november-december ’18 | nr 6

Inhoud | jaargang 46, nummer 6 |
  • Wat houdt Trumps de ‘deal of the century’ in ? – het antwoord ligt voor de hand (pp 4-8).
  • Team-Trumps magische denken over Palestina (pp. 9-10).
  • De VN zien een wereld met minder VS (pp. 11-13).
  • Benjamin Netanyahoe’s gevaarlijke connecties met extreem-rechts in Europa (pp. 14-6).
  • ‘Gemene zaak maken met nuttige antisemieten is een hoogmoedige strategie die Israel duur kan komen te staan’ – een interview met Ben White (pp. 17-20).
  • Marteling en vervolging: de duistere kant van de PNA en HAMAS (pp. 21-22).
  • Rapper Muqata’a uit Ramallah: onze muziek is bedoeld om te verstoren (p. 23).
  • Risico’s voor de regio door de toenemende rivaliteit tussen de Verenigde Staten en Iran (pp. 24-26).
  • Saoedi-Arabië’s Mohammed Ben Salman – een grove casting-fout (pp. 27-28).
  • Hoe Israelische technologiebedrijven zich als wereldwijde agenten van repressie profileren (pp. 29-32).
  • De ongehoorde waarheid – hoe Israel Amerikaanse burgers bespioneert (pp. 33-36).
  • ‘Bevrijding’ heeft voor Palestijnse vrouwen een dubbele betekenis (pp. 37-40).
  • Israel: wat te doen met de Palestijnse vluchtelingen van 1948 ? – Deel 2 (pp. 41-45).
  • INDEX – Jaargang 46 (2018) (pp. 46-47).
Redactioneel
hypocrisie

Op 2 oktober werd de dissidente, in ballingschap levende Saoedische journalist Jamal Khashoggi in het consulaat van Saoedi-Arabië in Istanboel (Turkije) door een ingevlogen Saoedisch team ‘veiligheidsfunctionarissen’ vermoord. Zijn lichaam is naar verluidt in stukken gezaagd en het consulaat uitgesmokkeld. De video-opnamen van het moment dat Khashoggi het consulaat binnentrad en een serie gedoseerde onthullingen door de Turkse Inlichtingendiensten hebben geen ruimte gelaten voor de aanvankelijke ontkenning van enige betrokkenheid van de Saoedische autoriteiten bij de verdwijning van Khashoggi. De latere bevestiging door Saoedi-Arabië van Khashoggi’s gewelddadige dood hebben vervolgens tot ‘internationale verontwaardiging en diplomatieke commotie’ geleid. Terecht ! Het gaat hier immers om een ‘buitengerechtelijke executie’ door een staat.

Maar tegelijk: wat een hypocrisie ! In februari van dit jaar publiceerde de Israelische journalist Ronen Bergman de 784 pagina’s tellende studie: Rise and Kill First: The Secret History of Israel’s Targeted Assassinations, die vooral gebaseerd is op talrijke interviews met voormalige functionarissen van Israels inlichtingendiensten en vele pagina’s gelekte documenten (medewerking van de kant van de Israelische overheid is consequent geweigerd). De studie bevestigt een lang bestaande en van hogerhand gesanctioneerde praktijk van het liquideren van politieke tegenstanders. Dat is gebeurd in een mate die Amy Goodman van de radio & televisie internetnieuwszender Democracy Now ! (Washington) in een live interview met de auteur tot de uitspraak bracht ‘dat sinds de Tweede Wereldoorlog Israel meer personen [politieke tegenstanders] heeft geliquideerd dan enig ander land in de Westerse [sic] wereld’. Bergman sprak het niet tegen.

Doelwit waren en zijn vooral Palestijnen, maar ook Libanezen, Syriërs en Iraniërs. Veel publiciteit kregen de moord op Ghassan Kanafani, de woordvoerder van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), in 1972 in Beiroet; op Abu Jihad, het militaire hoofd van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), in 1992 in Tunis; op sheikh Abbas al-Moessawi, leider van Hizbullah, in 1993 in Libanon; en met grote waarschijnlijkheid ook op PLO-leider Yasser Arafat, in 2004 in Ramallah (desgevraagd wil Bergman daarover geen uitspraak doen).

Maar dit is nog maar het puntje van een grote ijsberg, zo wordt bij het lezen Bergmans studie duidelijk. En de liquidaties gaan tot op de dag van vandaag door – van oudsher vooral op het middelhoge niveau. Onder de recente slachtoffers bevinden zich zes Iraanse nucleaire specialisten, die met steun van de MOSSAD (Israels buitenlandse inlichtingendienst) in Iran zijn geliquideerd.

In alle gevallen gaat het ook hier om buitengerechtelijke executies door een staat. Van ‘internationale verontwaardiging en diplomatieke commotie’ is echter in de verste verte nooit sprake geweest (althans in het Westen).

Bergman haast zich in het bovengenoemde interview uit te leggen wat Israelische leiders, daarin gesteund door de bevolking, tot hun liquidatiepolitiek heeft gebracht: ‘Ik denk dat de nieuwe Israeli’s, de joden die in Palestina woonden en degenen die de Holocaust hebben overleefd en zich nadien in de Staat Israel hebben gevestigd, voor zichzelf drie hoofdlessen uit de Holocaust hebben getrokken: ten eerste dat er altijd iemand zal zijn die hen wil vermoorden, dat de niet-joden niets zullen doen om hen bij te staan, en ten derde dat zij Israel als een veilig toevluchtsoord nodig hebben en dit met alle mogelijke middelen zullen beschermen.’ Kortom: de aloude rechtvaardiging van het zionistische koloniale project in Palestina, dat in zijn aard gewelddadig van karakter is en dus zal stuiten – en gestuit is – op verzet van de autochtone Palestijnse bevolking. Voor Israelische leiders heeft daarbij steeds gegolden dat het doel de middelen heiligt om dit verzet – evenals dat van anderen die door de Staat Israel bedreigd worden – uit te schakelen, dan wel onder controle te houden. Bergmans mijmering dat – alles overziend – de liquidatiepolitiek slechts een tactisch (de tegenstander de baas blijven), maar geen strategisch doel (een regeling van het conflict met de Palestijnen) heeft gediend, had hij ons kunnen besparen.

Fort Israel is een sterk gemilitariseerde staat. In het verlengde daarvan heeft het een omvangrijke wapenindustrie ontwikkeld. Omdat het Israelische afzetgebied te klein is, is Israel tot de middelgrote wapenleveranciers in de wereld gaan behoren en heeft het – in heden en verleden – geen scrupules gehad om aan repressieve regimes in Azië, Afrika en Latijns-Amerika te leveren.

Inmiddels is oorlogvoering met niet-conventionele middelen minstens zo belangrijk geworden. En ook daar heeft Israel een behoorlijk aandeel op de wereldmarkt weten te verwerven – vooral op het gebied van surveillance-technieken en cyber-spionage (naar verluidt leverde Israel aan Saoedi-Arabië hightech software waarmee Khashoggi en andere Saoedische dissidenten nauwlettend in de gaten zijn gehouden).

In dit nummer van Soemoed staan wij uitgebreid stil bij Israels activiteiten op dit gebied. Daarnaast besteden wij ruim aandacht aan de goede relatie van de regering van Benjamin Netanyahoe met extreem-rechtse regeringen, partijen en groeperingen in Oost- en West-Europa, niettegenstaande het anti-joodse gedachtengoed waarmee men in die kringen behept is.

Het zijn nu juist Netanyahoe en de zijnen, die eenieder die het waagt de politiek van de Staat Israel te bekritiseren, schaamteloos van antisemitisme (anti-joods racisme) beschuldigen !

Wat houdt Trumps ‘deal of the century’ in ? – het antwoord ligt voor de hand

Jonathan Cook

Er wordt gezegd dat Trumps ‘vredesplan’ bijna klaar is. Tegelijkertijd krijgt Israel stilzwijgend de goedkeuring van de Amerikanen om door te gaan met het confisqueren van Palestijnse grond.

Er zijn signalen die erop wijzen dat het ‘vredesplan’ voor het Midden-Oosten van president Donald Trump – door hem zelf aangemerkt als ‘the deal of the century’ (de deal van de eeuw) – binnenkort zal worden gelanceerd.

Hoewel Trumps ambtenaren nog niets openbaar hebben gemaakt, zijn de contouren van het plan volgens analisten inmiddels duidelijk. Zij zien dat Israel al begonnen is met het implementeren ervan – wat voor de Palestijnen het verankeren van het ‘apartheidsregime’ betekent – terwijl Washington de publicatie van het document herhaaldelijk heeft uitgesteld.

‘Netanyahoe is gewoon doorgegaan met het vergroten van Israels greep op de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem – en hij weet dat de Amerikanen hem daarbij niet voor de voeten zullen lopen,’ zegt Michel Warschawski, een Israelische politiek analist en directeur van het Alternative Information Centre in West-Jeruzalem. ‘Hij krijgt de vrije hand om te doen en laten wat hij wil – of Trump het plan nu publiceert of dat dit uiteindelijk nimmer het daglicht zal zien.’

Eran Etzion, een voormalige functionaris van het Israelische Ministerie van Buitenlandse Zaken, bevestigt: ‘Israel heeft een veel vrijere hand gekregen om te doen wat het wil. Het voelt zich zelfverzekerd genoeg om op de ingeslagen weg voort te gaan, in de wetenschap dat Trump niet op de rem zal staan.’

Netanyahoe ‘de winnaar’
Naar verluidt zal Trump kort na het einde van de vastenmaand Ramadan met zijn ‘vredesplan’ komen [dat was medio juni, zonder dat er iets is gebeurd; red.].

Yossi Alpher die in de late jaren negentig adviseur van premier Ehoed Barak, was, zegt dat het duidelijk is dat premier Netanyahoe door functionarissen van Trump op de hoogte wordt gehouden. ‘Zij informeren hem over wat er gaat gebeuren. Voor hem zal een en ander daarom geen verrassingen gaan opleveren.’ Analisten zijn het erover eens dat Netanyahoe – bij elk initiatief van Trump – als winnaar uit de bus zal komen.

Yossi Beilin, een voormalige Israelische politicus en een centrale figuur in het Oslo-proces van de vroege jaren negentig, zegt dat Netanyahoe Trumps ‘vredesplan’ op cynische wijze in zijn voordeel zal manipuleren. ‘Hij weet dat de Palestijnen de voorwaarden die zij gepresenteerd krijgen, niet zullen accepteren. Omgekeerd kan hij naar de buitenwereld toe redelijk overkomen door wél met het plan in te stemmen – zelfs als er bepaalde zaken in staan waarmee hij niet gelukkig is. Door het plan af te wijzen zullen de Palestijnen vervolgens de schuld zullen krijgen voor het mislukken ervan.’

Alpher is het daarmee eens: ‘In geval zijn plan wordt afgewezen, zal Trump zeggen dat hij zijn best heeft gedaan. Hij zou de partijen de beste deal ooit hebben geboden. Het is nu aan hen is om de problemen op te lossen.’ Hij voegt daar nog aan toe, dat het enige obstakel voor Washington om het plan te lanceren, de vrees is voor de aftakelende gezondheid van de president van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA), Mahmoed Abbas. Het team van Trump zou in dat geval het plan liever in de la leggen.

Maar zelfs in die situatie zal Netanyahoe er zijn voordeel mee doen, zo zegt hij. ‘Hij kan doorgaan met wat hij de afgelopen tien jaar heeft gedaan: het verder uitbreiden van de joodse nederzettingen en het inperken van de rechten van Israeli’s die hem daarbij tegenwerken. Hij zal Israel [verder; red.] naar apartheid voeren.’

versnipperd grondgebied
In een poging om de gunst van Trump te winnen, heeft de PNA-president Abbas al een landruil voorgesteld, waarbij 6,5 procent van de in 1967 bezette Palestijnse Gebieden aan Israel wordt afgestaan. Dat is drie keer meer dan waarmee de Palestijnen in een vorige onderhandelingsronde hebben ingestemd.

En zo lijken de Palestijnen aan het kortste eind te gaan trekken en zij zijn dan ook op het ergste voorbereid. Abbas heeft het plan als ‘the slap of the century’ (de klap [in het gezicht] van de eeuw) geridiculiseerd en gezegd dat hij geen ‘verraad’ zal plegen door ermee in te stemmen.

Volgens PNA-functionarissen zullen de Palestijnen tijdelijke grenzen toegewezen krijgen rond losse stukken grondgebied, die samen ongeveer de helft van de bezette Palestijnse Gebieden beslaan – ofwel slechts 11 procent van het grondgebied van het voormalige Britse Mandaatgebied Palestina. De betreffende Palestijnse gebieden zullen gedemilitariseerd worden en Israel zal de controle over de buitengrenzen en het luchtruim behouden.

Het zal in die situatie aan Israel en de Palestijnen worden overgelaten om te ‘onderhandelen’ over de status van de [volkenrechtelijk] illegale joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, inclusief in Oost-Jeruzalem, waarbij Trump Netanyahoe tot het uiterste zal steunen, aldus analisten.

Algemeen wordt aangenomen dat de Amerikanen het beginsel van het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen – naar Israel [Palestina’48] dan wel naar de bezette Palestijnse Gebieden – terzijde hebben geschoven. Israel krijgt van Washington alle ruimte om nog meer Palestijnse grond in beslag te nemen.

de Gaza- & Golan-meevallers
De verplaatsing van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem lijkt erop te duiden dat de regering-Trump heel Jeruzalem als de hoofdstad van de Staat Israel zal erkennen. Daarmee wordt de Palestijnen Oost-Jeruzalem – de lang gedroomde hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat – ontnomen.

Deze maand circuleerden er berichten dat de lancering van het ‘vredesplan’ wel eens samen zou kunnen vallen met nieuwe maatregelen inzake de Strook van Gaza en de Hoogvlakte van Golan. Al enkele jaren doen er geruchten de ronde dat Caïro door Washington en Israel onder druk wordt gezet ​​om Palestijnen uit het overbevolkte Gaza in de Sinaï te huisvesten.

Volgens Israelische berichten zou Washington op het punt staan een plan bekend te maken dat behelst de afbakening tussen Gaza en Egypte minder strikt te maken en Palestijnen toe te staan ​​te werken en wellicht zich te vestigen in het noordelijk deel van de Sinaï.

Het doel is om geleidelijk de verantwoordelijkheid voor deze strook land en zijn bewoners te verleggen van Israel naar Egypte en zo de vooruitzichten op een Palestijnse staat in historisch Palestina verder te ondermijnen.

Om de triomf van Netanyahoe compleet te maken: een Israelische minister meldde eind vorige maand dat de regering-Trump bereid zou zijn om de Israelische soevereiniteit over de Hoogvlakte van Golan te erkennen. Deze werd in de Juni-Oorlog van 1967 door Israel op Syrië veroverd en in 1981 – in strijd met het internationaal recht – door Israel geannexeerd.

niet langer ‘bezet’
In een bericht in The Jerusalem Post is onlangs gesuggereerd, dat Trumps ‘vredesplan’ vooralsnog geen ‘twee-staten-oplossing’ zal behelzen, zoals uit eerdere uitspraken van Trump al kon worden opgemaakt.

Dat zal Israel de vrije hand geven om die delen van de Westelijke Jordaanoever te annexeren, die het de afgelopen 50 jaar door middel van zich steeds verder uitbreidende joodse nederzettingen heeft gekoloniseerd.

Het is opmerkelijk dat in het jaarrapport van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken inzake de mensenrechtensituatie in de wereld dat in april is gepubliceerd, voor het eerst niet de term ‘bezette Palestijnse gebieden’ wordt gebruikt. Kennelijk beschouwt het Trump-team een groot deel van de Westelijke Jordaanoever niet langer als bezet gebied.

Netanyahoe zei onlangs tijdens een bijeenkomst van zijn Likoed-partij: ‘Onze successen moeten nog komen. Ons beleid is niet gebaseerd op zwakte. En evenmin op concessies die voor ons gevaar kunnen opleveren.’

Kortom, wat kunnen wij uit de recente stappen die door Israel zijn gezet, afleiden over de inhoud van Trumps ‘vredesplan’ ?

1. verjoodsing van Jeruzalem
De gevoeligste van de zogeheten definitieve-status-kwesties is die van Jeruzalem, met de Aqsa-Moskee als heet hangijzer. Trump lijkt Jeruzalem daadwerkelijk te hebben erkend als de hoofdstad van de Staat Israel, door de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv daarheen te gaan verplaatsen.

Die verplaatsing is door Netanyahoe ongetwijfeld geïnterpreteerd als een bewijs van goedkeuring achteraf door Washington van een reeks Israelische maatregelen van de afgelopen maanden om een ​​joods Groot-Jeruzalem tot stand te brengen.

De kern van dat beleid zijn twee wetsvoorstellen om de gemeentegrens van Jeruzalem te verleggen en zo een onaantastbare joodse meerderheid in de stad te creëren. Deze wetsvoorstellen zijn door Netanyahoe in de wacht gezet, met het argument daarmee te wachten tot de lancering van Trumps ‘vredesplan’.

De eerste – de Groot-Jeruzalem Wet – heeft als doel om een ​​aantal grote joodse nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever bij de gemeente Jeruzalem te voegen. In één pennenstreek zullen zo rond 150.000 joodse kolonisten van de Westelijke Jordaanoever inwoner van Jeruzalem worden en hun woongebied zal door de Staat Israel geannexeerd worden.

Ongeduld van de kant van leden van Netanyahoe’s coalitieregering om de zaak erdoorheen te drukken, valt af te leiden uit het feit dat een dezer dagen het betreffende wetsvoorstel opnieuw door de Knesset (parlement) in behandeling zal worden genomen.

Een tweede wet zal zo’n 100.000 Palestijnen aan de ‘verkeerde kant’ ​​van de Muur, met de bouw waarvan Israel 15 jaar geleden is begonnen [en die inmiddels 712 kilometer lang is; red.], de status van inwoner van Jeruzalem ontnemen. De getroffen Palestijnen zullen daarmee vrijwel van Jeruzalem uitgesloten worden en zij zullen onder een afzonderlijke bestuursraad vallen.

Daarbij heeft Israel een reeks harde maatregelen tegen Palestijnen die in Oost-Jeruzalem wonen, geïntensiveerd – zoals nachtelijke arrestaties, de sloop van woonhuizen, het sluiten van bedrijven, het creëren van ‘nationale parken’ in Palestijnse buurten en het niet-leveren van elementaire voorzieningen. Het nauwelijks verhulde doel is de bewoners ertoe aan te zetten zich aan de andere kant van de Muur te vestigen.
Waarnemers hebben voorts gemeld dat Palestijnse scholen aan deze zijde van de Muur onder druk worden gezet om het Israelische curriculum over te nemen, om zo de ​​Palestijnse identiteit van de leerlingen af te zwakken.

2. Abu Dis: Palestijnse hoofdstad ?
Als Jeruzalem de exclusieve hoofdstad van de Staat Israel wordt, dan moet het Trump-team om zijn gezicht te redden wel op zoek gaan naar een alternatieve locatie voor een eventuele toekomstige Palestijnse ‘hoofdstad’ –buiten de gemeentegrens van Jeruzalem.

Volgens geruchten hebben zij Abu Dis daartoe aangemerkt – een stadje vier kilometer ten oosten van Jeruzalem dat al ruim tien jaar door de Muur van de stad is gescheiden.

Het Abu Dis-plan is niet nieuw. Eind jaren negentig stelde de Amerikaanse president Bill Clinton al voor om Abu Dis voortaan met Al-Quds (Arabisch voor ‘de Heilige’) aan te duiden. Sinds mensenheugenis is dit echter de naam van Jeruzalem, vanwege de daar aanwezige heilige plaatsen voor moslims. Een en ander is destijds gezien als opmaat om Abu Dis tot de toekomstige hoofdstad van een Staat Palestina te benoemen.

Sinds eind vorig jaar doen geruchten over de opwaardering van Abu Dis opnieuw de ronde. Afgelopen januari is het idee door Abbas evenwel categorisch afgewezen. Niettemin vroeg de leider van Israels centrum-rechtse Yesh Atid-partij, Ya’ir Lapid, afgelopen maand nadrukkelijk aandacht voor berichten over een mogelijke wijziging van de status van Abu Dis in diverse commentaren in de media die aan het adres van Netanyahoe waren gericht.

In de loop der jaren is het grootste deel van de grond van Abu Dis onder Israelische controle gekomen. Het stadje is ingesloten door de Muur en door joodse nederzettingen, waaronder Ma’ale Adumim met 40.000 inwoners.

Diverse Israelische ministers hebben de annexatie van Ma’ale Adumim tot prioriteit benoemd. Netanyahoe heeft het zetten van die stap steeds uitgesteld en benadrukt dat daarmee moest worden gewacht tot de lanecering van Trumps ‘vredesplan’.

De eerdergenoemde Beilin heeft laten weten dat men er bij dit alles ten onrechte van uitgaat, dat Abbas en hij in de jaren negentig het erover eens zijn geworden om Abu Dis tot hoofdstad van een te vormen Staat Palestina te benoemen. ‘Het was destijds al niet geloofwaardig en de kaart van het gebied is er inmiddels geheel anders uit komen te zien. De hoofdstad van Palestina moet Oost-Jeruzalem zijn. Iets anders zal niet werken.’

3. toegang tot de Aqsa-Moskee
Destijds is er ook gesproken over een plan om een ​​smalle landcorridor in te stellen van Abu Dis naar de Aqsa-Moskee, zodat Palestijnen deze laatste kunnen bereiken om daar te bidden.

Israel laat echter steeds grotere aantallen joodse kolonisten toe tot de Aqsa-Moskee, waarvan wordt gezegd dat deze gebouwd is op de restanten van twee, in het verre verleden verwoeste joodse tempels.

Omgekeerd heeft Israel in de achterliggende jaren de toegang tot de Aqsa-Moskee voor de meeste Palestijnen sterk beperkt. Onder hen bestaat al lang de vrees dat Israel een constellatie probeert te creëren, waarbij het de soevereiniteit over de moskee zal uitoefenen.

David Friedman, Trumps ambassadeur in Israel en een grote donor van joodse nederzettingen, heeft die vrees afgelopen maand doen toenemen, door zich bij de Aqsa-Moskee te laten fotograferen. Die foto is vervolgens door religieuze kolonisten gefotoshopt, waarbij de Aqsa-Moskee door een nieuwe joodse tempel vervangen bleek te zijn.

4. Jordaanvallei
In de Oslo-Akkoorden van medio jaren negentig is ongeveer 62 procent van de bezette Westelijke Jordaanoever aangemerkt als zogeheten C-Gebied – onder tijdelijke [sic] Israelische controle. Het omvat veel van de beste landbouwgrond van Palestijnen en zou het hart van elke toekomstige Palestijnse staat moeten vormen.

Israel heeft terugtrekking uit C-Gebied in het kader van ‘Oslo’ nooit doorgevoerd. In plaats daarvan heeft het daar de uitbreiding van [de volkenrechtelijk] illegale joodse nederzettingen versneld. Bovendien heeft Israel er alles aan gedaan om het leven van de daar woonachtige Palestijnen zo zuur mogelijk te maken om hen zo toe aan te zetten naar de (toch al dichtbevolkte) A- en B-Gebieden te vertrekken.

In Trumps ‘vredesplan’ zouden voorlopige grenzen voor ongeveer de helft van de Westelijke Jordaanoever zijn vastgesteld, waarbij het grootste deel van het C-Gebied door Israel wordt ingelijfd. Een groot deel daarvan ligt in de Jordaanvallei – de ruggengraat van de Westelijke Jordaanoever waar Israel al decennia koloniseert.

Afgelopen december, toen het Trumps ‘vredesplan’ vorm begon te krijgen, kondigde Israel een omvangrijk programma inzake uitbreiding van de joodse nederzettingen in de Jordaanvallei aan. Doel is de kolonistenpopulatie daar ruim te verdubbelen. Voor het eerst in bijna 30 jaar zullen er in de vallei drie nieuwe joodse nederzettingen verrijzen.

Tegelijkertijd heeft Israel agressieve intimidatie van de in omvang afnemende Palestijnse bewoners van de Jordaanvallei en in andere delen van C-Gebied geïntensiveerd. Naast het ontzeggen van de toegang van Palestijnen tot 85 procent van de vallei, heeft Israel ongeveer de helft van het gebied tot militaire zone verklaard. Daarop is de uitzetting van hele families gevolgd, onder het voorwendsel van het waarborgen van hun veiligheid.

Voorts zijn er versnelde procedures doorgevoerd om Palestijnse woonhuizen in de Jordaanvallei te kunnen slopen.

5. de rest van het C-Gebied
Israel heeft de uitbreiding van de joodse nederzettingen in andere delen het C-Gebied eveneens versneld. Op 30 mei kondigde het de bouw aan van rond 2000 woningen – het overgrote deel daarvan in afgelegen joodse nederzettingen waarvan eerder werd aangenomen dat deze in het kader van een regeling met de Palestijnen zouden worden ontmanteld.

Tegelijk heeft Israel in alle stilte de ‘legalisatie’ van zogeheten ‘buitenposten’ voorbereid. Daarbij gaat het om joodse nederzettingen die in de regel op grond van Palestijnen zijn gebouwd, hetgeen een schending vormt van een ‘geen-nieuwe-nederzettingen-overeenkomst’ met Washington uit de jaren negentig.

Tegelijkertijd verwoest Israel Palestijnse dorpen in C-Gebied, die een obstakel vormen bij het creëren van territoriale continuïteit tussen de grote joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en Groot-Jeruzalem.

Eind vorige maand protesteerde Frankrijk nadat het Israelische Hooggerechtshof een plan had goedgekeurd om het bedoeïenendorp Khan al-Ahmar – nabij Ma’ale Adumim – te slopen. De getroffen families zouden moeten verhuizen naar een stuk grond dichtbij een vuilnisbelt. In de Franse verklaring werd ervoor gewaarschuwd dat de Israelische actie een verdere aantasting betekent van ‘een zone van strategisch belang met het oog op de [zogenaamde] twee staten-oplossing en de vorming van een Palestijnse staat’.

Onlangs is aan het licht gekomen dat Israel van plan is op de grond van Khan al-Ahmar en andere bedoeïendorpen een joodse nederzetting met de naam Nofei Bereishit te bouwen.

Toenemende internationale bezorgdheid over waarmee Israel bezig is, blijkt uit de oproep, afgelopen maand, van zo’n 70 Amerikaanse Congresleden van de Democratische Partij aan Netanyahoe om af te zien van het plan om het Palestijnse dorp Sussiya – gelegen tussen het joodse nederzettingenblok Gush Etzion en Jeruzalem – met de grond gelijk te maken.

De Amerikaanse parlementariërs uitten daarbij hun bezorgdheid over het feit dat de verdrijving van de Palestijnse bewoners bedoeld lijkt om ‘de perspectieven voor een twee staten-oplossing in gevaar te brengen’.

6. Gaza en de Sinaï


Het wordt lastig voor de regering-Trump en Israel om de steeds omvangrijkere humanitaire ramp in Gaza te negeren. Deze is het gevolg van de al 11 jaar durende blokkade door, en de periodieke militaire aanvallen van Israel op de Strook van Gaza. Enkele jaren geleden al waarschuwden de Verenigde Naties ervoor dat de Strook van Gaza door toedoen daarvan tegen 2020 ‘onbewoonbaar’ zal zijn.

Op zoek naar een uitweg nodigde het Witte Huis afgelopen maart 19 landen uit voor een bijeenkomst om de noodsituatie in Gaza te bespreken. De PNA heeft die vergadering geboycot.

Tezelfdertijd meldden Arabische media dat Trumps ‘vredesplan’ een toezegging van Egypte zou bevatten om in het noordelijke deel van de Sinaï ruimte te maken voor een toekomstige Palestijnse staat. Volgens een HAMAS-ambtenaar kwam meteen daarop uit Caïro de geruststelling dat men daar gekant is tegen ‘het vestigen van Palestijnen in de Sinaï’.

Een artikel in de Israelische dagblad Ha’aretz heeft de bezorgdheid echter doen herleven: het Witte Huis zou nu met andere middelen proberen een vergelijkbaar doel te bereiken, door een initiatief voor Gaza te lanceren dat samenvalt met het lanceren van Trumps ‘vredesplan’. De krant merkte daarbij op dat het Trump-team voorstellen heeft meegenomen van de Israelische generaal Yo’av Mordechai, die in maart aan het Gaza-overleg in het Witte Huis deelnam.

In een eerste fase, zo wordt gemeld, zal men daarbij Palestijnen uit Gaza werven om voor 1,5 miljard dollar aan lange termijn-projecten in Noord-Sinaï uit te voeren. Die zullen door de internationale gemeenschap worden gefinancierd. De projecten omvatten een zogeheten Industriële Zone [Israelisch of ander buitenlands kapitaal, Palestijnse arbeidskracht, afzet in het Westen verzekerd; red.], een ontziltingsfabriek en een energiecentrale.

Verzet van Cairo tegen een dergelijk initiatief zou inmiddels afgezwakt zijn onder zware druk van Washington en van Egyptes Arabische bondgenoten.

Palestijnse protesten
De Palestijnen proberen Trumps ‘vredesplan’ te laten ontsporen. Om hun ongenoegen te tonen boycotten zij de regering-Trump. Minister van Buitenlandse Zaken Riyad al-Maliki riep vorige maand de Arabische staten op om in een dergelijke situatie uit protest hun ambassadeurs uit de Verenigde Staten terug te roepen.

Tijdens een spoedvergadering van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking is voorgesteld om een internationale vredesmacht – zoals die in de jaren negentig in Bosnië en Kosovo heeft geopereerd – in te zetten om de Palestijnen te beschermen.

Als teken van woede over Trumps ‘vredesplan’ hebben de Palestijnen Washington getrotseerd door afgelopen maand een aanvraag bij het Internationaal Strafhof in Den Haag in te dienen om een onderzoek naar door Israel begane oorlogsmisdaden in te stellen.

Bij dit alles waarschuwt de eerdergenoemde Israelische BUZA-functionaris Etzion voor een mogelijk politiek keerpunt. ‘Er staat een Palestijnse implosie voor de deur. Deze kan de situatie op een onverwachte manier doen veranderen. De vraag is welke implosie het eerst komt: de humanitaire catastrofe die Gaza zal overrompelen of het politieke vacuüm dat ontstaat wanneer Abbas van het politieke toneel verdwijnt.’

Arabische druk
De Palestijnen staan aan grote druk bloot om met Trumps ‘vredesplan’ in te stemmen. Washington heeft de financiering van de UNRWA – die de zorg heeft voor ruim twee miljoen Palestijnse vluchtelingen in de bezette Palestijnse Gebieden – inmiddels teruggeschroefd en is voornemens om ruim 200 miljoen dollar aan financiële steun voor de PNA in te trekken.

Trump heeft voorts geprobeerd om Arabische staten ertoe aan te zetten op Abbas druk uit te oefenen. Volgens berichten in de media kreeg de Palestijnse leider bij zijn bezoek aan Saoedi-Arabië – november vorig jaar – een document van 35 pagina’s in handen gedrukt dat door de Amerikanen was opgesteld. Daarbij is hem aangeraden Trumps ‘vredesplan’ te accepteren of anders als PNA-leider terug te treden. De afgelopen jaren hebben de Saoedi’s hun steun aan de PNA verhoogd, waardoor zij over een grotere invloed op de Palestijnse leider beschikken.

In ruil voor de goedkeuring van de Arabische staten voor Trumps ‘vredesplan’ geeft Washington aan bereid te zijn een draconische politiek jegens Iran te voeren om zo de toegenomen invloed van dat land in de regio aan banden te leggen.

De Arabische staten begrijpen dat er eerst een ‘oplossing’ voor de Palestijnse kwestie gevonden moet worden, voordat zij met Israel en de Verenigde Staten kunnen samenwerken om korte metten met Teheran te maken.

[waarbij aangetekend dat de ‘Khashoggi-affaire’ op dit punt inmiddels roet in het eten heeft gegooid; red.]

bron: Middle East Eye (Londen), 15 juni 2018

Jonathan Cook, is een Britse journalist die sinds 2001 in Nazareth woont; hij is auteur van Israel and the Clash of Civilisations: Iraq, Iran and the Plan to Remake the Middle East: (Londen: Pluto Press, 2008; 192 pp.) en van Disappearing Palestine: Israel’s Experiments in Human Despair (Londen: Zed Books, 2008; 224 pp.); enkele jaren geleden ontving hij de prestigieuze Martha Gellhorn Special Prize for Journalism.

vertaling: Marijke Kruyt

 

 

Benjamin Netanyahoe’s gevaarlijke connecties met extreem-rechts in Europa

Dominique Vidal

Europa is getuige van de opkomst van extreem-rechts, dat inmiddels van Oostenrijk tot Polen de macht in handen heeft gekregen. Premier Benyamin Netanyahoe heeft besloten om dichter bij deze bewegingen te gaan zitten uit naam van de strijd tegen islamisme, zelfs wanneer dat betekent net te doen alsof zij niet antisemitisch zijn.

Het begon allemaal op 19 december 2010, toen een omvangrijke delegatie bestaande uit zo’n dertig leiders van de Europese Alliantie voor Vrijheid, in Tel Aviv aankwam. Zoals haar naam niet aangeeft, is dit een organisatie bestaande uit een aantal partijen dat tot radicaal rechts behoort. Het was de eerste keer sinds de stichting van de Staat Israel dat het land gastheer speelde voor een dergelijk duister gezelschap, dat Geert Wilders uit Nederland omvatte, Philip Dewinter uit België en Jörg Haider’s opvolger, Heinz-Christian Strache uit Oostenrijk.

Wat kwamen al deze neofascisten – van wie enkelen Holocaust-ontkenners zijn of die met heimwee terugverlangen naar het Derde Rijk –in Israel doen ? Zij waren gekomen om deel te nemen aan een conferentie, die was georganiseerd door de rechtervleugel van de Likoed partij van Netanyahoe en die gewijd was aan ‘de oorlog tegen het terrorisme’.

Ondanks het officieuze karakter van dit initiatief, had de extreem-rechts-nationalistische minister Avigdor Lieberman een lang gesprek met de rabiate islamofoob Wilders, die deze hoffelijkheid beantwoordde door op de Westelijke Jordaanoever joodse kolonisten vurig toe te spreken.

Volgens het Agence France Presse (AFP) pleitte de man die de Koran in Nederland zou willen verbieden, ‘tegen teruggave van grond aan de Palestijnen in ruil voor vrede, stelde in plaats daarvan voor dat de Palestijnen zich ‘vrijwillig’ in Jordanië zouden vestigen’ en verdedigde de joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever als ‘kleine bastions van vrijheid, daarmee die ideologische krachten tartend die niet alleen Israel maar de hele Westerse wereld het recht ontzeggen om in vrede , waardigheid en vrijheid te leven’.

Kortom: in zijn ‘kruistocht’ tegen de Palestijnen is Israelisch-rechts bereid elke alliantie aan te gaan – hoe goddeloos die ook is. Op eerste stappen die al tien jaar geleden zijn gezet, zijn inmiddels vele andere gevolgd. De voortgaande flirt van Netanyahoe en zijn coalitiepartners met elke rechts-populistische partij in Europa heeft inmiddels de dimensie van een langdurige hartstocht gekregen. Zelfs toen de duistere bedoelingen van hun streven hun antisemitisme nauwelijks verhulden. Deze gevaarlijke connectie verdient grotere aandacht, te meer omdat veel media – waaronder in Frankrijk – deze te gênant vinden om er langer bij stil te staan.

de double talk van Viktor Orbàn
De meeste waarnemers weten wat de Israelische premier deed op 16 juli 2017: hij luisterde in vervoering naar Frankrijks president Emmanuel Macron, die tijdens de 75e herdenking van de Vel d’Hiv-razzia – de arrestatie in 1941 van rond 4000 Parijse joden door de nazi’s [waarbij de gearresteerden in het Vélodrome d’Hiver, een overdekt wielerstadion in Parijs, werden verzameld om vervolgens naar vernietigingskampen afgevoerd te worden; red.] – verklaarde: ‘Wij zullen ons nooit aan antizionisme overgeven, want dat is een nieuwe uiting van antisemitisme.’ Helaas is het velen ontgaan waarheen Netanyahoe de dag daarop doorreisde: naar Budapest om daar eer betuigen aan zijn Hongaarse collega Viktor Orbàn.

Laatstgenoemde had nog maar een paar weken daarvoor een zekere Miklós Horthy de Nagybánya een ‘uitzonderlijk staatsman’ genoemd.  Sinds 1920 regent van Hongarije, besloot Horthy later met de nazi-bezetters te collaboreren, enkele antisemitische wetten door te voeren om uiteindelijk zo’n 430.000 Hongaarse joden aan Adolf Eichmann uit te leveren, waarbij hij veinsde zich tegen hun deportatie te verzetten. De meesten van hen zijn meteen na hun aankomst in Auschwitz vergast.

Deze verheerlijking van een man die zich schuldig heeft gemaakt aan misdrijven tegen de menselijkheid weerhield de Hongaarse leider er niet van tijdens zijn bezoek aan Jeruzalem in juli 2018 zijn gastheer ‘een zero-tolerance beleid jegens antisemitisme’ te beloven. Orbàn is een meesterlijke cynicus. Drie maanden eerder had hij de algemene verkiezingen gewonnen met een campagne waarin hij zich onder meer richtte tegen de joods-Hongaarse miljardair-filantroop George Soros. Deze beschuldigde hij van een ‘samenzwering’ met als doel om één miljoen vluchtelingen per jaar in de Europese Unie gevestigd te krijgen. Volgens de premier was dit complot de vrucht van de ‘kosmopolitische’ mentaliteit van een joodse financier, die natuurlijk dienstbaar was aan de ‘financiële belangen’ van Brussel en Washington.

antisemitische uitingen in Polen
Dit nauw verholen antisemitisme is niet het enig gemeenschappelijk kenmerk dat Boedapest en Warschau delen: in beide hoofdsteden zijn de conservatieven trots op wat de Franse filosoof Etienne Balibar hun ‘illiberalisme’ noemde. Nationalisme en protectionisme gaan hand in hand met euroscepsis en rechts-katholicisme. Aan de oever van de Vistula heeft de partij van Recht en Rechtvaardigheid (Prawo i Sprawiedliwość, PIS) – opgericht door de gebroeders Jaroslav en Lech Kaczyński – sinds deze in 2015 opnieuw aan de macht kwam, meedogenloos een handvol democratische en sociale politieke stappen voorwaarts teruggedraaid, die in postcommunistisch Polen waren gezet: de bevoegdheden van de uitvoerende macht zijn ten koste van het parlement vergroot, evenals de overheidscontrole op de media en het rechtssysteem; anti-abortus wetten zijn restrictiever geworden; het homohuwelijk en euthanasie zijn afgewezen; de herinvoering van de doodstraf zal aan een referendum worden voorgelegd, enzovoort.

Toch weerhoudt niets van dit alles de leiders van Israel ervan om met hun Poolse collegae het bed te delen. Zelfs wanneer laatstgenoemden, met hun politiek het risico nemen het in hun land diepgewortelde antisemitisme nieuw leven in te blazen, met een wet komen die het een misdrijf maakt om collaboratie met het Derde Rijk te bekritiseren. De ontwerpwet stelt een gevangenisstraf van drie jaar in het vooruitzicht voor eenieder die zich schuldig maakt aan het ‘in het openbaar en in weerwil van de feiten beweren dat de Poolse Staat of Natie verantwoordelijk of medeverantwoordelijk is geweest voor de nazi-misdrijven die door het Derde Rijk zijn begaan, dan wel voor oorlogsmisdrijven of andere misdaden tegen vrede en menselijkheid’.

Een cosmetische aanpassing van de wet was voor Netanyahoe voldoende om zijn collega Mateusz Morawiecki vrij te pleiten in een gezamenlijke verklaring die Yehuda Bauer, één van de belangrijkste Israelische historici van de Holocaust omschreef als ‘stom, onwetend en immoreel verraad van historische feiten betreffende de Poolse betrokkenheid bij de Holocaust’. Zijn aanklacht kwam in wezen neer op de beschuldiging dat die gezamenlijke verklaring de Polen als helden of als slachtoffers voorstelde, en hun massale deelname aan antisemitische misdaden minimaliseerde (al in 1970 schatte de historicus Szymon Datner het aantal joden dat door Poolse hand tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven was gekomen op 200.000).

Het onverantwoordelijke verraad  van de Israelische premier had onvermijdelijk verderfelijke gevolgen voor Poolse joden: tezamen met de nieuwe wet wakkerde dit ‘openbare uitingen van antisemitisme aan, de ergste sinds 1989’. Dit was de mening van de correspondent van het Franse dagblad Le Monde in Warschau, op basis van een aantal zorgelijke waarnemingen: misstappen in de media, karikaturen in kranten, tirades op internet, druk vanuit het ministerie op het Polin, Museum van de Geschiedenis van de Poolse Joden, haatcampagnes tegen de directeuren van het Auschwitz-Birkenau Museum en het Centrum voor Onderzoek naar Vooringenomenheid. Laatstgenoemde verklaarde: ‘Er is duidelijk sprake van een epidemie van openbare haatpreken in Polen. Het is met de migratiecrisis in 2015 begonnen. Sindsdien is de antisemitische retoriek enorm toegenomen,  tezamen met anti-moslim gevoelens en vreemdelingenhaat.’

omgaan met Europese revisionisten
Het geval Litouwen is zelfs nog pijnlijker dan dat van Polen: het percentage van de joodse bevolking dat tijdens de oorlog werd uitgeroeid, wordt door verschillende bronnen geschat op 95-97 procent. De meesten van hen werden in 1941 gedood, vaak door eenheden van Litouwse collaborateurs – sommigen zelfs vóór de aankomst van de Einsatzgruppen (nazi-doodseskaders). Netanyahoe moet van deze feiten terdege op de hoogte zijn geweest: zijn familie verliet Litouwen immers vlak vóór de genocide. En toch, tijdens zijn bezoek aan Vilnius eind augustus 2018, prees hij de ‘ pogingen’ van zijn collega, Saulius Skvernelis met betrekking tot de herdenking van de Holocaust. ‘Er was geen Israelische reactie op deze vervalsingen van de Holocaust,’ stelde Ephraim Zuroff van het Simon Wiesenthal Center in Los Angeles. ‘Er was niets. Nada. Gornisht (niets in het Jiddisch). De Litouwers kunnen van alles zeggen, zij kunnen mensen verheerlijken die joden vermoordden.’ Zolang, dat moet eraan worden toegevoegd, zij binnen de Europese Unie optreden als pleitbezorgers van Tel Aviv.

Dus dat is de deal. En inderdaad, Netanyahoe gaf dat ook toe voordat hij op het vliegtuig naar Vilnius stapte: ‘Ik hoop een betere balans te bereiken in onze betrekkingen met de Europese Unie, die niet altijd een vriendelijke houding jegens Israel aanneemt.’ En hij legde uit hoe hij van plan was verder te gaan: ‘Ik zal dit doen via mijn contacten met verschillende landenblokken binnen de Unie, landen in Oost-Europa en nu met de Baltische staten en andere natuurlijk’. Doel is om een diplomatiek isolement van de Staat Israel tegen te gaan: in de ogen van velen – behalve die van Donald Trump – maakt de radicalisering van de Israelische regering het beschamend om ermee om te gaan. De Visegrad Groep vormt de kern van deze strategie, die geleid wordt door rechtse (Polen, Hongarije, Tsjechië) of linkse populisten (Slowakije). Israel rekent op hen om het Midden-Oostenbeleid van Brussel dat in toenemende mate afwachtend is, te wijzigen.

enthousiaste neo-fascisten
Tel Aviv werpt zijn netten ook naar het Westen uit. Hoe meer voortgang de neo-fascisten maken, hoe meer Israel in hen geïnteresseerd raakt. Met intrigerende gevolgen. Een jonge leider van de extreem-rechtse Lega Nord (Liga Noord) in Italië keerde in 2016 enthousiast terug van een trip naar Israel. Twee jaar later, aan de vooravond van de verkiezingen die hem aan de macht brachten, verklaarde hij: ‘Ik heb hoge achting en diep respect voor de veerkracht van Israel in zo’n moeilijk deel van de wereld’. Hij zei dat indien hij gekozen wordt, hij het beleid van Italië inzake internationale organen zal wijzigen en Italië’s financiële bijdrage aan organisaties als UNESCO ‘die het graag aanvallen’, zal heroverwegen. Oscar Freysinger – een van de leiders van de extreem-rechtse Zwitserse Volkspartij (Schweizerische Volkspartei) – ging zich aan de vooravond van het referendum in november 2009 over een verbod op bouw van minaretten, zelfs te buiten aan een lyrische uitbarsting: ‘Als Israel zou verdwijnen, zouden wij onze voorhoede (…) verliezen. Zo lang als de moslims zich concentreren op Israel, wordt onze strijd gemakkelijker gemaakt. Maar wanneer Israel zou verdwijnen, zullen zij naar het Westen komen en dat veroveren.’

De electorale opmars van de extreem-rechtse Alternatief voor Duisland (Alternative für Deutschland, AfD) was onderwerp van tegenstrijdige reacties in Tel Aviv. Want terwijl de president van de partij, Beatrix von Storch, nooit een gelegenheid voorbij laat gaan om haar steun voor Israel in de gemeenschappelijke strijd tegen het islamisme te benadrukken, doen andere leiders zelfs provocatievere uitspraken en zetten daarmee een rem op een mogelijke dialoog. Zo heeft Alexander Gauland, een van de twee woordvoeders van de partij, gesteld dat Duitsers ‘trots’ kunnen zijn op hun soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij hij de wijze betreurt waarop de Federale Republiek ‘tegen zijn rol [dat wil zeggen die van nazi-Duitsland] in de Holocaust en zijn bijzondere relatie met Israel aankijkt’.

Rafi Eitan – voormalig hoofd van de Israels buitenlandse inlichtingendienst MOSSAD en bekend vanwege de ontvoering in 1960 uit Argentinië van nazi-kopstuk Adolf Eichmann – heeft geen bedenkingen om de AfD te prijzen: ‘Wij allen in Israel waarderen jullie houding jegens het jodendom,’ zo verzekerde hij. ‘Ik weet zeker dat met hard werken en – belangrijker nog – met realisme jullie ‘niet alleen een alternatief voor Duitsland’ maar een alternatief  voor heel Europa kunnen vertegenwoordigen’.

Oostenrijk: de weg naar de hel is met goede voornemens geplaveid
Alleen de extreem-rechtse Franse Nationale Verzameling (Rassemblement National, RN, ex-Front National, FN) blijft persona non grata in Israel, ondanks het feit dat Marine Le Pen’s partner daar voor enige tijd woonde. Zoals Emmanuel Nahshon, woordvoerder voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Israel, het onlangs stelde: ‘De Israelische regering heeft geen contact met het Front National vanwege de geschiedenis en ideologie van die partij.’ Aan de andere kant is de kwestie van Israels betrekkingen met de extreem-rechtse Vrijheidspartij van Oostenrijk (Freiheitliche Partei Österreichs, FPÖ) achter de schermen aan de orde geweest: extreem-rechts Likoed-parlementslid Yehuda Click legde zelfs een bezoek af aan de FPÖ, die de afgelopen presidentsverkiezingen bijna had gewonnen en hij drong er bij zijn collega’s op aan om met de partij in dialoog te gaan.

Zonder zich feitelijk te compromitteren met Jörg Haiders opvolgers, stuurde Israel afgelopen juni een uitnodiging aan de Oostenrijkse kanselier, Sebastian Kurz, die aan het hoofd staat van een coalitieregering waarvan onder meer neo-nazi’s deel uitmaken. De provocerende jonge man bezocht Yad Vashem Memorial (Holocaust Herdenkingscentrum in Jeruzalem) en had daarbij het lef om te verklaren: ‘Als kanselier van Oostenrijk erken ik dat Oostenrijk en de Oostenrijkers een zware last moeten dragen (…). Wij Oostenrijkers weten dat wij verantwoordelijk zijn voor onze eigen geschiedenis.’ Deze leugenachtige woorden veroorzaakte een incident met zijn begeleider, een joodse van Oostenrijkse komaf. Voor de televisiecamera’s legde Debora Hartman aan Sebastian Kurz uit, dat de FPÖ nog steeds politici in haar rangen heeft ‘aan wie de Holocaust moet worden uitgelegd’.

Verontschuldigingen waren geboden, maar raad eens wie zich daarbij moest verontschuldigen ? Het Yad Vashem Memorial ! Kurz was nog maar net regeringsleider geworden, of hij kondigde aan dat ‘een deel van zijn programma (zijn wens; DV) was om de bilaterale betrekkingen met Israel te versterken’. Dit soort goede voornemens – waarvan wij weten dat zij de weg naar de hel plaveien – bracht Netanyahoe ertoe hem te verzekeren dat hij ‘een ware vriend van Israel en het Joodse volk was’ …

‘Hun antisemitisme doet er niet toe, zolang zij maar zionist zijn’: zo zou het leidende beginsel van deze opzichtige campagne van verleiding van premier Netanyahoe richting rechts-populistische en neofascistische kringen in Europa omschreven kunnen worden.

Maar het zou een vergissing zijn deze manoeuvres te reduceren tot louter Realpolitik: zij maken in feite deel uit van het persoonlijke en politieke DNA van deze premier. Persoonlijk omdat zijn vader, Benzion Netanyahoe, altijd dicht bij Vladimir (Ze’ev) Jabotinsky, leider van het rechtse, revisionistische zionisme stond en diens assistent is geweest. Politiek, omdat de voorgangers van Likoed, i.e. de rechts-extremistische Irgoen, Betar en Lehi (ook bekend onder de naam ‘Stern Gang’) in hoge mate betrokken waren bij fascisme en nazisme. Door te hameren op het feit dat de Groot-Moefti van Jeruzalem [hoge islamitische wetsgeleerde], Haj Amin al-Husseini naar Berlijn was gereisd, waar hij twee (Bosnische) SS-legioenen in het leven riep, wordt het gemakkelijk om over het hoofd te zien dat Lehi in 1941 aanbood om met het Derde Rijk samen te werken. En dat Betar en later Irgoen in het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw de politieke steun van Benito Mussolini had, die op zijn beurt Jabotinsky bewonderde: ‘Wanneer het zionisme zijn doel wil bereiken’, opperde de Duce, ‘dan heb je een Joodse staat nodig met een Joodse vlag en een Joodse taal. En de persoon die dit het beste begrijpt, is jullie fascist, Jabotinsky.’

Het zijn nu juist Netanyahoe en de zijnen, die eenieder die het waagt de politiek van de Staat Israel te bekritiseren, schaamteloos van antisemitisme beschuldigen !

bron : Orient XXI (Parijs), 2 oktober 2018

Dominique Vidal is journalist en historicus, auteur van Antisionisme = antisémitisme ? : Réponse à Emmanuel Macron (Parijs: Libertalia, 2018; 132 pp.)

vertaling: Teun Bots

 

‘Gemene zaak maken met nuttige antisemieten is een hoogmoedige strategie die Israel duur kan komen te staan’ – een interview met Ben White

Carl Stellweg

Vier jaar geleden kwam de prominente Britse publicist en activist Ben White – op uitnodiging van het NPK – naar Nederland om zijn boek Israeli Apartheid: A Beginner’s Guide (Londen: Pluto Press, 2014; 224 pp.) toe te lichten. Een compact werkje dat een vrij genadeloos, weinig hoopvol beeld schetste van Israels politieke staat van zijn.

De vraag was wat White hierna nog kon schrijven, want hoe Israel als bezettingsmacht en apartheidsregime functioneert, leek hij afdoende in kaart te hebben gebracht.

Het antwoord blijkt van een verbluffende eenvoud. Whites nieuwe onderwerp luidt: wat er na apartheid komt. Want apartheid heeft niet het eeuwige leven. Het is een systeem waarvoor een hoge prijs moet worden betaald. Israel lijkt sterker dan ooit, maar de kracht van het land is niet de flexibele kracht van een functionerende democratische rechtstaat: het is de rigide kracht van een etnocratie, en als daarin barsten ontstaan, kunnen die zich snel verspreiden, waarop instorting volgt.

Is een dergelijke ontwikkeling in Israel denkbaar? Vooralsnog is Ben voorzichtig. Maar de titel van zijn boek suggereert dat er hoop is: Cracks in the Wall, Beyond Apartheid in Palestine/Israel (Londen: Pluto Press, 2018; 144 pp.).

Weerzien en vraaggesprek met Ben White.

Het boek is in je gebruikelijke heldere en scherpzinnige stijl geschreven, maar een kritiekpunt zou kunnen zijn dat Palestijnen zelf er nauwelijks in voorkomen. Je wijdt maar één hoofdstuk aan hen, en dat is veruit het kortste van het boek. Niets over de barsten in het pantser van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA), die voor een groot deel als zetbaas van Israel opereert en daarmee een onderdeel is van het Israelische apartheidssysteem.

Ik heb mij willen richten op de internationale positie van Israel, want het is daar dat ik de eerste barsten verwacht. Daarover kan ik ook het beste schrijven, aangezien ik geen Palestijn ben, niet in Palestina woon, maar wel deel uitmaak van de internationale solidariteitsbeweging voor de Palestijnen. Bovendien zit er helaas weinig beweging in de politieke situatie van de Palestijnen en valt er dus ook niet al te veel over te melden. Verzoening tussen FATAH en HAMAS is nodig om een nieuwe leiderschapsstructuur op te bouwen en een einde te maken aan de PNA in deze vorm. Maar daarvan kan pas sprake zijn als de huidige generatie leiders het veld ruimt: dat is dus een soort kip-of-ei-situatie.

Hoe zit het met de rol die Palestijnse burgers van Israel kunnen spelen? In een interview met Soemoed betoogde de Palestijnse politicus Awad Abdelfattah van de partij Balad anderhalf jaar geleden dat nu het Israelische bewind zo sterk inzet op ‘nationale zelfbeschikking voor het Joodse volk in de democratische staat Israel’, de Palestijnen geen andere keus hebben dan eveneens hun aanspraken als nationale groep binnen deze zogenaamd democratische staat te benadrukken. De uitkomst hiervan moet dan zijn: een binationale eenheidsstaat.

Ik weet dat dit een belangrijk programmapunt is van Balad en er is zeker wat voor te zeggen. Zelf ben ik ook geen voorstander van twee staten, maar van één neutrale staat die een thuis biedt aan verschillende nationale groepen. De Palestijnse staatsburgers van Israel zijn ook de groep die zich hiervoor logischerwijs het krachtigst zal inzetten, omdat deze oplossing het meest aansluit op hun situatie. Anderzijds is het veel gevraagd van de Palestijnse staatsburgers in Israel dat zij het voortouw nemen omdat zij slechts een zevende deel van alle Palestijnen vormen. Er is eigenlijk een veelomvattender, holistisch proces nodig dat alle Palestijnen verenigt. Alleen zou dat in hun geschiedenis ongeëvenaard zijn, aangezien de Palestijnen al sinds de Nakba [de Catastrofe van 1948] zijn versplinterd. Ik put daarom op dit moment de meeste hoop uit Palestijnse grassroots-groepen, die rond concrete onderwerpen actie voeren, zoals hongerstakende Palestijnse politieke gevangenen en demonstraties zoals die in 2013, in zowel Israel als in de bezette Palestijnse Gebieden, tegen het Prawer Plan, dat de verbanning van bedoeïenen uit hun leefgebied beoogde. Van dergelijke acties, die ik in mijn boek kort beschrijf, gaat potentieel een sterk mobiliserend en bindend effect uit.

Zeer verhelderend, maar ook een beetje surrealistisch, is je betoog dat Israel zijn onderdrukkingsapparaat in stand kan houden, juist door het als tijdelijk voor te stellen.

Er zijn drie politieke stromingen in Israel. Je hebt hardliners die nu al zo veel mogelijk delen van de Westelijke Jordaanoever willen annexeren. Zoals C-Gebied, dat al geheel onder Israelisch bestuur staat, waar alle joodse nederzettingen liggen en waar maar enkele honderdduizenden Palestijnen wonen. Daarnaast heb je de centrum-linksen die afscheiding van de Palestijnen willen om het voortbestaan van Israel als joodse democratische staat te waarborgen. Zij zijn voorstanders van de zogeheten twee staten-oplossing, met een Palestijnse staat die deze naam niet waardig zal zijn en zonder verbetering voor de Palestijnse burgers in Israel

Daartussen zit  het Israelische establishment, met premier Benjamin Netanyahoe als aanvoerder. Dit is voorstander van de status quo. Zij hebben een situatie van permanente tijdelijkheid geschapen door te stellen dat een bevredigende oplossing voor beide bevolkingsgroepen nog altijd in het verschiet ligt – door termen als ‘vredesproces’ en ‘Palestijnse staat’ te blijven gebruiken, zonder dat die enige betekenis hebben. Zo wordt de internationale gemeenschap zoet gehouden en kunnen bezetting en kolonisatie doorgaan.

Is het dan niet een beetje positief dat uitgerekend een figuur als Boris Johnson [Britse Conservatieve Partij] de term ‘apartheid’ in de mond heeft genomen en gezegd heeft dat de deur naar een oplossing langzaam bezig is te sluiten?  Het kan een teken zijn dat de internationale gemeenschap zich niet veel langer aan het lijntje zal laten houden.

Maar Boris Johnson heeft het over apartheid in een niet nader omschreven toekomst. Zo dreigt de deur voor eeuwig langzaam te sluiten. Ik weet niet of de analogie helemaal werkt, maar denk aan een ouder die tegen zijn kind zegt dat het zijn kamer opruimt. Als het kind onmiddellijk zegt ‘Dat doe ik niet’, dan zal de ouder optreden. Als het kind blijft zeggen ‘Straks’, kan het de ouderlijke druk blijven weerstaan. Voor hoe lang is natuurlijk de vraag, maar het is in ieder geval de reden dat Israel nog steeds niets van de Westelijke Jordaanoever – Oost-Jeruzalem uitgezonderd – officieel heeft geannexeerd. Was het wel tot annexatie overgegaan, dan zou Israel het kind zijn dat openlijk weigert zijn kamer op te ruimen en had het zichzelf waarschijnlijk in de problemen gebracht. Nu houdt het de mythe van tijdelijkheid in stand en verschaft het de buitenwereld een excuus om niet in te grijpen. In plaats daarvan zegt die buitenwereld dat een al lang en breed gevestigd apartheidssysteem zo zoetjes aan toch echt op apartheid begint te lijken. Hoe veel meer apartheid is er nodig om het nu apartheid te laten zijn?

Daar komt een aspect bij: Israel is ten aanzien van de status van de bezette gebieden allesbehalve consequent. Dat blijkt uit de hybridische wijze waarop het die gebieden bestuurt. Ook hier is sprake van een bewuste methode om de huidige situatie te handhaven. Gezien de geschiedenis van het gebied heeft Israel een breed scala aan rechtsmiddelen tot zijn beschikking, die het naar believen tegen de Palestijnen kan inzetten: Ottomaans, Brits, Jordaans, militair, Israelisch recht. Israel beroept zich op het internationaal recht inzake de bezette Palestijnse Gebieden om administratieve detentie – langdurige detentie zonder aanklacht – te  rechtvaardigen. Het moet dan wel gaan om een noodmaatregel. Het is zonneklaar dat Israel dit instrument niet als noodmaatregel gebruikt, maar als middel van systematische repressie. Feit blijft echter dat deze maatregel wordt toegepast krachtens het militair recht dat geldt voor een bezetting.

Tegelijkertijd rechtvaardigt Israel de bouw van joodse nederzettingen door te stellen dat de bezette Palestijnse Gebieden niet bezet, maar ‘betwist’ zijn. Dat is dus in tegenspraak met het beroep op het gebruik van administratieve detentie. Deze ambiguïteit helpt Israel ook al om de status quo te handhaven tegenover de buitenwereld, die door de bomen het bos niet meer ziet. Maar dat niet alleen: de verwarring houdt de Palestijnen zwak. Want hoe je te verweren tegen een dergelijke chaos van regels, tegen al die officiële willekeur en dubbelhartigheid?

Surreëel  is ook de tendens van de laatste jaren dat je van Israel wel antisemiet mag zijn, zolang je maar geen antizionist bent. En dat je antisemiet bent als je antizionist bent. Hoe is dat te verklaren?

Een antisemiet als de Hongaarse president Victor Orbán, die de eigen joodse gemeenschap zwart probeert te maken, was welkom in Israel. De Filipijnse president Rodrigo Duterte woonde er een herdenking van Holocaust-slachtoffers bij, hoewel dit een man is die zichzelf met Adolf Hitler heeft vergeleken. Er zaten verklaarde christelijke antisemieten in de Amerikaanse delegatie die in Jeruzalem neerstreek voor de feestelijke symbolische opening van de Amerikaanse ambassade aldaar. Tegelijkertijd zijn de activisten van Jewish Voice For Peace – een grote joodse organisatie in de Verenigde Staten die gekant is tegen de bezettingspolitiek van Israel – niet meer welkom.

Hoe dit valt te verklaren? Dat is niet eens zo moeilijk. Types als Orbán hebben belang bij banden met Israel omdat zij er hun antisemitisme mee kunnen witwassen, want antisemitisme wordt nog altijd – en uiteraard volkomen terecht – als onacceptabel gezien door de politieke mainstream. Tegen Israel aanschurken valt hem daarnaast niet zwaar en  Netanyahoe kan hém op zijn beurt best verdragen, omdat beiden het een en ander gemeen hebben: het zijn allebei racisten die het op moslims en andere niet-westerse migranten hebben voorzien, en daarnaast is zowel Hongarije als Israel is in de eerste plaats een etnocratie in plaats van een democratie. Kortom: zij begrijpen elkaar en zijn van hetzelfde slag. Met zijn steun aan Orbán en de hele beweging rond president Donald Trump kan Netanyahoe Israel als voorpost in de strijd tegen het ‘islamitische kwaad’ blijven neerzetten en progressieve krachten in het Westen, die er mogelijk anders over denken, verzwakken.

Ik denk dat Israel zich met deze opstelling op termijn geen dienst bewijst. Want binnen die progressieve krachten die weinig moeten hebben van Netanyahoe, bevinden zich veel leden van de joodse diaspora. De meeste joodse jongeren in de Verenigde Staten zijn progressief. Die hebben nu nog niet zo veel te vertellen, maar het zijn de joodse leiders van morgen. Israel kan zich beter niet van de joodse gemeenschap buiten Israel vervreemden, want Israel heeft niet alleen materiële maar vooral ook morele steun nodig. Tot nu toe is die morele steun er nog wel, maar hoe lang nog? En wat voor reden zullen regeringen nog hebben om Israel te steunen als de eigen joodse gemeenschappen zich van Israel afkeren? Gemene zaak maken met antisemieten is een uit hoogmoed geboren strategie die voor de eerste barsten in het Israelische systeem kan zorgen.

Ondertussen halen progressieve krachten in het Westen wel degelijk bakzeil. Jeremy Corbyns Labour in Groot-Brittannië heeft de werkdefinitie van antisemitisme van het International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) aangenomen, hoewel binnen die definitie kritiek op Israel vrij eenvoudig als antisemitisme kan worden gebrandmerkt. Is dat geen grote nederlaag? 

Nee.

Ah, mooi. Kunnen we meteen door naar de volgende vraag.

Wacht even! Uiteraard sta ik niet te juichen. Maar dit is een duidelijk uit politiek-strategische motieven genomen beslissing. De praktijk zal uitwijzen wat het effect ervan zal zijn op de Palestijnse solidariteitsbeweging. De voortekenen zijn gunstig. Op dezelfde Labour-conferentie werd tevens opgeroepen tot bevriezing van wapenverkopen aan Israel. Labour heeft die IHRA-definitie waarschijnlijk geslikt om het narratief in de media te veranderen. Op zich zou je dat kortzichtig kunnen noemen, maar als ik kijk naar Groot-Brittannië in het algemeen, dan zie ik een sterke groei van BDS-activisme. Het optreden van Israel in het afgelopen jaar – het liquideren van Palestijnse demonstranten in de Strook van Gaza, het aannemen van de Wet op de Joods Natie-Staat, de flirts met types als Orbán – hebben de protesten tegen Israel en de solidariteit met de Palestijnen in Groot-Brittannië – mijn land – alleen maar versneld. Uiteraard is er geen schaarste aan pogingen het Palestijnse solidariteitsactivisme te besmeuren, maar er is veel wat mensen kunnen doen en wat zij ook doen – in vakbonden, op campussen, binnen geloofsgemeenschappen – en dat gaat door. Het neemt zelfs toe.

Soms lijkt het er op dat Israel antisemitisme moedwillig aanwakkert om zichzelf als bastion ertegen te kunnen profileren. Of is dat een al te cynische visie?           

Het is in ieder geval nuttig er in dat verband op te wijzen dat zionisme niet alleen is ontstaan als reactie op antisemitisme. In de 19e eeuw, toen veel etnische en culturele groepen zichzelf ontdekten, had het een diepere filosofische basis, was het een positieve bevestiging van joodse eigenheid. Vandaag de dag nog zijn er zionisten die het een belediging vinden om hun beweging louter als een reactie op antisemitisme te zien. Men kan zich dus voorstellen dat een minder militant, minder op zelfverdediging gericht, filosofischer zionisme zich zou kunnen verzoenen met een staat die niet in de eerste plaats voor joden bestemd is – een staat waarin zij als erkende nationale groep in vrede en op basis van gelijkwaardigheid met andere groepen kunnen samenleven. Vergeet niet dat er duizenden erkende nationale groepen in de wereld zijn. Die hebben niet allemaal een eigen staat en daar ijveren zij vaak ook niet voor. Staatkundige soevereiniteit is dus niet de enige manier om nationale aspiraties te vervullen.

Aan het eind van je boek schrijf je heel mooi hoe joodse Israeli’s en Palestijnen intieme vijanden zijn, maar dat juist aan de hand van deze intimiteit – of band – het is voor te stellen dat ze ooit gelijkwaardige burgers kunnen worden. Zou ook een breed gedragen vredeswens onder gewone mensen aan beide kanten van het spectrum aanleiding kunnen zijn voor hoop?

Nu moet ik je tot de orde roepen. Natuurlijk, iedereen wil vrede. Maar dat is volstrekt betekenisloos. Het gaat om het soort vrede, onder welke voorwaarden. Ik geef niets om de vredeswil van zwaarbewapende joodse kolonisten op een heuveltop. Dat leidt alleen maar af van wat nodig is: een ander politiek systeem, een ander bestel.

Zwaarbewapende joodse kolonisten willen geen vrede, ook al zeggen zij het.

Je kunt stellen dat wat zij als vrede zien geen werkelijke vrede is, maar zij gebruiken het woord niet om te misleiden. Zij zien het wel als vrede. En dat is nu net het probleem.

Is het niet denkbaar dat mensen gevangen zitten in structuren waarvan zij diep in hun hart weten dat die fout zijn en een heimelijk verlangen koesteren daar uit te breken? Zit daar ook geen potentieel voor ‘cracks in the wall’?

Ben White tuit zuinig zijn lippen: ‘Het zou kunnen. Maar op dergelijke speculaties zal ik nooit mijn geld zetten.’

Carl Stellweg is journalist en Midden-Oosten-specialist

Wilt u een abonnement op Soemoed nemen?