dossier ‘Israel & de bom’ (36 pagina’s)

klokkenluider Mordechai Vanunu met een exemplaar van de The Sunday Times (1986)

Nederlands Palestina Komitee  /  november 2020

Israel heeft er de afgelopen jaren alles aan gedaan om de confrontatie met Iran tot een gevaarlijk niveau op te voeren.

In 1979 maakte de Islamitische Revolutie niet alleen een eind aan de nauwe samenwerking tussen Teheran en Tel Aviv, sindsdien zijn beide landen in openlijke vijandschap tegenover elkaar komen te staan.

Opeenvolgende Israelische regeringen hebben nadien uitgedragen dat van Iran een ‘existentiële dreiging’ zou uitgaan. Daarbij richtten de pijlen zich op de steun van Iran aan organisaties en strijdgroepen die zich – net als Teheran – tegen Amerikaans-Israelische hegemonie in de regio verzetten, maar vooral op Irans nucleaire programma. Het doel daarvan zou zijn een kernwapenarsenaal op te bouwen.

Hoewel vaststaat dat Iran zelfstandig aan de productie van verrijkt  uranium werkt, hebben noch buitenlandse inlichtingendiensten, noch buitenlandse inspecteurs daarvoor bewijzen gevonden. Iran heeft het Non-Proliferatieverdrag ondertekend (dat beoogt het monopolie op kernwapens beperkt te houden tot de grootmachten Verenigde Staten, Rusland, China, Groot-Brittannië en Frankrijk) en staat in het verlengde daarvan inspectie door het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) van de VN toe.

De voorstelling van zaken dat Israel kernwapens nodig zou hebben om Iran af te houden van een nucleaire aanval op Israel, is ronduit absurd: een offensief gebruik van kernwapens door Iran zal het einde van het Iraanse regime betekenen, onder meer vanwege de ‘second-strike capability’ waarover Israel beschikt (en waarover later meer). Daar komt bij dat het islamistische regime in Teheran, vanwege de geringe omvang van het grondgebied van Israel, met zo’n aanval Al-Quds/Jeruzalem – na Mekka en Medina de derde heilige plaats van de Islam – evenals honderdduizenden Palestijnse geloofsgenoten in één klap zal wegvagen.

Dat premier Benjamin Netanyahoe met succes de boodschap aan de man weet te brengen dat er voor Israel van Iran een ‘existentiële dreiging’ uitgaat, dient dan ook andere doelen, zoals het loskrijgen van de meest geavanceerde wapens van de Verenigde Staten (voor dichterbij gelegen strijdtonelen), richting zijn Westerse bondgenoten de aandacht af te leiden van de onderdrukking en onteigening van de Palestijnen en – zo is inmiddels gebleken – het maken van politieke en economische openingen naar de Golfstaten, die als kleine, pro-Amerikaanse staten geobsedeerd zijn door de dreiging die van de naburige regionale grootmacht Iran zou uitgaan.

Voormalige kopstukken van het Israelische defensieapparaat en de inlichtingendiensten hebben Netanyahoe in het openbaar bekritiseerd vanwege diens pleidooi om Irans nucleaire industrie met militaire middelen aan te pakken – zonder dat zij de militaire optie op zich van de hand wezen. Want met een militaire aanval zou een moeilijk in de hand te houden regionaal conflict in gang gezet kunnen worden.

Israels kernwapens

De laatste twijfels over het bestaan van een Israelisch kernwapenarsenaal zijn weggenomen nadat klokkenluider Mordechai Vanunu, die negen jaar als technicus bij Israels enige kerncentrale in Dimona werkzaam was, via het Britse weekblad The Sunday Times (5 oktober 1986) daarover informatie en fotomateriaal naar buiten had gebracht.

Deskundigen hebben weten te achterhalen dat Israel vanaf december 1966 over atoombommen ging beschikken en daarmee kon worden toegevoegd aan de lijst van kernwapenmogendheden – later gevolgd door Noord-Korea, Pakistan en India.

Inspectie van Israels nucleaire industrie heeft nimmer plaatsgevonden. Tot op de dag van vandaag weigert Israel het Non-Proliferatieverdrag (1968) te ondertekenen – net als Pakistan en India (Noord-Korea stapte in 2003 uit het NPV).

lees verder:

https://palestina-komitee.nl/wp-content/uploads/2020/11/IsraelBom_def0.pdf