- Gaza-Libanon: de oorlog van de westerse wereld (p. 4).
- De oorlog in Gaza heeft hele Palestijnse families weggevaagd (pp. 5-9).
- Gaza: de cijfers bewijzen dat Israels verklaarde doelen een epische leugen zijn (pp. 10-11).
- Ismail Haniyeh: HAMAS zal de dood van een leider overleven – zoals steeds (pp. 12-13).
- De moord op Ismail Haniyeh & Israels diplomatieke schertsvertoning (pp. 14-16).
- Ontrafelen hoe het HAMAS-leiderschap functioneert (pp. 17-21).
- Wat behelst het ‘Gaza-plan’ van Netanyahoe ? (p. 22).
- Het Midden-Oosten na Hassan Nasrallah (pp. 23-26).
- Israel wil de wetten van de oorlogvoering herschrijven (pp. 27-28).
- Tapijten, cosmetica, motoren: Israelische soldaten plunderen massaal huizen in Gaza (pp. 29-31).
- ‘Moge Gaza branden’ – de stortvloed aan genocidale retoriek van Israelische soldaten (pp. 32-34).
- Onthuld: Israelische spionnenchef ‘bedreigde’ ICC-hoofdaanklager over onderzoek naar oorlogsmisdaden (pp. 35-38).
- Washington stelt zich actief op tegen de Gaza-zaak bij het ICC (p. 39).
- Israels oorlog breidt zich naar de Westelijke Jordaanoever uit (pp. 40-42).
- Palestina’48 – Israelisch optreden tegen Palestijnen kan tot herinvoering militair bestuur leiden (pp. 43-44).
- Frankrijk – collectief weerwoord: over de beschuldiging van antisemitisme aan het adres van La France Insoumise (pp. 45-51).
- Frankrijk – Serge Klarsfeld: ‘Ik kan niet voor de anderen strijden’ (pp. 52-54).
- Frankrijk – zei u ‘links antisemitisme’ ? (pp. 55-56)
- Frankrijk – de ‘vergoelijken van terrorisme’-wet om solidariteit met Palestijnen te criminaliseren (pp. 57-59).
De ontwikkelingen gaan hard: na Gaza en de Westelijke Jordaanoever zijn de afgelopen weken ook Libanon, Iran en Jemen aan grootschalig Israelisch militair geweld bloot komen te staan. Waarnemers zijn het erover eens dat Tel Aviv hier de escalerende partij is en dat er inmiddels sprake is van een nieuwe Midden-Oostenoorlog.
Israel kan een oorlog op deze schaal uitsluitend voeren omdat het op onvoorwaardelijke en onverminderde steun van de Verenigde Staten kan rekenen – behalve diplomatieke steun vooral in de vorm van omvangrijke wapenleveranties. Met recht kan hier dan ook van een Israelisch-Amerikaanse oorlog gesproken worden. En ook Europa levert zijn aandeel – met Duitsland voorop.
Tel Aviv voert oorlog op basis van een eigen agenda. Daarin staan vernietiging van de Palestijnse nationale aspiraties, territoriale expansie ten koste van de inheemse Palestijnse bevolking en militaire afschrikking centraal jegens alles en iedereen die zich in de regio tegen zijn hegemonie verzet. Dit laatste loopt parallel met de inspanningen van Washington om zijn hegemonie in de regio overeind te houden. Echter, al geruime tijd wordt de hegemonie van zowel Israel als de Verenigde Staten in de regio uitgedaagd door een bundeling van krachten die zich als ‘de As van het Verzet’ aanduidt. Onder meer Iran, Hezbollah en HAMAS maken daarvan deel uit (in het vorige nummer van Soemoed is in een interview met de Libanese wetenschappers Amal Saad en Karim Makdisi uitgebreid bij deze ontwikkeling stilgestaan).
Dat de oorlogvoering in Gaza van meet af aan overduidelijk genocidale dimensies heeft gehad, is niet van invloed geweest op het verlenen van steun aan Israel. Bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) loopt inmiddels een genocide-zaak die Zuid-Afrika tegen Israel heeft aangespannen. Verder heeft de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) de eerste stappen gezet om te komen tot het uitvaardigen van arrestatiebevelen tegen Israels premier Benjamin Netanyahoe en diens minister van Defensie, Yoav Gallant, op verdenking van het plegen van grove oorlogsmisdaden. Onder meer de Verenigde Staten en Duitsland zijn sterk gekant tegen deze gerechtelijke procedures. Dat is verklaarbaar: mocht het tot een veroordeling van Netanyahoe en de zijnen komen, dan zou juridische vervolging vanwege medeplichtigheid voor de hand liggen.
Dit ontrolt zich allemaal binnen de procedures en spelregels zoals die binnen de ‘internationale rechtsorde’ gelden, die na de Tweede Wereldoorlog verder zijn uitgebouwd. Maakt de Gaza-oorlog – de wijze waarop Israel oorlog voert en de opstelling van het Westen daartegenover – echter niet meer dan ooit duidelijk dat wij een nieuw tijdperk zijn binnengetreden waarin, in hun positie bedreigde hegemonisten, grijpen naar de wetten van de jungle ? Meer dan ooit, omdat een en ander in het recente verleden al meer is vertoond – zij het niet live stream, zoals nu al ruim een jaar met de genocide in Gaza. Uit opiniepeilingen blijkt dat mede als gevolg daarvan grote delen van de publieke opinie in de Arabische/Islamitische Wereld en in het ‘Globale Zuiden’ in het algemeen zich van de bestaande ‘internationale rechtsorde’ van de hegemonisten afkeren. Een alternatief hebben zij vooralsnog niet te bieden. In de tussentijd dringt de vraag zich op: wie beschermt de Palestijnen in Gaza tegen de voortgaande genocide ?; wie beschermt de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever tegen het toenemend geweld van het Israelische leger en gewapende joodse kolonisten ?; wie stopt de genocidale oorlog in Libanon ?
Los van politieke partijen en regeringen verheffen ook in het Westen mensen hun stem tegen wat Palestijnen door Israel wordt aangedaan. In het vorige nummer van Soemoed maakten wij een balans op van hoe op dit punt de stemming in Duisland is. Dat stemde niet bepaald vrolijk. Onder meer het recht op vrije meningsuiting en het recht van demonstratie blijkt daar inmiddels zwaar onder druk te staan. Fundamentele kritiek op de Staat Israel wordt heel snel in de sfeer van antisemitisme (= anti-joods racisme) getrokken en zo gecriminaliseerd. Zozeer dat het de Duitse advocate Nadija Samour ertoe bracht om in een interview dat wij in Soemoed afdrukten, op te merken dat in Duitsland ‘Palestina de lakmoesproef voor burgerlijke vrijheden is’ geworden.
Om na te gaan hoe de situatie op dit punt in Frankrijk is, presenteren wij in dit nummer van Soemoed opnieuw een zwaartepunt. Ook daar blijken de politieke verhoudingen inzake Palestina/Israel onder druk te staan. Maar waar in Duitsland de ‘linkse’ regeringspartij Die Grünen zich in het pro-Israel/anti-Palestina-koor heeft geschaard, is in Frankrijk het electoraal succesvolle linkse La France Insoumise juist onder vuur komen te liggen vanwege haar pro-Palestijnse/Israel-kritische opstelling. Door (extreem-)rechts is deze geframed als een uiting van ‘antisemitisme’, wat overduidelijk fungeert als een stok om de hond te slaan (zie ‘Collectief weerwoord – over de beschuldiging van anti-joods racisme aan het adres van La France Insoumise’, elders in dit nummer van Soemoed).
In de gepolariseerde politieke verhoudingen rond Palestina/Israel zien wij dat enerzijds Franse joden zich scharen achter het linkse La France Insoumise en het Nieuwe Volksfront waarvan het deel uitmaakt, terwijl andere Franse joden in de armen van de extreemrechtse Rassemblement National van Marine Le Pen vluchten. De argumentatie van twee prominenten van hen – de gelauwerde nazi-jagers Serge en Beate Klarsfeld – doet ons versteld staan, gefocust als deze is op louter de positie van joden en van de (genocidale) Staat Israel. Over de bestaande anti-joodse gevoelens binnen de Rassemblement National (zoals binnen haar voorganger, het Front National van de vader van Marine Le Pen) wordt door de Klarsfelds lichtvaardig heengestapt.
Uiteraard staan wij uitgebreid stil bij de moord op HAMAS-leider Ismail Haniyeh en Hezbollah-leider Hassan Nasrallah, evenals bij de almaar verslechterende situatie in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever.
Hoe ver zal Tel Aviv gaan ? Na Gaza tot puin te hebben gereduceerd en daar een genocide te hebben gepleegd, breidt Israel zijn operaties inmiddels uit naar het naburige Libanon met dezelfde methoden, dezelfde slachtpartijen, dezelfde verwoestingen, verzekerd van de onwrikbare steun van zijn westerse bondgenoten, die daarmee direct medeplichtig zijn aan zijn criminele onderneming.
Er zijn al rond 2000 Libanese doden als gevolg van Israelische bombardementen en het aantal stijgt nog steeds. De ‘heldendaden’ van Israel stapelen zich op, te beginnen met de levering van de piepers, die zo veel westerse waarnemers in vervoering bracht – gefascineerd door het vertoon van ‘technologisch vernuft’. Wel jammer voor de slachtoffers – gedood, verminkt, blind gemaakt, geamputeerd, snel vergeten. ‘Het waren maar Hezbollah strijders’ was wat wij keer op keer te horen kregen, een ‘vernedering’ voor een organisatie. Alsof die explosies niet de hele samenleving hadden getroffen en zowel militieleden als burgers hadden verminkt en gedood. Van gebruiksvoorwerpen boobytraps maken, is in strijd met het oorlogsrecht zoals door verschillende deskundigen en mensenrechtenorganisaties is aangegeven.
De buitengerechtelijke executie van Hezbollah-leiders, onder wie de secretaris-generaal Hassan Nasrallah, die opnieuw gepaard is gegaan met ‘bijkomende slachtoffers’ vormt kennelijk in de ogen van niemand een schandaal. Netanyahoe haalde opnieuw zijn neus op voor de VN door vanuit het hoofdkwartier van de organisatie in New York het groene licht te geven voor de moordaanslag op Nasrallah in de Libanese hoofdstad.
Met elke dag die verstrijkt, schuiven leden van de VN-Veiligheidsraad de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) steeds verder onder het tapijt, of het nu gaat om die over Gaza of over de rest van de sinds 1967 bezette Palestijnse Gebieden. Het Internationaal Strafhof (ICC) heeft nog altijd geen arrestatiebevel tegen premier Benjamin Netanyahoe uitgevaardigd, terwijl de hoofdaanklager die dat arrestatiebevel heeft aangevraagd, melding heeft gemaakt van ‘druk van de kant van wereldleiders’ en andere partijen, waaronder bedreigingen tegen hem persoonlijk en tegen zijn familie. Hebben Joe Biden, Emmanuel Macron of Olaf Scholz één woord gesproken over deze praktijken ?
Al bijna een jaar gaan er stemmen op – doorgaans afgedaan als die van een gestoorde randgroep – die de straffeloosheid van Israel hekelen die door de passiviteit van de westerse staten is aangemoedigd. De Gaza- en de Libanon-oorlog zouden niet mogelijk zijn geweest zonder de luchtbrug van voornamelijk Amerikaanse – en in mindere mate Europese – wapens en zonder de diplomatieke en politieke rugdekking van de westerse staten. Zou bijvoorbeeld Frankrijk dat willen, dan zou het stappen hebben kunnen zetten die Israel werkelijk pijn doen. Maar Parijs weigert zelf nog altijd de wapenexportvergunning op te schorten die het aan dat land heeft verleend. In de Europese Unie zou Parijs, samen met landen als Spanje, kunnen pleiten voor de opschorting van het EU-Associatieverdrag met Israel. Dat doet men echter evenmin.
De tweede Palestijnse Nakba die maar doorgaat, inmiddels gevolgd door systematische verwoestingen in Libanon, zijn niet alleen Israelische misdaden, maar ook misdaden van het Westen, waarvoor Washington, Parijs en Berlijn direct verantwoordelijk zijn. Bij dit alles moeten wij ons niet laten misleiden door de aanmatiging en maskerades van de afgelopen dagen in de Algemene Vergadering van de VN, noch door de woede-uitbarstingen van Biden, of door de vrome wensen van Macron met betrekking tot de ‘bescherming van burgerlevens’. Deze Franse president heeft nooit een gelegenheid voorbij laten gaan om zijn niet aflatende steun te betuigen aan de rechts-radicale regering van Netanyahoe. Wij kunnen ook de diplomaten vergeten die de zaal van de Algemene Vergadering uitliepen toen de Israelische premier het woord nam – een gebaar dat meer een kwestie van emotionele catharsis was dan van politiek. Want terwijl de westerse staten direct verantwoordelijk zijn voor de misdaden van Israel, hebben andere staten, zoals Rusland en China, geen stappen ondernomen om een einde te maken aan een oorlog die zich met de dag verder uitbreidt – en inmiddels al is overgeslagen naar Jemen en wellicht morgen naar Iran.
Deze oorlog sleurt ons mee naar een duister tijdperk waarin wetten, legaliteit, democratische waarborgen – alles wat de mens zou kunnen behoeden voor het afglijden naar barbaarsheid – stelselmatig worden onttakeld. Een tijd waarin de ene partij heeft besloten de andere partij die als ‘barbaars’ is bestempeld, uit te roeien. ‘Wilde woeste vijanden’ heeft Netanyahoe hen genoemd, een bedreiging voor de ‘joods-christelijke beschaving’. Zo probeert de premier de Westerse wereld mee te slepen in een beschavingsoorlog met religieuze ondertonen, waarin Israel zichzelf presenteert als de voorhoede in het Midden-Oosten – met enig succes.
Door de wapens en munitie die zij aan Israel blijven leveren, door hun niet-aflatende steun voor een vals ‘recht op zelfverdediging’, door hun ontkenning van het recht van de Palestijnen om zich te verzetten tegen een bezetting die het ICJ illegaal heeft verklaard en heeft gelast te beëindigen – een advies waaraan de VN-Veiligheidsraad weigert een vervolg te geven – zijn deze westerse landen verantwoordelijk voor de buitensporige overmoed van Israel.
Als leden van ‘prestigieuze instellingen’ als de VN-Veiligheidsraad of de G7 onderschrijven de regeringen van deze staten de wet van de jungle zoals die door Israel is vastgelegd, met zijn logica van collectieve bestraffing. Deze logica was al in 2001 aan het werk in Afghanistan en in 2003 in Irak, waarvan wij de resultaten allemaal kennen. Al in 1982 viel Israel Libanon binnen, bezette het zuidelijke deel van het land, belegerde Beiroet en keek toe hoe in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila een slachtpartij werd aangericht. Uit die macabere ‘overwinning’ is uiteindelijk Hezbollah voortgekomen, net zoals de bezettingspolitiek van Israel de aanval van 7 oktober heeft voortgebracht. Want de logica van oorlog en kolonialisme heeft nimmer tot vrede en veiligheid geleid.
bron: ORIENT XXI (Parijs), 4 oktober 2024; Alain Gresh – directeur publicaties van Orient XXI (Parijs) & Sarra Grira – hoofdredactrice van Orient XXI
Azzam Tamimi
Ondanks dat de beweging vele topleiders vermoord heeft zien worden, is deze niettemin in kracht en populariteit door blijven groeien.
De moord op HAMAS-topman Ismail Haniyeh op 31 juli in Teheran zal waarschijnlijk de provocatie zijn waarnaar Israels premier Benjamin Netanyahoe wanhopig op zoek is geweest – in de op dat moment al 10 maanden durende genocidale oorlog tegen de Palestijnen in Gaza. Althans zo lijkt het.
Voor aanhangers van HAMAS – en veel Palestijnen zijn het hierover met hen eens – is martelaarschap geen verlies. In de islamitische doctrine is martelaarschap één van de twee succesvolle uitkomsten in de strijd vóór waarheid en gerechtigheid – de andere is overwinning.
Haniyeh was op 23 december 1962 geboren in het Al-Shati-vluchtelingenkamp in het noorden van de Strook van Gaza, in een vluchtelingenfamilie die haar woonplaats Asqalan (Ashkelon) in Palestina’48/Israel tijdens de Nakba van 1948 had moeten ontvluchten. Hij is altijd met zijn gezin in het Al-Shati-vluchtelingenkamp blijven wonen.
Zijn basis- en middelbare schoolopleiding volgde Haniyeh op UNRWA-scholen in Gaza. Hij behaalde een tweede schooldiploma aan het Al-Azhar Instituut en ging vervolgens aan de Islamitische Universiteit in Gaza Arabische literatuur studeren. Tijdens zijn studie sloot hij zich bij de Palestijnse Moslim Broederschap aan.
Zijn afstuderen aan de universiteit in de zomer van 1987 viel ongeveer samen met het uitbreken van de Eerste Intifada en de formele oprichting van de Islamitische Verzetsbeweging (HAMAS), die is voortgekomen uit de Palestijnse Moslim Broederschap. Net 25 jaar werd hij spoedig een kaderlid binnen de organisatie. Hij bleek een geboren leider.
In 1987 en 1988 werd hij enkele malen kort door de Israelische bezetter gevangen gezet.
Een jaar later werd hij opnieuw gearresteerd en toen veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Na zijn vrijlating zette Israel hem in de winter van 1992 opnieuw vast, waarna hij samen met ruim 400 andere HAMAS-leiders en activisten naar Zuid-Libanon werd gedeporteerd (dankzij internationale druk konden de meesten van hen na een jaar weer naar Palestina terugkeren).
een verbindende persoon
Haniyeh was een briljant redenaar, een essentieel leiderschapskenmerk in de Arabisch-islamitische cultuur. Hij stond bekend om zijn liefde voor poëzie. Hij begon bekendheid te krijgen nadat hij – na de vrijlating in 1997 van HAMAS-oprichter sheikh Ahmad Yassin, in de nasleep van de mislukte moordaanslag in Jordanië op het leven van HAMAS-leider Khaled Meshaa – was benoemd tot de persoonlijk assistent van sheikh Yassin.
Zijn collega’s en kameraden zullen het erover eens zijn dat Haniyeh een bindende figuur was. In HAMAS-kringen werd hij niet gezien als een vertegenwoordiger van een gematigd politieke trend.
Mede daardoor stootte hij snel door naar de hoogste posities binnen de beweging, mede omdat Israel met een serie moordaanslagen een hele generatie oprichters en leiders van HAMAS uit de weg had geruimd. Onder hen Imad Aqil (24 november 1993), Yahya Ayyash (5 januari 1996), Jamal Salim en Jamal Mansour (31 juli 2001), Mahmoud Abu Hannoud (23 november 2001), Salah Shehadah (22 juli 2002), Ibrahim al-Maqadma (8 maart 2003), Isma’il Abu Shanab (21 augustus 2003), sheikh Yassin (21 maart 2004), Abd al-Aziz al-Rantisi (17 april 2004) en op 2 januari jl. Saleh al-Arouri.
Toen Israel op 6 september 2003 voor het eerst een aanslag op het leven van sheikh Yassin pleegde, bevond Haniyeh zich in zijn gezelschap. Beide mannen liepen daarbij lichte verwondingen op. Zes maanden later kwam sheikh Yassin bij het verlaten van de moskee na het ochtendgebed alsnog bij een moordaanslag om het leven.
ideeën sterven niet
In januari 2006 nam HAMAS deel aan de Algemene Verkiezingen in de bezette Palestijnse Gebieden en won deze glansrijk. Haniyeh werd met 76 van de 132 zetels de leider van het HAMAS-blok in de Palestijnse Wetgevende Raad – het parlement van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA).
Daarop is hij door PNA-president Mahmoud Abbas gevraagd om in de Strook van op de bezette Westelijke Jordaanoever een nieuwe regering te vormen.
Spoedig daarna zijn de spanningen tussen HAMAS en de door Abbas geleide FATAH – die zich niet bij de verkiezingsnederlaag wilde neerleggen en betrokken was bij een mislukte staatsgreep – geëscaleerd en braken er in Gaza tussen FATAH en HAMAS gevechten uit. Het uiteindelijke resultaat daarvan was dat Gaza onder controle van HAMAS kwam te staan en de Westelijke Jordaanoever onder controle van FATAH/PNA.
Op 6 mei 2017 werd Haniyeh door de Shura (Raad) van HAMAS verkozen tot leider van het Politiek Bureau van de beweging, als opvolger van de eerdergenoemde Meshaal, die deze positie sinds 1995 had bekleed.
Het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken maakte op 31 januari 2018 bekend dat men Haniyeh’s naam had toegevoegd aan de lijst van terroristische personen en organisaties.
En toen: in de vroege morgen van 31 juli kondigde een Iraanse woordvoerder aan dat Ismail Haniyeh, die een officieel bezoek aan Iran bracht om daar de inauguratie van de nieuwe president bij te wonen, in het gastenverblijf van de regering in Teheran was vermoord. HAMAS wees onmiddellijk Israel [wie anders ?] als de dader aan.
Het is niet waarschijnlijk dat het wegvallen van Haniyeh van grote invloed op HAMAS zal zijn – een beweging die is opgebouwd uit instellingen en door gekozen functionarissen wordt geleid. Zoals eerder is opgemerkt, zijn er in de achterliggende jaren veel topleiders van HAMAS door Israel vermoord, zonder dat dit de groei en de populariteit van de beweging in de weg heeft gestaan. HAMAS is bovendien een beweging die gebaseerd is op ideeën – en ideeën sterven niet, wat er ook gebeurt.
De vraag die velen zich zullen stellen is: hoe hebben de moordenaars van Haniyeh zomaar in Iran kunnen opereren en wat zal de reactie van de Iraanse leiding zijn op [opnieuw] deze ernstige inbreuk op de veiligheid en op deze flagrante schending van de soevereiniteit van haar land ?
vragen over de opvolging
De moord zal verder onvermijdelijk vragen oproepen over het lot van de slepende staakt-het-vurenonderhandelingen met Israel.
Het is hoogst onwaarschijnlijk dat HAMAS zal besluiten om het bestaande diplomatieke kanaal te sluiten, want dat is precies wat Netanyahoe en de zijnen met de moord hoopten te bereiken.
Binnen het leiderschap van HAMAS, zowel in Gaza als in de diaspora, beseft men daarbij dat het Israelische establishment inmiddels verdeeld is geraakt over de oorlog in Gaza. Enkele maanden geleden was daarvan nog nauwelijks sprake.
Het is duidelijk dat Netanyahoe zelf geen einde aan de oorlog wil zien totdat HAMAS is opgerold en Gaza onder de volledige controle van Israel is komen te staan.
Daarbij geeft de premier niet om de joods-Israelische gevangenen in Gaza – heeft dat nooit gedaan. HAMAS zal mogelijk mikken op grotere scheuren binnen het Israelische establishment als gevolg van het verloop van de oorlog.
Vóór hij werd vermoord had Haniyeh twee plaatsvervangers, Mousa Abu Marzouq en Khalil al-Hayya. Verwacht wordt dat op korte termijn een van hen de verantwoordelijkheid krijgt om het Politiek Bureau te gaan leiden.
De beweging liep zich al warm voor een nieuwe interne verkiezingsronde, later dit jaar, totdat de slepende oorlog deze heeft doorkruist. Mocht er ergens in de nabije toekomst een staakt-het-vuren overeengekomen worden, dan zal het organiseren van verkiezingen alsnog een haalbare kaart kunnen zijn.
De mogelijke opvolgers van Haniyeh blijven wellicht niet beperkt tot de bovengenoemde figuren. Want ook de charismatische Meshaal blijft een kanshebber om met unanieme steun in de functie van wijlen Haniyeh verkozen te worden [het zou evenwel Yahya Sinwar worden; red.].
bron: Middle East Eye (Londen), 31 juli 2024
Azzam Tamimi is een Brits-Palestijnse academicus en politiek activist; hij is directeur van Alhiwar TV Channel en auteur van Hamas: Unwritten Chapters; Londen: C. Hurst & Co Publishers Ltd, 2009; 372 pp.
vertaling: Rudi Cornelissen
Susan Abulhawa
Wanneer je in Gaza bent en de vernietiging met eigen ogen ziet, is de duidelijkste conclusie dat de doelen die Israel heeft gesteld een epische leugen zijn, vergelijkbaar met ‘een volk zonder land voor een land zonder volk’, verpakt en verkocht aan de wereld.
Joodse Israeli’s richten zich niet op HAMAS, noch zijn zij geïnteresseerd in de terugkeer van hun gevangenen, die een enorme aansprakelijkheid vormen bij hun vrijlating omdat zij vaak goede dingen over hun ontvoerders te zeggen hebben.
Cijfers zijn van belang om te onderbouwen wat ik zeg.
Hier zijn enkele getallen om mee te beginnen.
verwoeste gebouwen
* Vanaf april 2024 zijn er ongeveer 360.000 gebouwen verwoest waaronder 405 scholen en universiteiten, 700 ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen, 290 moskeeën en drie kerken. Gezien de schatting van het UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) dat er elk uur 12 gebouwen worden verwoest in Gaza, is het aangepaste aantal voor mei en juni 377.280 gebouwen.
doden en gewonden door direct vuur
* Het gerapporteerde aantal martelaren bedroeg op 26 juni 37.718 [inmiddels 42.000] personen. Het is belangrijk om op te merken dat dit aantal alleen martelaren omvat die geïdentificeerd zijn met naam en burger-service-nummer via het belegerde Ministerie van Gezondheid in Gaza. Gezien het uitvallen van de rapportagesystemen als gevolg van de grootschalige vernietiging van de infrastructuur en personeel, is dit aantal, zelfs met zijn beperkte parameters, een grove onderschatting. Op basis van nauwkeurigere cijfers van ongeveer 370 doden per dag, vermenigvuldigd met 264 dagen genocide, ligt het werkelijke aantal dichter bij 97.680 martelaren. Volgens een schatting van het OCHA van 15 martelaren per uur: in de loop van 264 dagen, wat neerkomt op 6336 uur, zou dit aantal ruwweg 95.040 zijn.
* De aangepaste schatting van het aantal martelaren is 260 procent meer dan het stagnerende gerapporteerde aantal. Het is redelijk om de hoeveelheid gewonden (momenteel 86.377) met hetzelfde percentage aan te passen, wat het aantal op 224.580 brengt. (Volgens een schatting van de OCHA van 35 gewonden per uur komt dit aantal op 221.760).
overlijden door gebrek aan medicijnen en chronische aandoeningen
– Belangrijk is dat het bovenstaande aantal niet de duizenden niet-geïdentificeerde martelaren omvat, van wie sommigen uit massagraven werden gehaald; degenen die zonder hoofd of in onmogelijke stukken aankwamen; degenen die door hun geliefden werden begraven zonder via het ziekenhuissysteem te gaan; degenen die van honger zijn omgekomen; degenen die zijn gestorven door gebrek aan toegang tot essentiële medicijnen; degenen die zijn gestorven door infecties of overdraagbare ziekten.
* Rekening houdend met 1100 dialysepatiënten, 2000 kankerpatiënten en 341.000 personen die afhankelijk zijn van medicatie om chronische ziekten te beheersen (45.000 hart- en vaatziekten, 71.000 diabetes, 225.000 hypertensie), heeft het extreme tekort aan levensreddende medicatie geleid (en zal blijven leiden) tot sterfgevallen als gevolg van het achterhouden van voorraden door Israel. Als in een zeer voorzichtige schatting 5 procent van deze patiënten als gevolg hiervan sterft (als zij dat al niet hebben gedaan), dan zijn dat nog eens 17.050 mensen.
* Een nauwkeuriger algeheel sterftecijfer voor onbehandelde diabetes is echter 13,6 procent (wat neerkomt op een sterftecijfer van 9.869 mensen); 37 procent voor onbehandelde hypertensie (wat neerkomt op 83.250 mensen); onbehandelde dialyse- en kankerpatiënten zullen een hoog sterftecijfer laten zien. Een voorzichtige schatting voor deze groep is 30 procent of 930 patiënten.
* Bij elkaar zijn dit 94.049 mensen (ik heb alleen hart- en vaatziekten buiten beschouwing gelaten, omdat patiënten vaak co-morbiditeiten hebben en er een natuurlijke overlap zou zijn in deze aantallen).
doodgaan van de honger
* Volgens een recent IPC-rapport (Integrated Food Security Phase Classification) dat door de VN wordt gesteund, hebben ongeveer 495.000 Palestijnen in Gaza te kampen met ‘catastrofale’ honger, wat betekent dat zij een extreem voedseltekort hebben dat leidt tot acute ondervoeding bij jonge kinderen, dreigende hongerdood en de dood. Als wij een voorzichtige schatting maken van 5 procent hongerdood onder deze bevolking, dan zijn dat 24.750 mensen die
* Het sterftecijfer door acute ondervoeding is volgens de gegevens ongeveer 20 procent. De huidige classificatie heeft echter nog geen volledige hongersnood bereikt, waardoor de huidige schatting redelijk is.
vermist, vermoedelijk dood of ontvoerd
* Ongeveer 21.000 kinderen worden vermist. Sommigen zitten bedolven onder het puin, sommigen zijn ontvoerd door Israelische soldaten, terwijl anderen gewoon verloren zijn in de chaos. Gezien de relatief gelijke verhouding tussen volwassenen en kinderen in Gaza, is het veilig om aan te nemen dat hetzelfde aantal volwassenen eveneens vermist is, waardoor dit aantal verdubbelt tot 42.000 vermisten.
dood door ziekte
* Door de vernietiging van de water- en sanitatie-infrastructuur, in combinatie met de beperking van de toegang van hulpgoederen tot Gaza, heeft de aanval van Israel geleid tot de verspreiding van besmettelijke en door water overgebrachte ziekten, zoals acute geelzucht (voornamelijk te wijten aan hepatitis A), acute diarree (met bloederige ontlasting), schurft en luizen, huiduitslag, pokken en acute infecties van de luchtwegen, die op 10 juni in totaal 1.440.805 gevallen bedroegen. Als slechts 1 procent van deze patiënten bezwijkt aan deze ernstige aandoeningen, zijn dat 14.408 mensen die indirect zijn gedood door de Israelische bombardementen en belegering van Gaza.
* Het sterftecijfer voor acute geelzucht of hepatitis A is laag (2,5 procent bij volwassenen en minder dan 1 procent bij kinderen; dus een schatting van 1 procent sterfte is passend voor deze categorie, oftewel 817 mensen); het sterftecijfer voor diarree varieert van 4,27 procent tot 12 procent (20.000 mensen). 27 procent tot 12 procent (20.722-58.238 mensen); het sterftecijfer voor pokken is 1-30 procent, afhankelijk van de stam (854-2.561 mensen); het sterftecijfer voor acute luchtwegaandoeningen varieert van 27 procent tot 45 procent, afhankelijk van de ernst (of 233.592-389.320 mensen). Alles bij elkaar, gecorrigeerd voor wetenschappelijke data, is het bereik voor deze categorie martelaren 255.985-450.936 mensen.
samenvatting van de schattingen
Op basis van deze schattingen, respectievelijk conservatief en gebaseerd op gegevens, luiden de werkelijke cijfers waarschijnlijk als volgt:
377.280 gebouwen geheel of gedeeltelijk verwoest
95.040-97.680 martelaren
221.760 gewonden
24.750 doden of stervende van de honger
42.000 vermisten (vermoedelijk dood, ontvoerd door de Israelische bezettingstroepen of mogelijk verhandeld)
De volgende bandbreedtes vertegenwoordigen een conservatieve schatting of een lager bereik van door gegevens gestuurde bevolkingsschattingen:
17.050-94.049 chronisch zieken die sterven door gebrek aan medicatie
14.408-255.985 doden door epidemieën als gevolg van de Israelische aanval
Dit betekent dat het werkelijke aantal doden dichter bij 194.768-511.824 mensen ligt, met 221.760 gewonden. En dat aantal groeit nog.
Dit is exclusief de duizenden die zijn ontvoerd en worden gemarteld in Israels goelags, waarvan er minstens drie dozijn zijn doodgemarteld of gestorven door de barre omstandigheden.
sommige levens zijn belangrijk
De schattingen hier zijn redelijk, maar er moeten onmiddellijk onderzoeken ter plaatse worden uitgevoerd. Internationale instellingen moeten dringend het werkelijke sterftecijfer vaststellen dat direct en indirect het gevolg is van de Israelische aanval op Gaza.
Tot nu toe heeft Israel naar verluidt 50 van de 240 Israelische gevangenen in Gaza gedood, zowel direct (door hen neer te schieten) als indirect (door de gebouwen waarin zij zich bevinden te bombarderen) en gezorgd voor de vrijlating van 112 gevangenen, 105 door middel van onderhandelde overeenkomsten met HAMAS en zeven via ‘reddings’-missies.
De meest recente directe ‘reddingsmissie’ resulteerde in de vrijlating van vier gevangenen in het vluchtelingenkamp Nuseirat, centraal Gaza. In totaal werden 274 Palestijnen en verschillende Israelische gevangenen gedood tijdens dezelfde operatie.
Ten minste één Amerikaanse wetgever gelooft dat het opofferen van honderden Palestijnen voor vier joodse Israeli’s de moeite waard is, omdat, zo lijkt het, alleen sommige levens ertoe doen.
Ik laat het aan de lezers over om de rekensom te maken om te zien hoeveel dood en vernietiging Gaza heeft gekost per gevangene of per HAMAS-strijder.
Er zijn maar twee conclusies mogelijk. Of het Israelische leger is de meest incompetente strijdmacht die ooit op deze planeet rondliep – en heeft geen betrouwbare mogelijkheid om inlichtingen te verzamelen – of Israel is een sadistische natie die uit is op genocide op de inheemse bevolking, zoals alle vestigingskoloniale projecten door de geschiedenis heen zijn geweest.
bron: The Electronic Intifada (Chicago), 27 juni 2024
Susan Abulhawa is een Amerikaans-Palestijnse schrijfster en activiste; eerder publiceerde zij Against the Loveless World – A Novel; Washington: Washington Square Press, 2021; 400 pp.
Rudi Cornelissen
Mariam Barghouti
Een grootschalig Israelisch militair offensief tegen het Jenin-vluchtelingenkamp – en tegen andere vluchtelingenkampen – heeft het noordelijk deel van de Westelijke Jordaanoever tot een slagveld gemaakt.
Geluid van explosies, bulldozers, militaire drones en vuur uit automatische wapens is in Jenin permanent te horen, sinds Israel begin september daartegen een grootschalig militair offensief heeft ontketend.
Voordat het Israelische leger het kamp binnendrong, had het eerst de elektriciteit en de communicatie afgesloten. Burgers werden gelast in huis te blijven. ‘Wij zitten al dagen in ons huis opgesloten’ zegt Ahmad Shreim (30). Shatha Sabbagh (21) zat met haar moeder en zus vier dagen in huis vast. Volgens getuigen die het kamp hebben kunnen ontvluchten, zijn de mannen daar massaal opgepakt. Sommigen van hen zijn vervolgens bij militaire acties als menselijk schild ingezet, anderen zijn met onbekende bestemming afgevoerd. Getuigen hebben dit ook voor Tulkarem, Tubas en Nabloes gemeld die eveneens een groot Israelisch militair offensief over zich heen hebben gekregen.
Met de herbezetting door het Israelische leger is het Jenin-vluchtelingenkamp in een slagveld veranderd. Woonhuizen werden legerposten. Burgers konden geen kant meer op, nadat Israelische scherpschutters in de hoofdstraten van Jenin posities hadden ingenomen. ‘Het Israelische leger vuurde met scherp op alles en iedereen dat bewoog: mensen, dieren, auto’s … alles werd beschoten’ zegt Sabbagh, die uiteindelijk met haar moeder en zus onder militaire dwang het vluchtelingenkamp uit is gedirigeerd.
Terwijl het joods-Israelische publiek in Tel Aviv massaal de straat opging om in ruil voor een staakt-het-vuren de vrijlating van de joods-Israelische gijzelaars te eisen, zijn de Israelische Strijdkrachten gewoon doorgegaan met het bombarderen van Gaza. De civiele infrastructuur is daar inmiddels volledig verwoest. Tegelijk voert het Israelische leger op slechts enkele tientallen kilometers ten zuidoosten van Tel Aviv het zoveelste offensief op de Westelijke Jordaanoever uit. Dat kreeg heel cynisch de codenaam ‘Operatie Zomerkampen’.
En het is er daarbij hard aan toegegaan. In de eerste week van ‘Operatie Zomerkampen’ schoot het Israelische leger alleen al in de vluchtelingenkampen van Jenin en Tulkarem ten minste 39 Palestijnen dood, aldus het Shireen Abu Akleh Observatorium – een Palestijnse mensenrechtenorganisatie.
Escalatie van Israelisch militair geweld in bezet Palestijns gebied zal het geweld van joodse kolonisten verder aanwakkeren.
Nadat het leger de controle over het Jenin-vluchtelingenkamp in handen had gekregen, blokkeerde het alle in- en uitgangen. Daarmee raakte het kamp volledig van de buitenwereld afgesloten. Medisch personeel dat zich aan de rand van het kamp bevond, zegt dat evacuatie op medische gronden van bewoners verhinderd werd. ‘Wij hebben geen gewonden kunnen opvangen, omdat er Israelische scherpschutters actief zijn en het Israelische leger ambulances de toegang tot het kamp ontzegt’ zegt Huda Badran, een verpleegster van de Amal Kliniek, net buiten het Jenin-kamp. ‘Zelf zagen wij ons gedwongen binnen te blijven omdat wij niet wisten van welke kant de kogels van scherpschutters zouden kunnen komen.’
Hoewel het Israelische leger heeft gezegd dat het hier om een ‘preventieve operatie tegen door Iran gesteunde terroristen’ ging, zijn er ook burgers omgekomen – ten minste acht minderjarigen en twee bejaarden.
Tijdens de militaire operatie hebben gepantserde militaire bulldozers het wegdek van de straten in Jenin en in Tulkarem omgeploegd en daarmee grote schade aan de civiele infrastructuur toegebracht. ‘Wij hebben geprobeerd meteen zoveel mogelijk te repareren’ zegt Nasser Abu Aziz, hoofdveldmanager van de Noordelijke Elektriciteitsmaatschappij (NEDCO). ‘Bij elke inval vernietigt het Israelische leger de elektrische bedrading en de telecommunicatie-infrastructuur. Ditmaal is men echter veel grondiger te werk gegaan.’
Daarmee is voor Palestijnen in het noordelijk deel van de Westelijke Jordaanoever de realiteit van Gaza erg dichtbij gekomen. ‘Wat wij eerder in Gaza hebben gezien, zien wij zich nu in Jenin en Tulkarem herhalen en dat veroorzaakt bij ons grote psychische spanningen. Want Gaza heeft getoond waartoe Israel allemaal in staat is’ zegt verpleegster Badran.
‘De operatie van het Israelische leger op de Westelijke Jordaanoever is méér dan de zoveelste militaire actie. Deze beoogt een groter doel te bereiken, namelijk om ook daar de Palestijnse infrastructuur te vernietigen en zo de daar woonachtige Palestijnen te verarmen – ook door de toegang tot werk in Israel te beperken – en de joodse kolonisten vrij spel te geven’ zegt de Palestijnse analist Abd al-Jawad Omar.
De economie op de Westelijke Jordaanoever heeft sinds de escalatie van het Israelische geweld inderdaad een flinke klap gekregen en is als gevolg van de oorlog in een nog grotere economische crisis beland. Volgens de Wereldbank zijn er in de Palestijnse economie het afgelopen jaar bijna een half miljoen banen verloren gegaan. Dit gebeurt niet zomaar.
Door de toename van het aantal verplaatsbare militaire checkpoints en de afsluiting voor onbepaalde tijd van dorpen en steden per militair decreet is het Palestijnse verkeer tussen steden en dorpen verder beperkt. De reistijd tussen gebieden op de Westelijke Jordaanoever is daardoor dramatisch toegenomen: een autorit die voorheen zo’n 30 minuten duurde, kon na 7 oktober wel twee uur vergen.
Tijdverlies is echter niet het enige dat het reizen bemoeilijkt. Met het verhoogde risico om door het Israelische leger gearresteerd, aangevallen of beschoten te worden, is reizen op de Westelijke Jordaanoever – voor werk maar ook voor medische zorg – een gevaarlijke onderneming geworden. Het heeft een negatief effect op de consumptie gehad, wat de toch al kwetsbare lokale economie verder heeft geschaad.
De onmogelijkheid om vrij te reizen is echter niet alleen het gevolg van Israelische militaire maatregelen. Sinds 7 oktober zijn op de Westelijke Jordaanoever de gewapende aanvallen drastisch toegenomen van joodse kolonisten, die er op gericht zijn om hele Palestijnse gemeenschappen te verdrijven.
‘Het gaat in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever zogenaamd voor Israel om een existentiële oorlog die voortvloeit uit een zero-sum-strategie’ zegt analist Omar. ‘Deze oorlog heeft als inzet de verdrijving van de Palestijnen.’
Sinds 7 oktober zijn er op de Westelijke Jordaanoever al ten minste 3300 Palestijnen verdreven en dus ontheemd geraakt – een stijging met 146 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Tegelijkertijd hebben Israelische militairen op de Westelijke Jordaanoever een recordaantal offensieven uitgevoerd, met als gevolg het hoogste aantal Palestijnse doden sinds de grootschalige Israelische militaire operatie onder leiding van toenmalig premier Ariel Sharon in maart en april 2002.
Volgens Omar zou het een vergissing zijn om daarbij de gewelddadige praktijk van joodse kolonisten los te zien van het Israelische beleid. ‘Wij wijzen in dit verband op de druk die door joodse kolonisten op de politieke leiding van het land wordt uitgeoefend. Enkelen van hen maken deel uit van de regering van Netanyahoe en spelen in die positie een centrale rol in het opstellen van haar politieke agenda’ zegt hij.
Tijdens een persconferentie op 4 september over de vermeende militaire doelen van Israel in Gaza, gebruikte premier Benjamin Netanyahu een kaart van Israel waarop de grens met de Westelijke Jordaanoever was weggelaten. In antwoord op een vraag van een verslaggever ontkende hij dat de kaart duidde op een verschuiving in het beleid van Israel met betrekking tot de bezette Palestijnse gebieden. Palestijnen zagen het gebruik van een dergelijke kaart echter eens te meer als een signaal dat Israel een politieke agenda heeft die gericht is op actieve annexatie [in plaats van de bestaande kruip-door-sluip-door-annexatie; red.].
Door de reisbeperkingen zijn Palestijnen niet in staat om elkaar te bezoeken, deel te nemen aan noodzakelijk politiek overleg of zelfs maar om de eigen mensen op de juiste manier te kunnen mobiliseren om Gaza te helpen. Behalve vanwege de ingeperkte bewegingsvrijheid is dit ook terug te voeren op beperkte communicatie en het ontbreken van mogelijkheden voor het publiek uiten van politiek engagement.
Het aantal Palestijnen in Israelische gevangenschap, van wie er velen worden mishandeld of gemarteld, is sinds 7 oktober ruim verdubbeld – waaraan dan nog de duizenden moeten worden toegevoegd die zonder aanklacht of proces zijn gedetineerd [in zogeheten administratieve detentie; red.]. Volgens de Palestinian Prisoners Society, de enige niet-gouvernementele organisatie die de zaak van Palestijnse gevangenen documenteert, krijgen Palestijnen in gevangenschap te maken met voedsel- en watertekorten, gewelddadige ondervraging, marteling en seksueel geweld. De Israelische mensenrechtenorganisatie B’Tselem beschreef de omstandigheden van Palestijnse gevangenen in Israelische gevangenissen in een rapport met als titel Welcome to Hell.
In deze context wordt door Israel op de Westelijke Jordaanoever doorgegaan met de facto annexatie. Palestijnen in het zuiden en midden van de Westelijke Jordaanoever krijgen te maken met aanvallen van Israelische militairen en gewapende joodse kolonisten, waarbij zij in een ongekend tempo van hun grond worden beroofd. Volgens een recent onderzoek van de BBC is ruim de helft van de bestaande 196 zogeheten ‘buitenposten’ op de Westelijke Jordaanoever [dat zijn officieel niet door de Israelische regering erkende joodse nederzettingen; red.] na 7 oktober uit de grond gestampt.
‘De huidige militaire operatie is niet alleen bedoeld om cruciale inlichtingen te verzamelen, maar ook om de gewapende Palestijnse groepen in het defensief te dringen, door de bevolking in dorpen en in steden als Jenin, Tulkarem en Nabloes, die de mozaïekstukjes van het verzet vormen, voor het verzet een hoge prijs te laten betalen’ aldus analist Omar.
Veel Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever hielden direct na het uitbreken van de Gaza-oorlog overigens al rekening met invallen in hun woongebieden. Door een gebrek aan middelen waren zij toen het eenmaal zover was echter niet in staat om daartegen weerstand te bieden.
Vooral in Jenin is het er daarbij hard aan toe gegaan. ‘Geen idee waarom Israel dit heeft moeten doen’ zegt Anas, terwijl hij staart naar de verkoolde resten van de markt in de stad. Vanuit een gepantserde Israelische bulldozer zijn naar verluidt brandende stukken hout naar de marktkramen gegooid om zo brand te stichten ‘Bij elke invasie van het Israelische leger worden wij aangevallen’ zo vervolgt hij. ‘Niets nieuws onder de zon, wij zijn gewend aan dergelijke aanvallen, aan het in brand steken van onze eigendommen, aan moorden. Deze keer is het echter veel méér van hetzelfde geweest.’
Terwijl Israelische beleidsmakers de Palestijnen strategisch, economisch, sociaal en politiek verzwakken, delen zij tegelijkertijd automatische wapens uit aan joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Niet alleen zijn zowel militairen als kolonisten met steeds zwaardere wapens uitgerust, sinds 2018 zijn de Israelische richtlijnen voor het gebruik van scherpe munitie en dodelijk geweld bovendien versoepeld. Nieuwe ‘buitenposten’ worden gebouwd op heuveltoppen, met uitzicht op Palestijnse steden en dorpen, om zo de omliggende gebieden te kunnen controleren en te confisqueren.
In combinatie met de niet-bereidheid van de internationale gemeenschap om het optreden van de kolonisten aan te pakken, maakt dit dat Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever zonder enige bescherming aan hun lot worden overgelaten. Terwijl het Israelische leger beweert zich te richten op gewapende Palestijnse strijders die een bedreiging voor joods-Israelische burgers zouden vormen, gaat het hier in werkelijkheid om een voorwendsel om Palestijnse steden en dorpen binnen te kunnen vallen.
Terwijl de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever zich staande proberen te houden tegenover de expansiedrift van de kolonisten, zijn het vooral de vluchtelingenkampen die gewapende verzetsstrijders baren. Een deel van de verklaring daarvoor is de historische en recente ontheemding van de daar woonachtige gemeenschappen, een ander en waarschijnlijk groter deel is terug te voeren op sociale, economische en politieke verwaarlozing.
‘Wat verwacht je van een kind dat ziet wat er momenteel gebeurt ? Wat verwacht je van de kinderen die dit al tientallen jaren hebben meegemaakt ? Wat worden zij ? Dokters ? Dat gaat hen niet lukken. Zij kunnen niet eens een normaal leven leiden. Dus gaan zij vechten’, zegt Amjad (30) die hielp bij het blussen van de brand op de markt.
De Palestijnse vluchtelingenkampen bevinden zich in zogeheten A-Gebied, wat betekent dat zij volgens de Oslo-Akkoorden van 1993 geheel onder de jurisdictie van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA) vallen. De afgelopen jaren zijn Palestijnen in de A- en B-Gebieden [gedeeld bestuur met de bezettingsmacht; red.] in toenemende mate aan Israelische militaire operaties komen bloot te staan, zonder dat de PNA hiertegen is opgetreden. Sterker nog, de PNA heeft bij operaties in Jenin, Tulkarem, Tubas, Nabloes en Ramallah hand- en spandiensten aan het Israelische leger geleverd. Daarbij zijn er door de PNA strijders opgepakt, evenals familieleden van hen. Soms zijn die gemarteld. Ook heeft de PNA geholpen om lokaal geproduceerde bermbommen onschadelijk te maken.
Ondanks die ‘medewerking’ ging het Israelische leger door met zijn militaire operaties, evenals met zijn aanvallen op de civiele infrastructuur. Door de lokale bevolking wordt dit gezien als een manier om Palestijnen te terroriseren, in de hoop dat zij zich neerleggen bij de door Israel opgelegde status quo.
‘Kijk, voor de Palestijnen bestaat er niet meer zoiets als angst’ zegt de eerder genoemde Shreim. ‘Wat is er nog om bang voor te zijn, na de vele doden ?’
Terwijl de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever de ontwikkelingen in Gaza gadesloegen, niet in staat om zich te mobiliseren of om hulp naar het gebied te sturen, is de verwachte escalatie op de Westelijke Jordaanoever, na maanden van angstige spanning, nu een feit.
‘Palestijnen buiten Gaza zijn overmand door een allesoverheersend gevoel van desoriëntatie. Zij worstelen om de omvang en de schaal van de ontketende oorlog te kunnen bevatten’ zegt analist Omar.
‘De straten zijn afgesloten en er zijn gezinnen die al dagen geen toegang tot voedsel en water hebben. Binnen het Jenin-vluchtelingenkamp behandelt het Israelische leger de Palestijnen wreed, zonder enig respect voor rechtsregels inzake het beschermen van mensenlevens’ zegt een inwoner van Jenin, de leraar Mahmoud Zour (41). Verwijzend naar het incident waarbij het Israelische leger afgelopen donderdag de 83-jarige Qandeel doodde, noemt Zour de operatie een ‘terreurcampagne’.
Het Israelische leger heeft zich ook op Palestijnen buiten Jenin gericht. Daarbij werd op 4 september, bijna een week na het begin van de belegering van Jenin, de 16-jarige Lujain Musleh door Israelisch vuur gedood, toen zij uit het raam keek van haar huis in Kufr Dan, ten westen van Jenin. Twee dagen later doodde een Israelische scherpschutter de 26-jarige Turks-Amerikaanse activiste Aysenur Ezgi Eygi.
De gelijktijdige campagnes van Israelische militairen en joodse kolonisten zijn niet alleen gericht tegen de veiligheid van Palestijnen – zij hebben ook een psychologische dimensie en beogen sociale verbanden op te breken. Bij het uitvoeren van militaire operaties probeert het Israelische leger een onderscheid tussen Palestijnen te bewerkstelligen, door de inwoners van Jenin anders te behandelen dan die in Nabloes, Ramallah of Hebron/Al-Khalil. Vanwege zowel de beperkte mogelijkheden om gewapend verzet te plegen als de historische rivaliteit tussen de diverse politieke groeperingen, is er scepsis over de vraag of de Palestijnen in staat zijn een effectief antwoord op dergelijke Israelische praktijken te formuleren.
Volgens analist Omar ‘zijn Palestijnen verenigd in pijn, maar ook in verdeeldheid. … De politieke discussies die gaan over de toekomst van Palestina zijn in de diverse regio’s met elkaar vergelijkbaar qua toon, inhoud en vorm’.
Doordat het leven voor de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever door Israel steeds ondraaglijker en daarmee onleefbaarder wordt gemaakt, rest de Palestijnen geen andere keus dan zich te verzetten.
‘Kijk, het noorden grenst aan het centrum en ligt naast het zuiden van de Westelijke Jordaanoever – wij vormen één volk’ zegt Shreim. ‘Overal zal je er verzetshaarden vinden. Want uiteindelijk is het doel van Israel overal hetzelfde: ons te verdrijven.’
bron: New Lines Magazine (Washington, DC), 11 september 2024 (bewerkt)
Mariam Barghouti is schrijver en journalist, werkzaam op de Westelijke Jordaanoever
vertaling: Marijke Kruyt