snel tempo verder naar rechts afgegleden,’ aldus Atamni. ‘Israelisch-links heeft het daarbij enorm laten afweten. De meeste joodse Israeli’s hebben hun mond gehouden over de recente dreigementen inzake onze juridische status.’ Jabareen tekent daarbij aan dat het extreemrechts-nationalistische blok dat Netanyahoe steunt, grote drang voelt om de positie van de Palestijnen als staatsburgers en vooral als kiezers hun rechten te ontnemen.

Netanyahoe bleek het achterliggende jaar niet in staat een nieuwe coalitieregering vormen, omdat hij in drie verkiezingsronden steeds net verloor van het oppositieblok onder leiding van de voormalige chef-staf van de Israelische Strijdkrachten, Benny Gantz, van de Blauw en Wit-partij. Dat blok had de ontstane patstelling kunnen doorbreken en zelf aan de macht komen door aansluiting te zoeken bij de Verenigde Lijst, die de Palestijnse minderheid in Israel vertegenwoordigt. Maar ook Gantz heeft het Trump-Plan omarmd, waardoor een alliantie met de Verenigde Lijst onmogelijk werd.

Inmiddels blijkt Netanyahoe erin geslaagd om Gantz onder druk te zetten en niet langer toenadering te zoeken tot de Verenigde Lijst – die een recordaantal van 15 zetels won bij verkiezingen op 2 maart jl. – en met hem een eenheidsregering te vormen. Zo kan Netanyahoe nog eens 18 maanden als premier aanblijven. Daarbij stelt hij dat een dergelijke stap van cruciaal belang is om de pandemie van het coronavirus aan te kunnen pakken. De Blauw en Wit van Gantz bleek sterk verdeeld over deze stap van Gantz om met Netanyahoe te gaan regeren.

Mahamid, de jeugdactivist uit Umm al-Fahm, zegt dat de aanvaarding van het Trump-Plan door de twee belangrijkste politieke blokken de realiteit van het leven voor Palestijnse burgers er in elk geval duidelijker op heeft gemaakt. ‘Ons is gezegd dat staatburgerschap ons zal beschermen, dat het ons onze rechten zal geven wanneer wij ons loyaal tegenover de staat opstellen. Maar dat is nimmer gebeurd. Dat is nu onderstreept met de dreiging om ons te verdrijven.’

uit: Washington Report on Middle East Affairs, mei 2020

Jonathan Cook is journalist te Nazareth en winnaar van de Martha Gellhorn Special Prize for Journalism; hij is de auteur van onder meer Blood and Religion en Israel and the Clash of Civilizations; Londen: Pluto Press, 2006; 249 pp.

vertaling: Marijke Kruyt

Palestijnen hekelen nieuwe Israelische ‘natuurreservaten’ in de Jordaanvallei als een rookgordijn voor annexatie

Akram al-Waara

Op de strategisch belangrijke Westelijke Jordaanoever worden Palestijnen van hun grond verdreven en kunnen joodse kolonisten ‘vrij rondlopen’.

Drie weken eerder nog inspecterde Moayad Daraghmeh zijn grond in de uitgestrekte vallei nabij de stad Tubas in het noorden van de bezette Westelijke Jordaanoever.

Hij had haast om opnieuw naar zijn grond te gaan, toen ik hem op een koude winterdag in de pick-up truck van de lokale activist Motaz Bisharat voor het eerst ontmoette.

De laatste keer dat Daraghmeh naar zijn grond ging – 47 dunums (4,7 hectaren) die hij vier familieleden deelt – had hij bulgur [graansoort] aangeplant.

Maar in de daaropvolgende drie weken gebeurde er veel. De Israelische bezettingsmacht verklaarde grote delen van de vallei tot een ‘gesloten militaire zone’ en kort daarop had de Israelische minister van Defensie, Naftali Bennett, nog meer grond, waaronder die van Daraghmeh, als ‘natuurreservaat’ aangemerkt.

Daraghmeh wilde zien hoe de zaken ervoor stonden en nagaan wat er met zijn aangeplante akkers was gebeurd.

Toen hij ter plekke arriveerde, bleek het allemaal al te laat te zijn.

‘Stop, stop hier !, instrueert hij de chauffeur van de pick-up truck, juist toen de auto een steenblok met daarop wit-groene markerering passeerde. Met dat blok werd aangegeven dat het omliggende gebied voortaan een Israelisch natuurreservaat was.

Daraghmeh vloekte, pakt zijn mobiele telefoon en begint foto’s te maken van zijn aangeplante akkers, die – aan de sporen te zien – door tractoren zijn platgereden.

Buiten adem loopt hij het land op en roept tegen de anderen achter hem: ‘Kijk, kijk ! De bladeren worden geel. Je kan zien dat de planten met een chemische substantie zijn bespoten om deze te doden.’

‘Ik wist dat hij iets had gedaan, ik voelde het aan,’ zegt hij. Degene naar wie Daraghmeh verwijst, is een joodse kolonist die het afgelopen jaar op een nabij gelegen heuvel een buitenpost – veelal de kern van een nieuwe joodse nederzetting – heeft gebouwd en sindsdien de lokale Palestijnen in de omgeving terroriseert.

‘Zie je het ? De Israelische regering komt en verklaart dat deze gronden voortaan gesloten gebieden of “natuurreservaten” zijn – en om die reden voor Palestijnen verboden toegang zijn,’ zegt hij verbitterd.

‘Maar zij laten joodse kolonisten er vrij rondlopen en het land verwoesten, waarvan zij beweren dat zij het juist willen behouden door er “natuurreservaten’’ van te maken,’ zo tiert hij verder, terwijl hij met trillende hand een sigaret probeert aan te steken.

‘Nu zijn wij alles kwijt.’

alle tekenen wijzen op annexatie

Toen minister Bennett eerder aankondigde dat Israel op de bezette Westelijke Jordaanoever – voor het eerst sinds de ondertekening van de Oslo-Akkoorden in 1993 – zeven nieuwe natuurreservaten zou inrichten, werd dat besluit door de Palestijnen met woede ontvangen.

Bennett – de rechts-nationalistische leider van de Nieuw Rechts-partij – hoopte bij de algemene verkiezingen van maart met de steun van extreemrechtse joodse kolonisten herkozen te worden.

Zijn natuurreservaten-besluit kwam precies een week nadat hij had laten weten dat Israel ‘oorlog voerde’ in het C-Gebied [militair en administratief geheel in handen van de Israelische bezettingsmacht; red.]  en een campagne was gestart om de joodse nederzettingen daar verder uit te breiden om zo de Israelische greep op het gebied te vergroten.

‘In Judea en Samaria [kolonistentaal voor de Westelijke Jordaanoever; red.] bevinden zich natuurgebieden met adembenemende uitzichten. Wij zullen bestaande natuurgebieden uitbreiden en nieuwe ontwikkelen,’ zo liet Bennet op 15 januari jl. weten.

Hij nodigde joodse Israeli’s uit om ‘Judea en Samaria te bezoeken, er te wandelen, nieuwe dingen te ontdekken en de Zionist enterprise [de zionistische onderneming] daar te helpen uitbouwen.’

Bennett noemde zeven nieuwe locaties voor natuurreservaten: Ariel Cave, Wadi Og, Wadi Malha, de zuidelijke Jordaanrivier, Bitronot Kreek, Wadi Far’a (Nahal Tirza) en Rotem/Maskiot.

Hoewel formeel onduidelijk bleef of het betreden van de nieuwe natuurreservaten voor Palestijnen verboden zal zijn, zeggen lokale grondbezitters dat zij van militairen al de order hebben gekregen om uit de gebieden weg te blijven.

‘Volgens de Israelische wet zal het ons dan niet langer toegestaan zijn om onze grond daar te bewerken, ook al beschikken wij over de eigendomspapieren van de grond,’ zegt Bisharat die de voorzitter is van het Volkscomité tegen de Muur en Nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.

In de weken voorafgaande aan de afkondiging van het besluit van Bennett nam de lokale bevolking de voortekenen daarvan al waar, aldus Bisharat.

‘Militairen kwamen tractoren van boeren in beslag nemen, gooiden ons telkens wanneer wij kwamen oogsten van onze grond af en deden vaker een inval in de woongemeenschappen in het gebied.’

Drie weken geleden, zegt Bisharat, hingen soldaten – die een groot deel van de vallei al als actieve militaire trainingszone gebruiken – flyers op bij de toegangswegen tot 18 dorpen en herdersgemeenschappen rond Tubas, waarin de bewoners konden lezen dat hun grond in beslag genomen en omgevormd zou worden tot ‘gesloten militaire zones’.

Bisharat schat dat zo met één pennenstreek tenminste 180.000 dunams (18.000 ha) in beslag zijn genomen.

‘Achteraf  bezien is het duidelijk dat de soldaten het voorwerk deden voor het latere besluit van Bennett,’ zegt hij.

‘Zodra een stuk grond een gesloten militaire zone of een natuurreservaat wordt, kunnen wij daar niets meer tegen doen … In wezen betekent het: Palestijnen eruit, [joodse] Israeli’s erin.’

een beproefde werkwijze

Tenminste vier van de locaties – Rotem-Maskiot, vernoemd naar twee aangrenzende joodse nederzettingen, Wadi Faraa, Wadi Malha en het zuidelijke Jordaan Rivier gebied – liggen in de Jordaanvallei die deel is van van de Westelijke Jordaanoever.

De strategisch-geografische ligging van de Jordaanvallei – uitgestrekte stukken vruchtbare grond en een ongeëvenaard wateraanbod – hebben deze tot doelwit gemaakt van opeenvolgende rechtse Israelische regeringen en de kolonistenbeweging.

Afgelopen jaar haalde premier Benjamin Netanyahoe zich internationaal protest op de hals met zijn aankondiging de Jordaanvallei te zullen annexeren.

Onlangs beloofde zijn voornaamste politieke rivaal, Benny Gantz, hetzelfde te doen wanneer hij bij de verkiezingen van 2 maart tot premier zou worden gekozen.

Op basis van de Oslo-Akkoorden van 1993 is de Westelijke Jordaanoever opgedeeld in drie delen: A-Gebied waar het politionele en civiele bestuur in handen ligt van het Palestijns National Gezag (PNA); B-Gebied waar het civiele bestuur bij de PNA ligt en de militaire controle bij de Israelische bezettingsmacht; en C-Gebied C waar beide in handen van de Israelische bezettingsmacht liggen. Heel de Jordaanvallei behoort tot C-Gebied.

In C-Gebied liggen ongeveer 25 Palestijnse steden en dorpen, waar rond 300.000 Palestijnen wonen. Daarnaast leven er in C-Gebied zo’n 325.000 joodse kolonisten, verspreid over 125 joodse nederzettingen en buitenposten. De bouw van joodse nederzettingen en buitenposten in bezet Palestijns gebied vormt een schending van het internationaal recht [te weten de Vierde Conventie van Genève en is daarmee een oorlogsmisdaad; red.].

In de ogen van de bewoners van de Jordaanvallei is de oprichting van de natuurreservaten een doorzichtige truc van Israel om zijn greep op het gebied verder te vergroten.

‘Het is duidelijk dat het Israel er niet om gaat de natuur te beschermen,’ zegt Bisharat, terwijl hij verwijst naar de grote kraters in de grond en de wrakken van uitgebrande jeeps – herinneringen aan trainingsactiviteiten van de Israelische bezettingsmacht in het gebied.

‘Als het de Israeli’s werkelijk om bescherming van de natuur zou gaan, zouden zij het gebied dan gebruiken om er met explosieven te oefenen, er muren bouwen en om joodse kolonisten de gewassen met chemicaliën te laten vergiftigen ?’ Natuurlijk niet. Het gaat hier dan ook niet om hun zogenaamde liefde voor de natuur. Het is hen erom te doen om nog meer Palestijnse grond in beslag te nemen.’

Bisharats mening wordt volledig gedeeld door Israelische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties, die al jaren hebben betoogd dat het inrichten van natuurreservaten in de bezette Palestijnse Gebieden gewoon één van Israels vele tactieken is om meer grond in te pikken.

‘Stukken grond in de bezette gebieden zijn systematisch in beslag genomen onder allerlei voorwendsels met als doel te voorkomen dat de Palestijnen de Westelijke Jordaanoever zelf kunnen gebruiken en om elke Palestijnse territoriale vrije doorgang te bemoeilijken,’ stelt Peace Now in 2007 in een rapport.

‘Een van de manieren die Israel gebruikt om grond te annexeren is om grote stukken grond tot natuurreservaat uit te roepen en die op te nemen in de landblokken die planners voor joodse kolonisten gereserveerd hebben,’ aldus het rapport.

Volgens Peace Now gaat het daarbij als volgt: eerst wijst Israel een gebied aan als natuurreservaat; de staat verbiedt vervolgens Palestijnen daar te bouwen of voedingsgewassen te verbouwen; en tenslotte vestigt er zich een buitenpost voor joodse kolonisten.

Het is een werkwijze die de bewoners van de Jordaanvallei maar al te goed hebben leren kennen, omdat zij het talloze malen zagen gebeuren.

Naast de vier nieuw aangewezen natuurreservaten in de Jordaanvallei zijn er tenminste drie andere in het gebied rond Tubas. In elk daarvan, vertelt Bisharat, is inmiddels een buitenpost van joodse kolonisten of een legerbasis gebouwd.

Hij verwijst naar het geval van Umm Zuka, een natuurreservaat in het noordoosten van de Jordaanvallei. ‘Anderhalf jaar nadat het natuurreservaat was opgericht, is er een buitenpost van joodse kolonisten gebouwd, die vervolgens op het water- en elektriciteitsnet van Israel is aangesloten,’ zegt hij.

Een van de nieuw geplande natuurreservaten wordt gevestigd rond de joodse nederzetting Maskiot, die ooit een militaire basis in het gebied was, en die volgens Bisharat gelegen is in een militaire schietzone.

‘Of zij nu beginnen als natuurreservaat , een gesloten militaire zone of als een militaire basis, uiteindelijk wordt de grond altijd voor hetzelfde doel gebruikt: joodse nederzettingen,’ zo voegt hij eraan toe.

‘voor ons blijft er niets over’

Net aan de andere kant van de weg, in de vallei nabij de joodse nederzetting Maskiot, ligt Khirbet Ein al-Hilweh. Het is een van de tien herdersgemeenschappen in het Wadi Malha-gebied, dat spoedig tot een nieuw natuurreservaat zal worden verklaard.

Het leven in deze kleine gemeenschap – bestaande uit zo’n 55 personen, voornamelijk jongeren – heeft de gevolgen van de Israelische bezetting gevoeld. ‘Zij hebben hier geen steen onaangeraakt gelaten,’ vertelt de 53 jaar oude Qadri Daraghmeh in zijn familietent in het gehucht.

‘Jaar na jaar hebben zij ons steeds grotere beperkingen opgelegd vanwege de aanwezigheid van militaire bases en joodse nederzettingen, en dan zijn er nu de natuurreservaten,’ zegt hij.

Een paar jaar geleden, zegt Daraghmeh, maakten Israelische militairen de stal die zijn broer gebruikte om zijn koeien onder te brengen, met de grond gelijk. ‘Daarbij namen zij zijn koeien in beslag, zeiden zij tegen hem dat het gebied een natuurreservaat was geworden en dat het voor hem en zijn familie verboden was om daar nog langer te zijn,’ vertelt hij. Twee jaar later troffen familieleden bij joodse kolonisten in het gebied hun geroofde vee aan.

Daraghmeh beschuldigt Israel van het hanteren van dubbele maatstaven wanneer het gaat om de regels en beperkingen om in een natuurreservaat te leven. Zo is het zijn gemeenschap niet toegestaan om op het water- en elektriciteitsnet aangesloten te worden. Daarom was men afhankelijk van zonnepanelen die hen door internationale hulporganisaties zijn geschonken.

‘De joodse nederzettingen aan de andere kant van de weg worden wèl voorzien van stromend water en elektriciteit. Zij kunnen in de gesloten militaire zones en in de natuurreservaten wonen en verbouwen,’ zegt hij, ‘want zij zijn [joodse] Israeli’s, en geen Palestijnen.’

De gevolgen voor Daraghmeh zijn dramatisch. In 2017 liet zijn zoon het leven toen hij het vee liet grazen en daarbij op een niet ontplofte landmijn stapte die door Israelische soldaten bij een militaire oefening was achtergelaten. ‘Het gebeurde in het natuurreservaat hierachter,’ zegt hij.

De afgelopen weken zag zijn familie zich gedwongen het vee ’s nachts te laten grazen vanwege de nieuwe beperkingen die Israelische militairen hen hebben opgelegd. Veel jonge mannen die de schapen naar verderop meenemen om te grazen, werden gearresteerd en uren door de soldaten vastgehouden.

Met de nieuwe natuurparken in Wadi Malha en Maskiot-Rotem, zegt Daraghmeh, beschikt de gemeenschap niet meer over grond waarop zij haar vee kan laten grazen.

‘Zij hebben voor de Palestijnen geen stuk grond overgelaten’, zegt hij. ‘Dit was het laatste gebied waar wij onze schapen konden laten grazen. Voor ons is er niets meer over.’

Gevraagd naar Bennets aankondiging om ‘oorlog te voeren’ voor de overname door Israel van het C-Gebied, schampert Daraghmeh. ‘Zij voeren deze oorlog al heel lang ! Het is niet iets waarmee zij nu pas zijn begonnen.’

‘Zij spreken over annexatie als een concept. Maar hier is die annexatie al zo ongeveer voltooid.’

bron: Middle East Eye (Londen), 23 januari 2020

Akram al-Waara is een Palestijnse freelance video-journalist die werkt vanuit Bethlehem op de bezette Westelijke Jordaanoever

vertaling: Teun Bots

Israels geplande annexatie van de Jordaanvallei: wat is er hier in het geding ?

Elke Israelische stap om delen van de bezette Westelijke Jordaanoever te annexeren, betekent dat de kaarten opnieuw worden geschud.

In september beloofde premier Benjamin Netanyahoe dat hij bij herverkiezing de Jordaanvallei – onderdeel van de Westelijke Jordaanoever – zal annexeren en aan het grondgebied van de Staat Israel zal toevoegen.

Daarbij kwam hij met een landkaart waarop 30 illegale joodse nederzettingen ten noorden van de Dode Zee stonden aangegeven, die in dat geval in Israel zouden worden geïntegreerd.

Netanyahoe was er het afgelopen jaar tot tweemaal toe niet in geslaagd een nieuwe coalitieregering te vormen, waarop de Israelische kiezer in maart voor de derde keer in een jaar tijd de gang naar de stembus maakte. Maar ook dit leverde geen duidelijke stembusuitslag op. Uiteindelijk is de politieke impasse in april doorbroken, toen Netanyahoe en zijn politieke rivaal Benny Gantz een regering van nationale eenheid wisten te vormen met een roulerende premier: de eerste 18 maanden Netanyahoe, de daaropvolgende 18 maanden Gantz.

Netanyahoe en Gantz werden het erover eens dat de nieuwe coalitieregering vanaf 1 juli een annexatieplan aan de Knesset (parlement) zal voorleggen, waarbij onder meer de Jordaanvallei in het geding is.

Waarom is de Jordaanvallei zo belangrijk ? Wat zal annexatie concreet betekenen en op wie zal die van invloed zijn ? En hoe zal deze Israelische stap door zowel de Palestijnse als de internationale gemeenschap ontvangen worden ?

wat is de Jordaanvallei ?

De Jordaanvallei en de Dode Zee zijn delen van de Westelijke Jordaanoever, die Israel sinds de Juni-Oorlog van 1967 bezet houdt en is gaan koloniseren. In onder meer VN-Veiligheidsraadresoluties 242 (1967) en 338 (1973) wordt Israel ertoe opgeroepen om zich uit [al het] bezet gebied terug te trekken.

Jordanië, dat tot 1967 de Westelijke Jordaanoever in handen had, maar daar toen uit verdreven is, fungeert nog altijd als bewaarder van islamitische en christelijke heilige plaatsen in de bezette Oude Stad van Jeruzalem.

Historisch gezien beslaat de Jordaanvallei het gebied tussen de Dode Zee en de hellingen van de bergen van Al-Khalil/Hebron, met Jeruzalem in het westen. Het omvatte tevens de gebieden tussen de steden Bisan – nu door Israel aangeduid met Beit She’an – en Safad, langs de westelijke rand van het Meer van Tiberias; de vallei strekte zich zuidwaarts uit van Ein Gedi, een oase aan de Dode Zee, tot aan de Naqab/Negev-woestijn. Deze zuidelijke en westelijke punten zijn na 1948 binnen de grenzen van Israel komen te vallen.

De Jordaanvallei maakt ongeveer een derde van de Westelijke Jordaanoever uit, ofwel zo’n 2400 km². Op basis van de Oslo-Akkoorden van 1993 maakt het deel uit van zogeheten C-Gebied, waarbij het bestuur volledig in handen is gebleven van de Israelische bezettingsmacht.

In januari lanceerde president Donald Trump zijn ‘vredesplan’ inzake Israel/Palestina – ook wel aangeduid als de ‘Deal of the Century’ – waarin Israel ongeveer een derde van het grondgebied van de Westelijke Jordaanoever wordt toegewezen, in ruil voor de erkenning van een Palestijnse staat die qua grondgebied sterk gefragmenteerd is en geen controle over zijn grenzen of over zijn luchtruim zal hebben.

wie wonen er in de Jordaanvallei ?

De annexatie betreft gebieden ten noorden van de Dode Zee, waar zich 30 joodse landbouwnederzettingen bevinden met daarin 11.000 joodse kolonisten.

Momenteel wonen er rond 600.000 joodse kolonisten in C-Gebied, verspreid over omvangrijke joodse nederzettingen en kleinschalige ‘buitenposten’, vaak in de directe nabijheid van de drie miljoen Palestijnen die op de Westelijke Jordaanoever, inclusief in Oost-Jeruzalem, wonen. Het vestigen door een bezettende mogendheid van – een deel van – de eigen bevolking in bezet gebied, vormt een schending van het internationaal recht – te weten de Vierde Conventie van Genève – en is daarmee een illegale praktijk.

In het verleden hebben guerrillastrijders van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) vanuit het aangrenzende Jordanië in de Jordaanvallei geopereerd om gewapende aanvallen op joodse nederzettingen uit te voeren, met name op Beit She’an. Totdat de PLO zich begin jaren zeventig, na een gewelddadige confrontatie met de Jordaanse strijdkrachten, gedwongen zag haar hoofdkwartier uit Jordanië naar Libanon te verplaatsen.

Momenteel wonen er ongeveer 56.000 Palestijnen in de Jordaanvallei, waaronder in de stad Jericho, waar hun dagelijks leven sterk wordt bepaald door het Israelische bezetting. De Coordinator of Government Activities in the Territories (COGAT) – een eenheid van het Israelische leger – is verantwoordelijk voor het toezicht op bouwvergunningen, water, landbouw, wegenbouw en andere civiele zaken.

Het Israelische leger en COGAT plaatsen regelmatig her en der obstakels om Palestijnen de toegang tot hun grond en hun waterbronnen te verhinderen. Het leger houdt daarnaast oefeningen in het gebied, waarbij dorpsgronden tijdelijk tot ‘gesloten militaire zones’ worden verklaard.

waarom is de Jordaanvallei zo belangrijk ? 

De Jordaanvallei is rijk aan mineralen en landbouwgrond en een zeer strategisch gebied, aangezien zij zich uitstrekt langs de grens met Jordanië.

Israel heeft de annexatie op de grond lang voorbereid door de aanleg van een netwerk van snelwegen, zoals de zogeheten Allon Road, om zo de Jordaanvallei van de rest van de Westelijke Jordaanoever af te scheiden.

Jordanië deelt een 335 km lange grens met Israel/de Westelijke Jordaanoever en de ‘veiligheidscoördinatie’ met Amman wordt door het het Israelische leger en door de Israelische inlichtingendiensten hoog gewaardeerd.

De voor annexatie geplande gebieden beslaan ongeveer een derde van de Westelijke Jordaanoever en omvatten een traject van 97 km langs de grens met Jordanië, inclusief twee grensovergangen – de Sheikh Hussein-brug en de Karameh-brug, beter bekend als de Allenby-brug.

Naftali Bennett, de voormalige minister van Defensie van Israel, zei afgelopen januari dat Israel ‘zich op een cruciaal punt bevindt bij het afbakenen van zijn permanente grenzen en het toepassen van soevereiniteit over de joodse nederzettingen’ op de Westelijke Jordaanoever. Wanneer de annexatie volledig wordt doorgevoerd, dan zal Israelische wetgeving op deze gebieden van toepassing zijn, in plaats van de Legerorders en de bepalingen van COGAT.

Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er wereldwijd slechts drie gevallen van annexatie te noemen: de annexatie van Koeweit door Irak in 1990-1991; de annexatie door Rusland van de Krim van Oekraïne in 2014; en de annexatie van de Syrische Hoogvlakte van Golan in 1981 (de de facto annexatie van de Sheba Farms in Zuid-Libanon kan daar nog aan worden toegevoegd) 

wie ondersteunt annexatie en wie niet ? 

Terwijl Israels kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem sinds 1967 die door opeenvolgende Israelische regeringen is doorgevoerd, is de afgelopen jaren door leiding van premier Netanyahoe en met steun van Trump in versneld tempo doorgevoerd.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat Washington in de wereld zo ongeveer alleen staat in de kwestie van de annexatie van de Westelijke Jordaanoever.

Afgelopen april drong de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Mike Pompeo, er bij de Israelische leiders op aan om ‘alle factoren’ in overweging te nemen alvorens tot annexatie over te gaan, zodat een en ander in lijn is de ‘Deal of the Century’ van Trump.

Pompeo zei dat annexatie op ‘een Israelisch besluit’ zal berusten, ‘waarbij de Verenigde Staten nauw met de Israelische leiders zullen samenwerken en onze mening over deze kwestie in een privéomgeving aan hen kenbaar zullen maken’.

De annexatie van de Jordaanvallei zal alle hoop die er nog rest op een [zogenaamde] twee staten-oplossing voor het ‘Israelisch-Palestijnse conflict’ – lange tijd de focus in de internationale diplomatie – definitief wegnemen, omdat deze de oprichting van een levensvatbare Palestijnse staat volkomen onmogelijk maakt.

Met het oog daarop heeft een aantal wereldleiders zich tegen de annexatieplannen uitgesproken.

President Mahmoud Abbas van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA) kondigde onlangs de opzegging aan van alle overeenkomsten en afspraken met Israel en de Verenigde Staten. Na spoedoverleg van de Palestijnse leiding in Ramallah stelde Abbas dat annexatie door Israel van delen van de Westelijke Jordaanoever de kansen op een twee staten-oplossing teniet zullen doen.

De PNA-president zei voorts dat de Palestijnse regering ‘zich vanaf vandaag vrijgesteld voelt van alle overeenkomsten en afspraken met de Amerikaanse en Israelische regeringen en van alle verplichtingen die op deze afspraken en overeenkomsten zijn gebaseerd, inclusief op het gebied van de veiligheidscoordinatie’.

Op zijn beurt heeft koning Abdullah II van Jordanië gewaarschuwd dat de Israelische annexatieplannen tot ‘grote conflicten’ kunnen leiden, waar hij nog aan toevoegde dat het Hashemitische Koninkrijk ‘alle opties openhield’ – ook het bevriezen of opzeggen van het vredesverdrag van 1994 met Israel.

‘Ik wil geen dreigementen uitbrengen en een sfeer van controverse creëren, maar wij houden alle opties open,’ zo verklaarde de koning eerder deze maand aan het Duitse weekblad Der Spiegel (Hamburg), als antwoord op de vraag naar de mogelijkheid om het Wadi Araba-verdrag te annuleren [een strook Jordaans grondgebied dat in het kader van het vredesverdrag door Amman langdurig aan Israel is geleased; red.]

De Europese Unie heeft inmiddels laten weten dat zij de annexatie door israel of enige wijziging van de officieuze grens die bekend staat als ‘de Groene Lijn’ niet zal erkennen.

‘De EU en haar lidstaten herinneren eraan dat zij geen wijziging van de grenzen van 1967 zullen erkennen, tenzij Israeli’s en Palestijnen een dergelijke wijziging overeengekomen zijn,’ zo stelde EU-Buitenlandchef Josep Borrell in een verklaring.

‘De twee staten-oplossing, met Jeruzalem als de toekomstige hoofdstad van twee staten, is de enige weg om duurzame vrede en stabiliteit in de regio te garanderen,’ aldus Borrell, waarbij hij het bestaande standpunt van de EU nog eens herhaalde.

Nickolay Mladenov, de Speciale VN-Gezant voor het Midden-Oosten heeft laten weten dat Israel ‘het dreigement om te gaan annexeren moet opgeven”.

Hoewel een twee staten-oplossing door de meeste buitenlandse mogendheden sinds jaar en dag wordt aangeprezen als het enige aanvaardbare alternatief, wijzen veel Palestijnse activisten erop dat de feiten op de grond deze al lang een gepasseerd station hebben gemaakt.

In plaats daarvan pleit een groeiend aantal stemmen voor een één staat-oplossing, die alle gebieden omvat die ooit deel uitmaakten van het historische Palestina, met gelijkheid en gelijkberechtiging voor alle bewoners van het gebied.

bron: Middle East Eye (Londen), 22 mei 2020

vertaling: Jochem van Oosten

Wilt u een abonnement op Soemoed nemen?